dinsdag 10 juli 2012

The Puppetmaster

De mooiste van de drie grote Chinese films die ik deze winter zag, en na Café Lumiere het tweede bewijs dat ik inmiddels wel 'gewend' ben aan de hermetische, maar bijzondere stijl van Hou Hsiao-Hsien. We krijgen hier van de Taiwanese regisseur weer 140 minuten lang 'vignetten' te zien. De camera beweegt niet – staat een eindje weg van de actie – en observeert rustig, en bij natuurlijk licht. The Puppetmaster is een fijne mengeling van documentaire en fictie, een oude man vertelt ook in beeld (véél beter dan voice-over) aanstekelijk én poëtisch over zijn jeugd, en hoe hij carrière in de poppen maakte. Het is de tijd dat Japan China (en dus ook Taiwan) bezette, en in een van de mooiste 'toneel'scenes, speelt de man min of meer gedwongen in een Japans-nationalistische troupe. Ze herdenken een gevallen soldaat, wat een leuk Droste-effect geeft: de vlag wordt zowel in het echt als in de 'kijkdoos' geheven. Naast Japanners zijn liefde, dood (goh!) en een keiharde opvoeding ('je verdient het om doodgeslagen te worden') elementen van belang. De mooiste liefdesscene is eigenlijk een plagerijtje, als de troupe samen met een reizend bordeel optrekt. Een meisje teaset de poppenmeester, bij het schijnsel van een schamel lampje. Na 127 van de 140 minuten beweegt de camera voor het eerst, en niet zomaar! Een bloedneus luidt – heel Aziatisch – grote emoties en tragedie in. Die Aziatische way of life, ik kan er potje om gaan zitten janken. Zo hard, maar ook zo Zen. 'Hij wilde niet langer met ons mee-eten, ga hout halen dan timmer ik een kistje, opdat ie maar snel herboren kan worden'.

Geen opmerkingen: