maandag 28 augustus 2017

The Scoundrel

'Your opinion of my work is exquisitely... unimportant to me.' Wonderlijke combinatie van gevatte grappen en koude levenslessen. De verwarring begint al tijdens de openingstitels. De titel suggereert een komedie, maar de weemoedige muziek hint op serieuzere zaken. In een New Yorkse uitgeverij staan een stel flat characters – pardon, schrijvers – te wachten op de baas. Die heeft een wild weekendje achter de rug. Enter Sir Noël Coward. The Scoundrel. Buiten hem stelt het liefdesplotje (inclusief uiterst moeizame tongzoen) niks voor. Hij máákt de grappen. En hij zal ook voor het drama zorgen. Met tegenzin. 'I refuse to make money improving people's morals.' De bleke Engelsman stapt met dat doorzichtige jongenslijf uit de douche. Net een geest uit de Pendragonlegende. Niet van deze wereld, maar als 'something in print'. Coward is geknipt voor zo'n personage. Met zijn ondefinieerbare kak-accent verheft hij nihilisme tot kunst. Alleen al het fabriceren van zijn kapsel (met verscheidene kammetjes!) is something to see. Inmiddels helemaal het mannetje begint hij zijn schrijvers én vrouwen af te wijzen. Dat zal hem duur komen te staan. De komedie implodeert. Hitchcock en Dickens vinden elkaar in bedremmelde metafysica. Slim, maar wel een beetje bedacht. 'Could you materialize long enough to take a look at the catalogue?'

Geen opmerkingen: