vrijdag 11 augustus 2017

King Lear

'Dost thou understand me, man?' Van het hogere kunst-kwartet jazz, Mozart, Beatles, Shakespeare, is de jazz inmiddels gevallen. Toch best lekker, moet ik toegeven. Zou Shakespeare de volgende zijn? De NY Times 1000 Best Movies lijst biedt nog enkele kansen. King Lear komt alvast een eindje in de richting. Dankzij de experimentele vibes zou het zomaar één van de betere adaptaties kunnen zijn. Het laatste uur gleed de bekende woordenschatkist echter toch weer volledig langs me heen. Daarvóór hakt de film er wel aardig op los. King Lear zit met zijn kornuiten als een stel Bataven te broeden en te broeien. Paul Scofield praat met de statige autoriteit van Orson Welles. 'Who is it who can tell me who I am?' Ook de aandoenlijke rol van The Fool (door karakterkop Jack MacGowran) mag er zijn. Hij heeft zelfs een galmend lied aan. Regisseur Brook sleept de kijker mee dankzij de opmerkelijke decors. Bijna Tarkovskiaans in grimmigheid. Lege vlaktes, opgedroogd als vervloekte vrouwen (zulke scheldkanonnades zijn een specialiteit van The Bard!). En dan zijn er nog de apocalyptische weersomstandigheden. Op een geniaal moment raakt zelfs de editing bevangen door bliksemflitsen. De gekte van Lear wordt visueel in plaats van verbaal inzichtelijk gemaakt. Keihard en radicaal. En dat dwingt respect af. 'Let me not be mad, not mad, sweet heaven.'

Geen opmerkingen: