donderdag 30 juni 2016

45 Years

'I like not knowing the time.' De jaren, ze zijn ongemerkt voorbij gegaan. Nu is het echtpaar oud, en 45 jaar getrouwd. Dat moet 'gevierd' worden. Al was het maar omdat het vorige lustrum wegens fysiek ongemak onopgemerkt voorbij ging. Ditmaal zijn de problemen van andere aard. Een haast surreële ontdekking per brief. 'Something deep that cannot be denied.' De man had er jaren over gezwegen. Heel fysisch geografisch Hermansiaans. De nasleep (en dat is de hele sleep) komt voor rekening van Bernlef. Moeizame communicatie en aftakeling, met als absolute ster Charlotte Rampling. Zij maakt de film. Ze is volkomen geloofwaardig als de gepensioneerde lerares. Precies het hoofd en de coupe die bij een lerares Nederlands hoort. Een bepaalde starheid ook. Nu allemaal rechtop zitten en schriften open. De vrouw moet zich in vele bochten wringen om met de 'klimaatverandering' thuis te dealen. Terwijl de man boeken over climate change leest, bekoelt haar liefde. Eigenlijk doorleeft ze plots het gebrek aan een eerste nostalgische liefde.Zo mist ze de romantische escape om op iets van daarvóór terug te vallen. Nergens wordt dat motief duidelijker dan in een schrijnende dia-presentatie. Een hele film in stilstaande beelden. Hoe alleen kun je zijn. 'They asked me how I knew, my true love was true.'

Liza, The Fox-Fairy

Wat krijg je als je Wes Anderson met Aki Kaurismaki kruist? Een Fox-Fairy! (Het Hongaarse woord is nog veel mooier, maar ik ga me er niet aan wagen.) Alsof er nog geen invloeden genoeg waren, speelt ook Japanse leipigheid een grote rol in deze piekfijne productie. In een running gag (of ís het de film?) zingt een Japanse fifties-geest liedjes voor een schattig verpleegstertje. Ondertussen vermoordt hij haar potentiële 'love interests'. Dat dan weer wel... Het arme ding is nogal 'besloten' opgegroeid in het huis van de Japanse ambassadeur. Ze zorgt al jaren voor diens dikke weduwe, die haar als dank nog wel Japans heeft geleerd. Het wereldje van de grijze muis gaat open als de dikke dame uit het bed dondert. Hongaarse sexytime! Echt lukken wil het overigens niet in die buitenwereld. De politie zit al snel op haar dak. (Anderen vallen dan weer ván het dak.) De meest hardnekkige (en dat mag je letterlijk nemen) detective neemt Finse western-songs mee. Mijn favoriete scenes spelen in de Mekk Burger. Een woordspeling die flauw lijkt, maar in het restaurant voor bizar en geslaagd absurdisme zorgt. (Ding dong! Mekk Mekk!) Liza, The Fox Fair is zo'n film waar de échte fans in elk shot nog een speciaal voor hen verstopte easter egg kunnen vinden. Bijft de vraag staan: waar halen die Hongaren het budget vandaan? Ook de CGI mag er namelijk wezen.

L'Enlevement de Michel Houellebecq

Houllebecq. Hij is een man voor de strips van Crumb – nee, erger nog – de kelders van Seidl. Met de lip vooruit als een Muppet, hannesend met talloze sigaretten, en met open mond voedsel vermalend, heeft Houllebecq veel weg van een bejaarde die al twintig hersenbloedingen heeft overleefd. Ik heb zelf nooit een boek van 'm gelezen, maar zo omschreven (en met zijn literaire provocaties in gedachten) lijkt het onmogelijk dat de vieze man iets sympathieks krijgt. En toch gebeurt dat hier. Het aanknopingspunt vormt zijn fragiliteit. In de allerbeste scene showt één van Houllebecq's ontvoerders hem zijn bodybuilderslijf. Man zonder lichaam bewondert alles wat hij zelf niet heeft. Een bizar soort tederheid. L'Enlevement maakt zo absurde fictie van een schimmige Houllebecq-episode. Ooit verdween de schrijver een paar dagen van de radar, 'terwijl hij nooit een afspraak met zijn agent miste'. Gezien zijn achtergrond van psychiatrische opnamen en depressiviteit zal hij wel bij het spoor hebben gestaan. De invulling van de film is dan een lieve wensdroom. Amateur gangsters gappen Michel! Waarna er niets (maar dan ook echt níets) meer gebeurt, en het hele stel een Franse praatfilm ensceneert. My dinner with Michel. Lullen als Tarantino-mennekes, minus het geweld. Van een derde akte komt het nooit. Da's wel een beetje jammer. Maar ook het punt allicht.

woensdag 29 juni 2016

Going Clear

Scientology zou best een uit de hand gelopen wetenschapsexperiment kunnen zijn. Denk maar aan die beroemde enscenering waarin mensen elkaar hele hevige elektrische schokken toe gingen dienen. Binnen een paar jaar ontpopt Scientology zich van een niet serieus te nemen idee, tot een metafoor voor alle akelige kanten van religies. Inclusief het Stalinistische communisme, met zijn Totale Paranoia (TP, zou je haast grappen, Scientology houdt van afkortingen.) Met het verstrijken der jaren wordt de sekte almaar rijker, en begint de lub ook nog op Saudi-Arabië te lijken. Geld koopt invloed, en koopt het zwijgen van wie dan ook. Going Clear schetst 't allemaal indringend, in het bekende J'Accuse-docu-stramien. Talking heads dissen de verhalen op. En als die verhalen nog niet erg genoeg waren, zijn er de beelden van grote Scientology conferenties. Daar leeft de nieuwe nummer 1 zijn nazidromen uit in bizar symbolisme en Eurlings-saluutjes. Enigszins amusant (en bijna een soort outsider art) is Scientology enkel in het begin-stadium en op die begin-levels. 'LRH' als de paranoïde psychiatrische patient die de psychiatrie háát en daarom maar zijn eigen pulp therapie ontwikkelt. Gevolg: iedereen die de therapie doorloopt wordt zoals Hubbard! Ben benieuwd wat Foucault en Feyerabend ervan gevonden zouden hebben. Een goudmijn, inderdaad.

Eden

'There are so many things that I don't understand.' Ga ik toch weer op Mia Hansen-Løve mokken. Terwijl het onderwerp van Eden zo heerlijk is, en de openingsscene nog beter. Een kerel zonder puf ligt na een party tegen een boom. De down na de high, de stille melancholie ná de rave. Met een kleine surrealistische bonus bovendien. Magie ten top, helemaal als de jongelui weer terug richting bewoonde wereld wandelen en de titel verschijnt. Eigenlijk heb je dan het hoogtepunt gehad... Twee jonge gozers beginnen rond '95 garage house te draaien. Precies wanneer Thomas en Guy-Man als Daft Punk doorbreken. De garage guys zijn zelf ook niet onsuccesvol, maar hangen vooral rond in de wereld van kleine radiostations en fanzines. Het levert mooie lummelende scenes op (zoeken naar een kick drum!), maar een écht persoonlijk verhaal wordt het nooit. Ik zie ook niet in waarom er maarliefst twintig jaar nodig zijn. Nu valt het wel erg op dat één helft van het dj-duo pas na járen iets betekenisvols zegt. Alle aandacht gaat naar zijn pafferige maat. Jaar na jaar verandert die geen spat! Ach ja... Misschien was het gewoon die garage house zelf. Ik houd meer van stemmetjes dan van Stemmen. De handjes in de lucht-dj mag best achter een gordijn. Wordt het ook metafysischer van. Niettemin toch eens een Frankie Knuckles verzamelaar opsporen, want Knuckles... Die zit al in die eerste tien minuten.

Listen Up Philip

''Here's a piece of paper with some staples in it.' Philip moet één van de meest verwaande hoofdpersonages 'ever' zijn. En het werkt nog ook. Althans... Als film. Alex Ross Perry lukt daarmee wat Baumbach vorig jaar niet voor elkaar kreeg. Hij maakt een irritant grappige en boeiende film over artistieke ijdeltuiten in crisisjes. Niet in de laatste plaats dus dankzij die hoofdrol. Het lijkt net dat kereltje uit Rushmore, maar dan mét acteertalent. Oeps. Het is wel degelijk Jason Schwartzmann, en hij maakt een enorme sprong voorwaarts. (Of noem je dat het talent van een goede regisseur?) Schwartzmann speelt een schrijver die tussen boek 1 en boek 2 in een 'hang on to your ego'-trip zit. Hij kleineert sufferdjes én zijn vriendin, en papt aan met één van de Groten. Een oude schrijver die een nog net wat arrogantere klootzak is, voor zover mogelijk. Een 'voorlees'-voice-over becommentarieert het allemaal met milde spot, maar voor het alléén grappig dreigt te worden, krijgt het gelukkig wat melancholisch. Er zijn duidelijke raakvlakken met Queen of Earth; beide films putten uit dezelfde bron. Rijke ouders met vakantiehuizen 'up state', waar kids kunnen dwalen. Een ander verbandje is Katherine Moss, die weer dapper(e) tranen laat. Het serene intermezzo waarin ze zichzelf hervindt is zéér welkom. Het moest geen intellectuele lulletjes-film worden immers. Of nou ja...

dinsdag 28 juni 2016

Amour Fou

'Als ons de democratie maar bespaard blijft.' Met een Wilders die 'hoopt' dat zijn revolte 'zonder geweld' kan plaatsvinden, zou je de Pruisische rijken van begin negentiende eeuw bijna gelijk gaan geven. Tijdens hun soirés wordt de staatsrechtelijke omwentelingen druk bediscussieerd. Het is een intrigerende periode. De Verlichting sjokt op de laatste benen, vlak voor het Volk verschijnt. Eigenlijk een tijd die je te weinig in de cinema ziet. Mij schiet alleen Woyzeck te binnen. Zou Emilia Galotti ooit verfilmd zijn? Hausner's Amour Fou heeft dezelfde ironische touch. Achter alle politiek sluimert onzekerheid. Eenieder moet zich heroriënteren. De brave belastingbeambte (nu voor iedereen!) maar ook zijn verveelde huisvrouw. En wat te denken van de ontzettend grappige Romantische dichter, met zijn 'wurden Sie mit mir sterben wollen'-pose. Alles wordt in Roy Andersson-secuur gestileerde decors in beeld gebracht. Kunstige set pieces, net als de blommetjes die de huisvrouw schikt. Haar twijfel groeit. 'Het is vreemd een ziekte te hebben die misschien geen ziekte is.' Dichter Heinrich ziet de kans. Jammer dat hij tijdens de enige voice-over niet gewoon recht in de camera spreekt, voor nog meer Befremdung. Ik hoopte op een einde vol demasqués, maar stiekem is Amour Fou – ondanks alle grimlachjes – echt tragisch. 'Innerlijke pijn, innerlijke pijn.'

Mountains May Depart

'Niemand blijft je hele leven bij je.' Ontworteling en morele leegte in het Chinese hyperkapitalisme. We kennen de thema's uit het het veel betere A Touch of Sin, maar het blijft boeiend. De eigen hand van Zhangke is weer goed zichtbaar. Hij gaat breeduit, en knalt er vol in. De twee films vormen ook echt een paar, al ruilt hij de actie hier in voor melodrama. In het openbaar huilende Aziaten: da's nieuw, of zo lijkt het toch. (Bijwerking van de moderne tijd?) Mountains May Depart bestrijkt een fikse periode. Het begint allemaal in 1999. Toen China nog enigszins op het oude China leek. Koolmijnen en sappelende werkers. Twee kerels willen dezelfde vrouw. De een is rijk, de ander arm. Een flits of twee heeft dat nog iets liefs. Ik dacht: dit wordt de Chinese Jules et Jim. Maar dan begint de ellende al te broeien. De kalme, fraai gekleurde shots worden beklemmend. De kerel met de centjes is een driftkop, de arbeider een goedmoedige grapjas. De vrouw kiest dus voor optie 1... Ze maakt de berekenende keuze, passend bij de nieuwe tijden. In het vervolg scheurt Zhangke met grove streken langs personages en nakomelingen. Hij is niet bang aangelegd, maar elke gewaagde keuze pakt net niet helemaal jofel uit. Zo is er een curieus futuristisch slotdeel. Daar merk je weer waarom filmmakers graag het verleden induiken, maar hoe huiverig ze zijn om de 'toekomst te hervinden'. Moeilijk.

Love & Mercy

'No way out...' Diepe, melodische zucht voor Brian Wilson. Op zoek naar de bevestiging van pa belandde hij jaren te laat bij een al net zo strenge vader-figuur. De psycholoog. Voor die tijd had Brian geprobeerd weer kind te worden, en in bed liggen wachten op de dood. Dokter Landy (een heerlijk vileine Giamatti) zal best wel wat resultaten hebben geboekt, maar iedereen weet hoe het afliep. Eigenlijk zit in die episode een rücksichtslos fysiek meesterwerk van twee uur. Love & Mercy blijft echter lievig en Hollywood-voorzichtig, en probeert álles aan te stippen. De beste scene (met het beste shot) zit zowaar in het retro-deel. Daar waar de wortels liggen. Brian (een pafferige, zeer goed gelijkende Paul Dano) speelt God Only Knows op de piano. Pa luistert. Stopt een pijp. En brandt af. Even zien we de twee van een afstandje. Een hele kamer tussen hen in. Een hele wereld van niet-gegeven en nooit-gekregen liefde. Love & Mercy heeft wel meer van die kille shots, maar toch ook weer nét niet genoeg om een echte arthouse-film te worden. Zo blijft de film wankelen. En dat is eigenlijk wel zo toepasselijk. John Cusack (die op zichzelf-lijkend de oude Brian speelt) kijkt een film lang uitgeblust. Dat vuur, dat was na Smile echt verdwenen. Zo poolster-helder schitterend als Pet Sounds werd het nooit meer. Zou 'Bri' de film zelf hebben durven kijken? 'These things I'll be until I die.'

maandag 27 juni 2016

Respire

'Waarom vergeef je hem toch altijd?' 'Ik kan niet anders.' Het blijft pijnlijk om te zien hoe ellende, ellende voortbrengt. Gebroken gezinnen zorgen voor gebroken mensen die weer gebroken gezinnen krijgen. Schema's worden in stand gehouden. Patronen doorgegeven. Te weinig liefde tijdens je jeugd? Hop, daar zijn zelfopoffering en afhankelijkheid al. Respire is een psychologische thriller, die het voor elkaar krijgt om tegelijkertijd ééndimensionaal en toch heel menselijk te zijn. (Misschien hebben rauwe emoties altijd iets plats?) Op zichzelf is de film een gemeen kat in het bakkie voor de cinefiel. Overduidelijk vanaf de eerste seconde. Op de middelbare verschijnt een nieuw meisje. De Scarlett Johansson-achtige schoonheid palmt haar haar muizige tafelgenote snel in. De vamp (met eigen krasjes) vertelt meteen maar een anekdote over leugens. De kijker weet: die liegt zelf. Later legt de biologie-les het er ook dik bovenop, met een flits over uitzuigers en parasieten in de dierenwereld. Het arme slachtoffer raakt verstrikt in een 'girl crush', een reflex die dus perfect uit haar gezinssituatie valt te verklaren. Haar jonge moeder wist ook nooit beter dan zichzelf wegcijferen voor de dominante machten. Dochter voelt dat het anders kan. Maar hoe? De hoofdrol (van Josephine Japy) is hyperventilerend sterk. Verstikt in woede kamt ze haar haar. Harder, harder, krak.

Dragon Inn

'Geef die lui een begrafenis, en mij een kopje thee.' Superstraffe Taiwanese knok-en-gá-film. Onnavolgbaar ook. Maar dat hoort zo. Je weet niet wat je meemaakt, maar je maakt wat mee. Het intro probeert nog wel enige uitleg te geven. Het jaar is 14**, eunuchs en creepy facties regeren China. De leider heet Mao Zhao Xang! Zou dat nou toeval zijn... De blonde eunuch in een Zeeuwse blommetjesjurk blijkt uren later een Verhoeven-schurk pur sang. Waanzinnige extravaganza. (Tussen de gevechten door krijgt hij nog even wat doping toegediend.) Een verzameling Western-loners probeert een verbannen familie tegen het regime te beschermen. De meute trekt naar de outback, ergens aan de woestijngrens met het Tatarenland. De meest opvallende 'goeie' is een Lugosi-intense kerel. Hij kan díngen met chop sticks... Zo zit elk gebbetje dat je je bij een Aziatische matfilm kan voorstellen hier wel in. Lollig, maar vaak ook scherp. Er zijn wonderlijke en vooral plotselinge momenten van magie. Een Tarantino power girl raakt gewond en, bam, één snel shot later wordt ze in een Rembrandtesk licht sereen verzorgd. (Een van de mannen houdt er een spiegeltje bij.) Ook de uiterst gevarieerde soundtrack zorgt voor fraaie momenten. Schaduwen bereiden zich voor op het laatste gevecht. En dat laatste gevecht is ráák. Koele zonnekleppen trouwens.

P'tit Quinquin

'Roulez Carpentier!' Scheuren én gieren met Dumont. De geschifte Franse regisseur was zeker blij terug thuis te zijn. Lekker stoken op het aftandse platteland rond Boulogne-sur-Mer. Je moet echt een héél domme agent zijn als je daar te werk worden gesteld. De wandelende neurose die zich commandant noemt, heeft in de verte nog wat van Einstein. Alleen dan wel met het brein van het achtereind van een koe. Samen met zijn meer filosofisch ingestelde collega Carpentier moet hij op zoek naar de mede-idioot die lichaamsdelen in koeien verstopt. Wat al met al niet zo'n moeilijke zaak lijkt. Of wel? 'We belanden nu in het domein der rede.' Het oenige tweetal wordt continu gadegeslagen door een echt streekproduct. De kleine Quinquin. Een jongen van tien met een hoofd van een bejaarde. Quinquin is een echte Audio Bully, met rotjes en racisme. Nederlandse toeristen opgepast! Houd maar eens níet van 'm. Crossend door zijn zomer, meevarend op zijn meewaren. En altijd die licht geamuseerde trek rond de hazenlip. Meer dan ooit maakt Dumont met deze heuse 'mini-serie' een echte satirische komedie. Soms is dat nog een beetje zoeken. Zo ontaard de kerkdienst in Kamagurkeske flauwigheid. ('Spuuglok' anyone?) P'tit Quinquin is zeker geen Aurora, waarin de leegte in een keiharde klap uitmondt. Grimmig gniffelen blijft het wel. 'Exterminer Carpentier!'

zondag 26 juni 2016

Cop Car

'Do you know how to drive?' 'Yeah I know. Mario Kart!' Dan slaat de motor aan... De twee leukste grappen uit Cop Car zitten in dezelfde minuut. Twee schoffies (één stoer, één cavia-eigenaar) zijn van huis weggelopen en ze vinden een politie-auto. Na wat gefilosofeer ('soms laten cops lege cop cars achter om mensen te foppen') kruipen ze er toch maar in. Vroem! Colorado is een ideale staat om als tienjarige rond te karren. De wegen zijn lang en leeg (maar niet plat!). Zo'n onzin uitgangspunt kan natuurlijk enkel genre bendin' plezier opleveren. Probleempje: wáár blijft die metal op de soundtrack dan!? Jammer dat op muzikaal gebied geen echt gekke keuze wordt gemaakt. Kevin Bacon heeft de juiste clowneske toon wél te pakken. Gladjes mager schmiert de smeris door het gammele, pseudo Coen bros-scenario. Druipsnor met restjes coke erin. En maar sniffen en snuiven. Ware dit een Japanse film geweest, dan overheerste schaamte. Een cop mag never nooit zijn equipment verliezen, denk maar aan Straw Dogs. Maar dit is Amerika. En transcendentie en 'elevation' komt in die contreinen maar op één manier. Heel veel geweld. Ergens vond ik 't toch weer jammer. Ik zag ook wel een komedie voor me waarin de jongetjes road movie-en, en de agent (per intercom) ze als een surrogaat-vader op andere gedachten probeert te brengen. Wishful thinking.

La Chambre Bleue

'Encore des mots.' Matthieu Amalric, hij blijft een fijne, kleine man. Liggend in de gigantische armen van Lea Drucker lijkt het net een heel oud, fragiel jongetje. Het is absoluut het beste, meest Freudiaanse shot van zijn eigen film. Helemaal wegkruipen in een vrouw. Tot je oplost. Niets worden. Een vleugje gevaar valt daar al te bespeuren. Le Chambre Bleue is immers stijlvol, sexy, Simenon. Waar de Dolan-invloeden uit het intro helaas niet écht worden doorgezet, is de Simenon-vertelling uiterst afgewogen en precies. Noem het een Bach-etude in bloedvorm. Amalric, de man die het allemaal voor elkaar had, raakt verstrengeld in zijn eigen lusten en ambities. Een vrouw die hij ooit níet wilde. Een vrouw boven zijn stand. Maar nu kan het. Het personage van Amalric heet Gahyde. Een hint? In het warme kamertje naast de apotheek kan hij zijn Hyde uitleven. Thuis met vrouw en kind is alles koel, wit en leeg. Een gigantische kooi. Voor zijn vrouw, maar zeker ook voor meneer Jekyll. Met chique sprongetjes worden we zo naar het onvermijdelijke geleid. De ontmaskering. De rechtszaak. Allemaal even koel geregistreerd, en van een grimmig realisme. (Met name in het forensische politiewerk.) Intussen gaat Amalric indringend kapot. En zijn vlam. Ze lacht minzaam. 'Het leven is heel anders als je leeft, dan wanneer je erop terugkijkt.'

Night Train

'Kijk daar op die heuvel, ze nemen hem mee.' Bijzonder elegant Pools drama. Met een van de allerbeste filmlocaties. Nee niet die heuvel. De trein. Dat combineert de voordelen van een hotel (de grote cast!) met het gevoel van transitie en beweging. Na een nog wat olijk Agatha Christie-begin heeft Night Train al snel de juiste Franse boemelslag te pakken. De muziek zucht van oehoehoe, de vibrafoon wordt zachtjes gestreeld, de sigaretten kringelen, en de mensen zijn mooi. Verrek, de trein zélf is mooi. Het ijzeren kolos moet toch een van de stokpaardjes van de Poolse spoorwegen in de fifties zijn geweest. Het ding ziet er bepaald niet goedkoop uit. Gaandeweg de reis richting kust wordt ons af en toe een sereen kijkje naar buiten gegund. Binnen flirten babbelkousen, staren vieze mannetjes naar achterwerken. Anderen broeden achter zonnebrillenglazen. Night Train heeft de vinger goed aan de pols van de klassen en standen. De film maakt zelfs even tijd voor een Buchenwald-dialoogje. Dat Agatha Christie-intro was er trouwens niet voor niks. Een moord uit de krant wordt besproken, opties afgewogen, relaties afgebroken. Terwijl de nacht valt lijkt de vrede dichtbij, maar dat is maar voor even. In de vroege ochtend volgt de beklemmende ontknoping. Symbolisch en religieus zonder  in oeverloze metaforen te verdwalen. First class film.

zaterdag 25 juni 2016

National Gallery

'Your excellencies, why not have an anamorphic skull? Feestje voor knappe koppen en cultuurwetenschappers. Very, very learned people dus! Drie uur lang dwalen we door, voor en áchter de schermen van de rijkgevulde National Gallery te Londen. Nu zou ik iets clichématigs kunnen zeggen als: de plaatjes spreken voor zich. Maar interessant is nu juist hoeveel moeite er wordt gedaan om vóór de plaatjes te spreken. Het zijn de gidsen die de film vullen met hun enthousiasme. Zoals de vrouw met de lisp die over Holbeins doodskop orakelt, maar eerder nóg beter op dreef is, wanneer ze PP Rubens' Samson en Delilah tot leven brengt. Achter de schermen zoeken de managers naar 'het verhaal dat we willen vertellen richting end user'. Gelukkig is de main boss een ouderwetse snob. In een leuk meta-momentje filmen Frederick Wiseman en zijn crew een ándere tv-crew die de curator van de grote Leonardo-expo filmen. Het is nog net geen Verkade-effect. Zoals elk museum van enige statuur houdt de National Gallery zich ook bezig met reparatiewerken. Wiseman houdt duidelijk van de ambachtelijke kant van de zaak, hij gunt ons vele restauratie-inkijkjes. Codewoord: no retouching! De vernis of geen vernis-discussie is van alle tijden. Eastlake moest ooit het veld ruimen toen de geliefde bruine kleur van de schilderijen ineens was verdwenen...

Tangerine

'What the fuck is this?' 'It's a pussy.' Het gewone wordt ontzettend lollig in de wereld van transgender-omkeringen. Wat zijn die ineens 'en vogue' trouwens! Misschien bewonderen mensen de ultieme maakbaarheid? Dat je je zélfs niet meer laat belemmeren door je geslacht. Be yourself weet je wel. Soms lijkt het ook wel een een excuus om lekker gek te kunnen doen. De dames die op de straten van Los Angeles hosselen, leggen het er erg dik bovenop. 'I know I ain't special, but I'm his bottom bitch for the last two weeks, bitch!' Wat zou een feminist van al dat ge-bitch vinden? Tangerine maalt verder niet om politieke correctheid. Terecht niet. De film swingt als een opgevulde en opgepepte tiet. Turbo-tempo aan en gaan. Ook de muziek beukt er in Spring Breakers-stijl stevig op los. Het verhaaltje over twee geweldig guitige donkere diva's die al kibbelend richting kerstavond zwieren, wordt doorsneden met een Armeense taxichauffeur. De kerel heeft een ding voor dit 'andere' soort ladies. Naarmate zijn verhaallijn die van de hoofdpersonages nadert, wordt de muziek heel slim ook wat oriëntaalser. Uiteindelijk staat de hele club bij de Donut Time elkaar al schaterend en schmierend de huid vol te schelden. In true christmas spirit, zogezegd. Uitgeraasd gaan de pruiken af. The Trip is over. Heel even... Twee melancholische mannen bij de laundromat.

Hard to Be a God

'Fuck you theorist!' De favoriete film van Herman Pleij? Absoluut wanstaltige middeleeuwse waanzin – een echt feces feestje – al zijn er ook genoeg grapjes over 'de renaissance'. De mensen zitten daar duidelijk niet op te wachten. Fuck de vooruitgang. Wat is er mis met de grote, gore kliederboel? Hard to Be a God is pure fantasy, het was me lange tijd niet eens duidelijk of de film zich op aarde afspeelt. (Nee dus.) Het werk dat er in moet zijn gestoken om al die rituelen op poten te zetten! We volgen een plaatselijke 'god', op zijn dagelijkse rondes. Hij drinkt wijnen, bepotelt kale wijven en, hop daar laat hij een slaaf vrij. 'Die zat sinds zijn 3e aan de ketting'. De gevolgen zijn absurd. Na een tijdje komt de politie de 'Don' arresteren. Of nou ja, ze doen een halfslachtige poging daartoe. Veel lijkt er niet te veranderen. De goddelijke kerel is duidelijk een van de sterkste kerels in een maatschappij vol misfits, maar wat hij nu precies met die machtspositie moet? Hij weet het zelf niet, zelfs niet in een wereld vol (en van) oliedommen. Arkady en Strugatsky (wat een prachtnamen) zullen er in hun boek vast iets duidelijker over hebben verteld. In drie uur film wordt de de chaos wel wat vermoeiend. Alsof zo'n film geweldig leuk is om te maken, nog beter om in te acteren, maar om ernaar te kijken... Uithoudingsvermogen bittere noodzaak. Ze zouden er ook best een toffe RPG game van kunnen maken trouwens. De mist verschijnt al.

vrijdag 24 juni 2016

The Kindergarten Teacher

Altijd fijn, een film die je ergens over laat peinzen vóór het in de film zelf ter sprake komt. In dit geval het 'intrinsieke' multi-culturele gehalte van Israël. De joden komen overal vandaan. (Klinkt meteen 'vreemd' hè?) En ja, ze zien natuurlijk precies van elkaar waar hun wortels liggen, en er wordt volop onderscheid gemaakt. Op het strand leert de kleuterjuf haar pupil de verschillen herkennen. Wat het tedere scenario daar precies mee wil zeggen? Geen idee, maar dat er metaforische dingen aan de hand zijn is overduidelijk. Haar vijfjarige leerling is namelijk een geboren dichter. Een symbolist pur sang. Het leven uít een kinderbrein. Toepasselijk verdwaasd gedeclameerd door het kereltje. (Iemand stond 'm vast buiten beeld te souffleren.) En de kinderjuf, zij ziet de profeet in een gevaarlijke wereld. Op de speelplaats moet het jonge 'genie' 'Maccabi Tel Aviv hatesongs meebrullen met zijn beste maatje, en lijkt het speelkwartier alvast een voorbereiding op de drill life later. Maar binnen heerst een serene rust. De kinderjuf wurmt zich ongemakkelijk gemakkelijk een gezin binnen om haar oogappeltje te kunnen strelen. Het is de opmaat tot een Grunbergiaans mid-life-crisisje dat misschien nét iets te lief blijft. (Wij zijn Oostenrijkers gewend...). De vrouw schippert van hoop naar wanhoop en van man naar man. Wat zou ze tegen haar echtgenoot hebben gezegd op dat soldatenfeestje? Raadsels voor een ziener.

Pictures of the Old World

'Wat is het meest waardevolle in het leven?' 'Droefenis, want dat is alles dat ik ken.' Slowakije anno 1970. Zolang je geen auto spot kan het met gemak 1870 zijn. De camera als tijdmachine. De microfoon als een mysterieus object. Bejaarden zetten het ding nieuwsgierig aan hun oor. Ze horen hun oude oor ruizen. Regisseur Hanak portretteerde de haveloze en tandeloze plattelanders. Het communistische regime wist geen excuus verzinnen om een en ander te verbieden. De armoede straalt eigenlijk ook een verbijsterende kracht uit. Een man die al vijfentwintig jaar op zijn knieën het werk op zijn boerderij doet, nadat een wagen zijn benen verpletterde. 'Ze hadden een film over me moeten maken.' Hij heeft zijn flits gekregen. De ellende wordt weggespoeld met wijn en muziek. Pictures from the Old World is ook musicologisch een fijn document geworden. De mannetjes zingen de longen uit het lijf. Met een kleine zeventig minuten duurt de docu echter veel en veel te kort. Er zijn zoveel scenes die zoveel langer hadden mogen duren. Het mooiste moment is verrassend modern. Totale melancholie. Ineens verlaten we het aardse, de jaren van de ruimtevaart werden zelfs op de meest gammele hoeve met verwondering gevolgd. Je leeft met 2 kippen en een koe in een schuur, je baggert de drek. En ondertussen droom je van Gagarin en de Amerikanen. 'Ze wilde me niet toelaten zonder astronautenpak.'

Queen of Earth

'What's it like having all the answers, all the time to everything?' De naam Alex Ross Perry doet al een tijdje de ronde als een rotonde, maar ik had nog niks van hem gezien. Deze eerste kennismaking mag er zijn. Intellectueler dan verwacht ook. Perry heeft de Franse cinema grondig bestudeerd, zonder helemáál in luxueuze retro te vervallen Net als bij Baumbach zit deze praatfilm vol onsympathieke mensen, die herkenbaar met zichzelf en elkaar worstelen. De hoofdpersonages vormen elkaars negatief. De brede blondine en de skinny brunette zijn echter wél allebei in het bezit van eenzelfde mumblecore-pruillipje. De twee kibbelen dermate intiem dat het wel zussen lijken. BFF's dus... Maar in hoeverre je nog van 'best' of 'forever' kan spreken? De blonde kunstenaarsdochter heeft net haar vader verloren, een litteken dat Perry heel wijs nauwelijks invult, maar dat precies genoeg prikkelende Rayon Verts werpt. De man was suïcidaal en 'he ripped everyone of'. Zou dochter 'm achterna gaan? Haar donkere vriendin is vooral goed in het aanstippen van andermans problemen. 'Wanhopige mannen zijn zó onaantrekkelijk.' Hun vervelende zomer wordt door Perry doorsneden met de vórige, toen alles nog 'goed' was. De trigger voor de crisis zonder catharsis is een kerel met de ironische naam Rich, het uiterlijk van Goldblum, en een rake theorie over barstende bubbles.

donderdag 23 juni 2016

The Boy

Herten en eenzaamheid, ze komen alleen samen tevoorschijn in de cinema. Eigenlijk wel logisch. De ritselingen van het edele dier kun je enkel spotten wanneer het héél rustig in je leven is. De setup van The Boy verschilt niet veel van het prachtige Shell. Een vader en zijn kind, tezamen in het niets. In Shell runden ze een Schots tankstation, hier een motel ergens in de Amerikaanse bergen. Het motel is echter wel de cruciale hint. Motels roepen immers weer andere associaties op. Gevaar. Geweld. Unheim. Het kind wil weg. Nog geen puber – misschien dat hij het motel dán wel leuk zou vinden met alle 'weird adult stuff'. Nu houdt hij zich vooral bezig met levende en dode beestjes. Ook pa gaat onderuit als een dood beest in een dood motel. De mondhoeken van de Droopy depressieveling staan maar in één stand. Toch zijn de twee samen wel lief, hun eenzaamheid bestrijdend met kleine rituelen. Maar soundtrack-componist Hauschka kondigde het met zijn Hermannesk piepende en krakende violen allang aan. We gaan in horror stijl eindigen. Dat gaat met horten en stoten. Ik kreeg het vermoeden dat er een kort verhaal wat al te fanatiek tot twee uur werd opgerekt. (Het bleek later een 'chapter' uit een boek). Zoiets merk je. De spanningslijn is niet gebouwd op klassieke horror-spanning. Wel op arthouse verveling. 'You stole my money!' 'It's called freezing your assets.'

A Jester's Tale

Prosit voor deze Tsjechbuckler. Middeleeuwse meligheid. Zou Mel Brooks 'm hebben gezien voordat ie Prince in Tights maakte? Toegegeven, zó flauw wordt het niet. Maar het scheelt bar weinig! Zo serveert men erwtensoep tussen de knokpartijen door, en zien we cipiers die in kerkers door de grond zakken. (Helaas gooit de gevangene hem zijn sleutels niet na... Pok. Au!) Mijn favoriete moment is het 'attentie ter aanval'-signaal, dat heeft meer weg van een heus hoornconcert. De sterrenhemel schittert er melancholiek bij. Het romantische uiterlijk van de film is sowieso een absolute pré. Die Tsjechoslowaken kunnen knutselen. Achtergronden van gegraveerde land-kaarten, met poppetjes die de 'winds of change' aanwakkeren. Allemaal even kneuterig als charmant. Wat zou het leuk zijn als iemand nog eens een film in déze retro-stijl zou maken! Aan een samenvatting ga ik me maar niet wagen, maar in elk geval belandt een boerenkinkel in het outfit van een prins. Met alle gevolgen van dien. In het kasteel heeft hij last van vele éérdere verloofden van de verwaande prinses, terwijl hij toch meer voor zijn eigen nar voelt. Een goede Tsjechische film kan niet zonder sixties-blommenmeisje, en met belletjes rinkelt dat nog net wat leuker. Als de problemen te groot worden komt de kasteel-nar zijn collega snel te hulp. ls Als het moet met een Buurman & Buurman-poppetje.

Beyond the Black Rainbow

'Night mode. Rest peacefully and reflect.' Onevenwichtige maar coole sci-fi voor alle Geogaddi-fans. Het intro zweeft naar binnen als een BoC-interlude. Het aftandse health institute-filmpje zit vol bezwerende stemmen en stokoude synths. De sfeer is zo beklemmend dat het verschijnen van de filmtitel haast een hinderlijke distractie wordt. Beyond the Black Rainbow doet niet in concreet namelijk. Niks plot. Dit is Ex Machina gestript van alle actie-elementen, en ook van het naakt. Wel wordt er wederom aan 'de vrouw van de toekomst' gebouwd. 'Your readings are relatively stable' zegt de enge prof, terwijl hij het arme kind hypnotiseert. (Of zij hem? Of beide elkaar?) Na het eerste kwart begint de film wel wat onder haar eigen minimalisme te lijden. Het tempo sjokt sloom, de sprekers zijn sloom, de muziek is stiekem ook wat sloom (met van die eindeloze één noot synth-errupties.) Gelukkig volgt dan de wending naar totale waanzin. We duiken Under The Skin. Alle huiden en helmen worden afgeworpen. Ik dacht ineens: dit is het verhaal van die motorrijder. Een man die het einde van Alles heeft gezien. Eindelijk mag ook het meisje haar magische Black Moon-ding doen. De slotscene is dan weer wel flauw, en letterlijk lachwekkend. Off én on screen. Dan liever nog eens denken aan de tunnel of love. 'Take home the mother lode, Barry.'

woensdag 22 juni 2016

Buzzard

'Welcome to the party zone.' Zelden zo'n pijnlijk grappig komedie gezien. En blijkbaar toch precies binnen mijn grenzen der genantie, want geenszins de neiging de trui over het gezicht te trekken. Het begint nog Office style-cool. Ik bedoel, op kantoor is iedereen een dork. Dat hoort er een beetje bij. Geleip in en om de 'cubes'. Collega's met 'hippe' mix cd's, kleinschalig gesjoemel met de nietmachines. Metal op de walkman. (Films met ekte ekte metal zijn trouwens vaak genrebendin'...) Het hoofdpersonage vormt een combinatie van metal dude en nerd. Zijn hobby: oplichterijtjes. Zo'n man die altijd naar klantenservices belt. 'Door omstandigheden' moet onze anti-held in de kelder van een vriend, pardon, 'work friend' schuilen. Daar gaat de film écht goed los. Dork Derek (de co-worker) overleeft bij pa op een dieet van buritos en bugles, Nintendo en Megadrive. Nu hij eíndelijk een kompaan heeft kan het feest beginnen... Toch? Treurigheid extraordinaire. Buzzard bevat sowieso de beste chips-eet-scene aller tijden. En het scenario is nog vernuftig ook, want na de (kantoor)komedie sijpelt langzaam maar zeker een mumblecore-tragedie de film binnen. De metal dude kan rennen als Lavant, en met elk stap in de buitenwereld worden de problemen groter, zijn oplossingen bruusker en zijn eigendunk pijnlijker. Een film met lef bovendien, want het einde grijnslacht heerlijk immoreel.

Sofia's Last Ambulance

'There are so many good deeds left unfinished.' Zing de Ambulance Blues, samen met Mila, Krassi en Plamen. De verpleegster, de dokter en de chauffeur. Bro's for life. In alle opzichten. Perfect op elkaar ingespeeld, de ellende bestrijdend met grapjes, cynisme en kennis van zaken. In de Italiaanse docu Sacro GRA zaten al een paar vergelijkbare flitsen. Sofia's Last Ambulance concentreert zich volkomen terecht de volle tachtig minuten op de broeders. Sofia vormt een desolate setting, met maar uiterst zelden een lichtpuntje. In een buitengebied schemert de avond sereen. 'We zijn in Italië!' (Tegelijkertijd lijkt het daar nóg wat linker.) Bulgaarse toestanden, dat betekent ook: achteloze corruptie. Mensen die je met een smoes bellen om hun bejaarde vader af te voeren. (Eventueel tegen een kleine betaling.) Het Roemeense tranendal The Death of Mr. Lazarescu werpt dan een schaduw. Regisseur Metev houdt de patiënten zorgvuldig buiten beeld. Elke glimp die we wél zien, wordt daardoor huiveringwekkend. Elk geluidje indringend. Het doodsgereutel, de verkrekte stemmen. De Lijmsnuiver. Het Been. Maar bovenal is deze heerlijke docu hartverwarmend, dankzij het keiharde werken van het onvergetelijke drietal. Ter afleiding leven ze wat kwajongensdromen uit. Appeltjes gappen, en scheuren met die kar. 'Ik ga je straks valium voorschrijven Plamen!'

Me and Earl and the Dying Girl

De middelbare school, ik droom er nog zó vaak van. Het ligt vast aan al die goeie high school films... Stiekem een van mijn favoriete subgenres, ook al zijn ze allemaal hetzelfde. Altijd maar weer die application letter voor het college. De twee uur daartussen worden de wijsheden vergaard. Me and Earl and the Dying Girl voegt één ingrediënt toe aan de mix. Kanker. Da's makkelijk scoren, maar het werkt wél, dankzij een intrigerend Portman-meisje. Net als in Perks of Being a Wallflower en The Spectacular Now is de afdaling in de psyche alleszins geloofwaardig. Mokken op je moeder, terwijl je vriendin lijdt. Wel moet gezegd dat -  vergeleken met de eerdergenoemde toppers - de dingen het hoofdpersonage hier overkomen, meer dan dat hij ze werkelijk doorleeft. Maar zo uit zich misschien ook de subhuman state die hij zelf propageert. Hij wenst slechts te observeren. Geleerd van pa, die de depri socioloog en Herzog-fan uithangt. Zoonlief benadert school al even sociologisch. De ontleding der groepen. Hij hoort zelf bij de kids die altijd bij de leraar hangen. Een groep die alleen in films bestaat... De coole leraar verwijst zelfs naar Ding-a-dong! Sowieso dit een postmodern feestje van coole namedrops. Enkel Turks Fruit ontbreekt. Wel worden er in Be Kind Rewind-style parodieën geproduceerd. Titels: The 400 Bros, Breathe Less en... mijn favoriet: 12:48 PM Cowboy. Moeilijk om niet van zo'n film te houden.

dinsdag 21 juni 2016

The Offence

'Silent, empty, people dying.' Een agent in crisis. De trigger? A missing girl case. Wat anders. Bruno Dumont is altijd dichtbij in deze waanzin. Wat een goeie, smoezelige hoofdrol van Sean Connery, die stoer genoeg was om tijdens zijn Bondjaren de nek uit te steken. Hij dwaalt door aftands, oud Engeland. Altijd maar die regen. Regisseur Lumet en scenarist John Hopkins pellen een brein af. En zoals folk hero Tom Russelll zong: 'Scratch the surface from most men out here, and you'll find two men hiding underneath.' Dit ruikt naar Jekyll & Hyde-thematiek, vermengd met de frenzy van Hitchcock. De lampen van het politiebureau branden almaar scheller. Kijker én Sean worden langzaam draaierig. Vertigo-spanning vanaf het ambient begin. Alles gaat onherroepelijk mis. Buiten zoeken tientallen agenten naar het meisje. Zaklampen in de schemering. Sean knipt de zijne uit, en vindt prompt het meisje. In dé scene van de film probeert hij haar gerust te stellen. Maar zijn tederheid lijkt wel gewelddadig. De parallel is overduidelijk. Het meisje vínden, neigt naar betrapt worden. Heeft Sean ook geheimen? Of is dit de schuld van iedere man met zondevolle gedachten? In true Hyde-stijl, krijgt de echtgenote er prompt pijnlijk van langs. 'Breasts and thighs, blood and pain.' Het tweede uur is een fraai gestructureerd, maar wel wat tonelig exposé richting de schaduw van een oplossing.

The Salt of the Earth

'We zijn extreem gewelddadig. Onze geschiedenis is er een van oorlogen.' Heel stilletjes het jaar uit met de Braziliaanse fotograaf Salgado en de Duitse regisseur Wenders. Beide spreken een uiterst charmant Frans, een zeer begrijpelijk middelbare school-taaltje met een lichte twist. Wenders wordt door de familie Salgado ingevlogen om een docu over pa Sebastiao te maken. Zoonlief helpt mee, wat Wenders de kans geeft om briljante babyfoto's te tonen. 'Zie hier mijn toekomstige co-director.' Toch valt er verder weinig te glimlachen in de wereld van Salgado. Niet alleen is diens ándere zoon gehandicapt, ook op macro-niveau gaat alles kut. Salgado was een van de eersten die de Ethiopische hongersnood en de Rwandese genocide vastlegde. Hij deed dat in Dreyeriaans bijbelse foto's. Iconisch holle blikken. Er schijnt een hemels licht op onwaarschijnlijke ellende. Het middendeel van de docu is werkelijk hartverscheurend. (Ook omdat Winders het in de stijl van Sebastiao perfect kadert). Na Rwanda gaat de fotograaf, niet geheel onbegrijpelijk, door een crisis. Hij vlucht naar de beestjes. De wijsheid van een schildpad. Zijn foto's worden minder boeiend NGC-materiaal, maar zijn leven gelukkiger. Echt in de diepte gaat de docu verder niet meer. Deze avonturier deed wat hij deed. No questions asked. En waarom ook Freudiaans peuren als je oeuvre zo'n goudmijn is? Zonder cynisme.

Crossroads

'Where I come from, you don't blow no harp, you get no pussy.' Grappig is deze film zeker. Toch geef ik de voorkeur aan de LP van Ry Cooder. Crossroads is een moderne Robert Johnson-fantasie, maar het scenario ontbeert de ware liefde voor de blues. Dan had je het gevoel gekregen dat de mákers uren in stoffige archieven naar krakende opnamen hadden zitten luisteren, in plaats van dat hun personages moeten doen alsof zíj dat hebben gedaan. Eigenlijk is het eerder een lievige John Hughes-fantasie (van Walter Hill!). Een Juillard-menneke met die ultieme jaren '80-mat speelt liever de blues dan Mozart. Hij dringt zich op aan een oude 'bluesneger' (Joe Seneca, onvergetelijk in The Verdict) die in een bejaardenhuis verpieterd. De man heeft geen goed woord over voor het knaapje. 'Waar kom je vandaan?' 'Long Island.' 'Hahaha'. Na wat gesteggel, gaan ze alsnog samen op pad. Op naar down south, letterlijk en figuurlijk. Want een bluesman moet zijn 'whip' kunnen gebruiken. De kus dient zich zonder enige romantische build-up an, en hetzelfde geldt voor de muzikale scenes. Weinig noten-kippenvel zo. Gelukkig is 't einde wél leuk, en tekenend. Een film over Robert Johnson kan niet zonder metafysica, maar blijkbaar ook niet zonder Steve Vai! Een potje shredden. Moeten we dat nog blues noemen? blues? Of white man's wankery. 'Ain't nothing ever as good as we want it to be.'

maandag 20 juni 2016

Lost River

'He's also available for children's parties.' Grimmige lolletjes met Ryan Gosling. Ik zag laatst een Mickey Mouse Club-filmpje. Gosling stond er al bij. En ik maar denken dat ie selfmade indie was. Gaan we verder niet snibbig of snobbig over doen. Met Lost River toont Gosling zich een man van smaak. Dit kan best een Dennis Hopperiaanse cult classic worden. Moet ie wel nóóit meer een film maken. Ik verwachtte een soort Knight of Cups, maar het is toch meer Lynch dan Malick, op wat armoede-shotjes na. Lynch lijkt me ook dieper tot de poriën van Amerika doorgedrongen; iedereen kan cruisen op die Twin Peaks-mood van foute nightclubs, bizarre vrouwen en tiener-verwarring. Gosling komt er ook mee weg, en Lost River is zeker beter dan de desastreuze recensies doen vermoeden. Ik vind 'm niet veel minder dan A Girl Walks Home Alone At Night. Beide style over substance, beide met een toffe electro-soundtrack. Hooguit is Lost River amateuristischer. Zoals Prins dat was. Half-af en met een vieze slechterik (hier met Ron Vlaar-hoofd). De bully rijdt door een leeg stadje, takelt koperdieven toe, terwijl de laatste lokalo's 'm peren. ('I love you and I will never forget you'.) De Lynchiaanse heldin belandt in een club dankzij de altijd fijn schmierende Ben Mendelsohn. Had mega-ster Gosling trouwens geen Lana del Rey-cameo moeten regelen?

Big Hero 6

'You have fallen.' De Japanse zorgrobot is zeer secuur. Mijn onrust-meters pikte ie vast ook meteen op. Er zou toch niet nóg een goeie computeranimatie-film zijn, dit jaar? (Na Inside Out.) Gelukkig niet. (Straks moet je ze allemaal gaan kijken...) Big Hero 6 begint nog wel erg leuk. Twee nerdy broertjes knutselen erop los. Beide hebben het gemis van hun ouders op hun eigen manier verwerkt. Oudere broer zorgt, jongere broer gokt en vecht (met bots). De setting: San Fransokyo, een sci-fi stad met het uiterlijk geleend uit Her. De film ziet er sowieso tiptop uit trouwens. (Daarin verslaat ie Inside Out wél). Het megabudget van Disney vereist echter ook een wat simpeler scenario. Ik wilde dat de twee broers in Miyazaki-stijl aan de wandel zouden gaan, samen met de robot elkaar healend. Maar dat bevat niet genoeg drama. Het zorgertje moet een vechter worden, door nóg wat naardere omstandigheden gedwongen. En zelfs een 'gewoon' vechtertje is niet genoeg. Dit is uiteindelijk wel gewoon een echte kinderfilm (en wat geeft het in dit genre?). Oftewel, we trekken een team zelfgeknutselde superhelden open en we kijken naar The Incredibles. (Er zit zelfs een schaatser bij, al is het hier geen Shani Davis.) De emoties keren pas weer terug tijdens het magische einde, met een blikje áchter de poespas. Even beyond the Wizard of Bots. Zwevend door een zwart gat.

Crimson Peak

'The horror was for love.' Ouwehands haunted huis-filmpje van Guillermo del Toro. Dat betekent dat we naar Victoriaans Engeland 'moeten', maar de film begint doodleuk in Buffalo, NY. In Amerika heerst het Moderne Kapitalisme al. Money wordt gemaakt, paranoia gekoesterd. Een architect leeft samen met zijn boekenwurmdochtertje (Mia Wasikowska) in een kast van een huis. Oók een prima locatie voor geesten, maar helaas vrijwel onbenut. Twee Engelse aristocraten (Oud Geld!) palmen de nerdette in, waardoor we na het matig geacteerde voorspel alsnog in Engeland belanden. Ondertussen druppelt de film nog wel wat na in de USA... Het scenario moet daar de arisch blonde good guy nog ophalen namelijk. De goeien zijn hier blond, de slechten zwart. Ik weet het, het hoort erbij, maar door het suffe begin ergerde het me. Gelukkig wordt het in het Engelse kasteel beter. Daar knutselt de baronet eigenhandig aan de Industriële Revolutie, omringd door gadgets en geesten. (Wax recordings in de kelder!) Hij wil zijn klei-mijn doen herleven. Het rode gravel plakt bloederig aan de muren, de machines barsten van de grinder potentie. Mia wordt er al iebel van, maar krijgt pas het laatste zetje van Jessica Chastain. Die máákt de film als bloedhete femme fatale, en zij is ook de enige reden dat het slot goed te doen is. Zij had werkelijk een most violent year.

zondag 19 juni 2016

Beasts of No Nation

'Ik wilde zeggen: ik ben óók moe, maar ik was zo moe dat de woorden niet uit mijn mond kwamen.' Het Warchild-verhaal. Niet zo heel vaak de hoofdmoot van een film, tegelijkertijd voelt het toch bekend. De horror van de kindsoldaat. De 'failed states' in Afrika. Misschien kwam het doordat ik in 2015 Congo van Van Reybrouck las, waarin ook een paar beklemmende passages uit het 'genre' zitten. (De schrijver bezoekt een hoge pief, die een stukje Congo controleert.) En anders heb je nog Wat is de Wat van Dave Eggers. Netflix-productie Beasts of No Nation is helaas niet vrij van wat Hollywood-sentimenten. Zo bevat de film een permanent zwijgend jongetje dat van een Disney-set komt... De gruwelen worden soepel gesmeerd door walmende hipster ambient. Vaak is het beter gewoon het ritselen van het gras te horen. Toch is Beasts of No Nation op momenten zeker aangrijpend. Het gevoel dat je leven – als je op de verkeerde plek bent geboren – elk moment totaal kan veranderen. Daar zijn de rebellen, daar gaat je vader. Hoofdpersoon Agu belandt zo haast vanzelf in een legertje van kindsoldaten. De film maakt de kameraadschappelijke aantrekkingskracht van de Lost Boys begrijpelijk. Beter een vangnet geknoopt met drugs en gekte, dan helemaal geen vangnet. Met een heuse Dub Warrior als commandant. Later wordt het rap minder leuk, zacht uitgedrukt...

Eisenstein in Guanajuato

Nu begrijp ik waarom deze Greenaway zo weinig aandacht heeft gekregen. De film is, hoe zal ik het eens zeggen, excentriek, zelfs voor een arthouse-publiek. Of moeten we grappen: ass-centric. Aan Greenaway's voorliefde voor piemels zijn we redelijk gewend, maar dit is zijn eerste échte gay-film. Inclusief De Ontmaagding van Sergei Eisenstein. Mensen mopperden over historische accuratesse, maar Greenaway concentreert zich vooral op Eisensteins hysterische editing. Het geeft 'm de kans op splits, cuts en dat alles liefst in drievoud. Een aardig trucje zijn de voorbij flitsende historische foto's, die bewijzen dat Eisenstein werkelijk van maffe poses hield. Het begin raast in totale waanzin heel vermakelijk voorbij. Eisenstein schudt zich eens goed uit onder de douche, en laat zich verzorgen als een Zonnekoning. Montezuma én de bronstige gids zijn de juiste mannen op de juiste plaats. Maar als de kijker gewend raakt aan de edit-achtbaan, gebeurt er in Mexico eigenlijk bar weinig. Eisenstein vertelt ironisch genoeg vooral over zijn avonturen op weg náár Mexico. Zo wordt het geen film, maar een college. Met wat expliciets tussendoor... Best geinig dat Greenaway hier – in tegenstelling tot Noe – blijkbaar wél goeie acteurs voor kon vinden. En zelfs op een plat schermpje verslaat hij met caleidoscopische shots de 3D Love van Noe met gemak.

Sicario

Je kon het een paar 'cop-films' terug geleden al aan zien komen. Die Mexicaanse drugsoorlog ging de grens over, en het zou mooie settings opleven. Nou ja, 'mooie'. Moordhuizen en martelpraktijken. Ik worstelde wel – wellicht wat overgevoelig – met de schijnheiligheid van Sicario. Het begint al met dat woord. Een strijder die in een ander land orde op zaken komt stellen. Dat lijkt me niet de gepaste omschrijving van de CIA. Het ongemak dat daardoor ontstaat heeft veel weg van die Osama Bin Laden-film. Sicario sputtert wel tegen dat de Amerikaanse tactiek niet werkt, maar iedereen doet wél lekker mee, en het resultaat is ook gewoon een lekkere actiefilm. Als het hart van het verhaal krijgen we een 'lokaal' agenten-duo. Een vrouw en een donkere man, dus die kunnen enkel goed zijn. De twee worden bij grotere operaties betrokken, en voor ze het weet ziet de vrouw Juarez. Een hellhole. De rouwdouwers om haar heen vinden het heerlijk. 'I'm getting a boner.' Brolin mag The Dude-sadist op slippers uithangen. Benicio del Toro is uitstekend als grijstintenman. Hij kan mee in de hispanics onder elkaar-scenes. De spanning rond de vrouw voelt verder wat geforceerd. Dan liever 'eyes on the ground', met zo'n smokkeltunnel. De mens is vanaf de geboorte gefascineerd door die dingen... Voorlopig blijft Miss Bala de beste Mexicaanse drugsfilm. Vileneuve moet nog even oefenen voor ie de nieuwe Fincher wordt.

zaterdag 18 juni 2016

Theeb

Tweede 'eastern' van het jaar. Een interessant 'nieuw' sub-genre. De western trekt naar het (Midden)-Oosten. Het werkt hier – net als in Loin des Hommes – weer goed, en zelfs nog wel wat authentieker. Hier geen blank hoofdpersonage, maar een verwend en nieuwsgierig sjeik-zoontje. 'Ik heb de zee nog nooit gezien.' Het jongetje woont samen met zijn broers (geen vrouw te zien, de hele film lang) ergens in de Ottomaanse woestijn. De trein is net gearriveerd, dus die transitie-vibe is daar. Om over het imploderen van het Ottomaanse rijk nog te zwijgen. Hoe veel meer 'in transitie' wil je het hebben? Een Britse soldaat komt koffie drinken met de lokale stammen. Hij is op zoek naar 'iets', hij heeft 'iets' bij zich, maar wie nu denkt dat de enige blanke van de film zelf een belangrijke rol gaat spelen, komt aangenaam bedrogen uit. Theeb is geen flauwige film. Jongetje Theeb krijgt het keihard voor de kiezen, in een paar indrukwekkende scenes die met Peckinpah kunnen wedijveren. Bandieten uitgeteld op kamelen, putten met 'bijzondere schatten'. Het enige waar de film niet op scoort is échte character development. Misschien ligt dat aan een zevenjarig hoofdpersonage. Er valt  niet echt een dialoog met 'm te voeren. Een erg groot probleem votmy dat niet. Het einde bij een Ottomaanse leger-post is zelfs beklemmend. Ze zouden er best een vervolg op mogen maken.

The Lobster

'There's blood and biscuits everywhere.' De humor van het coole The Lobster is een beetje vreemd, maar wel lekker. Soms knoerthard en cynisch, maar tegelijkertijd piekfijn gestileerd. Het kwam vast niet alléén door het dure hotel dat ik aan Wes Anderson moest denken. Wel een a-romantische en grimmige Anderson dan. Het verrassende eerste shot knalt letterlijk en figuurlijk. In een hotel in het prachtige Ierland verzamelen singles zich voor een dystopie. Ze hebben een x aantal dagen om een partner te vinden, anders volgt een gepaste sprookjes-straf. De gedistingeerde hoofdpersoon is besnord en gekapt op (of naar) de merkwaardige situatie. Weggelopen uit een James Joyce-verhaal ondergaat hij de wonderlijke gebeurtenissen gelaten, als een Man Without a Past. (Er speelt ook zo'n bandje..) Een paar mede-mannen uit hetzelfde schuitje worden (naast concurrenten) ook kompanen in 'de Jacht'. De kijker zet intussen de 'Dogtooth' in de ondoorgrondelijke maatschappij-metaforen. Jammer genoeg kiest anti-komiek Lanthimos voor het verkeerde pad. Het hotel wordt verlaten, nog voordat de puzzel daar is 'opgelost'. Ik was liever in die rare setting gebleven. Into the wild wordt de film eigenlijk snel minder, hoe droogjes Rachel Weisz haar best ook doet. Het laatste shot word zelfs verknald. Waarom niet meteen op zwart?

Love

'Life is what you make of it.' Een wijsheid van een on-waar-schijn-lijke diepte. Daar hebben we dan dik twee uur porno uit het reservaat van de bush voor 'moeten' kijken. Een klootzakkerige hipster woont in een duur appartement, vol met de juiste dingetjes. Poster van Birth of an Nation, check, lp-speler, check. Maar enig bewijs dat hij zelf wat kan? Enige inhoud in dat eigen brein? Neen. Allemaal naar beneden gezakt zeker. Zou allemaal niet zo'n ramp zijn, maar Gaspar Noe zelf lijkt ook niet verder over deze film te hebben nagedacht dan... Seks. In 3D. Het enige wat je 'm moet nageven is dat het inderdaad ook een 'ekte ekte' seksfilm is. Deze film omarmt de provocatie. En dat is natuurlijk ook wel toevertrouwd aan de man die Enter The Void maakte. (Hij citeert zijn meest beruchte shot.) Tot zo ver zijn creatieve input, want als je godbetert grapjes over je eigen naam in gaat lassen... Was ie zelf soms ook stoned? De drugs zorgen voor ondraaglijke sloomheid. De debutanten die de rollen wilden 'spelen' kunnen geen van allen acteren, goh, en het meisje wilde niet teveel pijpen. (Het valt echt op.) En het hoofd-personage? Dat is het type dat zijn vrouw mee naar een parenclub troont, daar dan jaloers wordt en dan tegen haar tekeer gaat... Dat Peruviaanse kotsritueel moet wel in zijn. Twee films op rij. Ik zat zelf enorm te verlangen naar het sensuele Post Tenebras Lux. Dát reinigt echt.

vrijdag 17 juni 2016

While We're Young

'You're an old man with a hat.' Noah Baumbach continueert zijn 'tribute to Woody Allen'-toer. Ditmaal belandt hij op recenter terrein, helaas. While Were're Young is weliswaar wat beter dan pakweg Blue Jasmine, maar verwijdert zich er qua feel ook weer niet zó ver van. Het is niet mijn type zwarte komedie. Teveel nare mensen die elkaar semi-grappig gaan zitten verwijten náár te zijn. De niet geheel bewust-kinderloze Ben Stiller en Naomi Watts komen 'bij toeval' een stelletje twintigers tegen. Met de youngsters op stap voelt heel wat beter dan eindeloze verhalen over ouderschap aanhoren. 'Moet je óók doen.' Stiller leert welke hoed en bril ie moet kopen en Watts oefent nineties hiphopmoves (ze kan het volgens mij stiekem best goed). Het retro-huis van de jonge helden staat vol 'shit die we vroeger weggooiden'. De invloed van de babyboom-generatie reikt zo wel bizar ver! While We're Young wordt pas écht Baumbach-waardig met de entree van Charles Grodin. De gevierde schoonvader is alles wat Stiller hád willen zijn, en waar zijn nieuwbakken klierkop pupil Adam Driver rücksichtslos naar toe werkt. 'If everyone is filming everything, what's a documentary anymore?' Die meta over truth bevalt sinds Catfish en werkt ook hier prima. Toch, vergeleken met Frances Ha blijft dit een niemendalletje. 'Arthritis, arthritis!?' 'Yes. I usually just say it once.'

Inside Out

'Train of Thought! Right on schedule.' Wat een heerlijk epistemologisch hoogstandje van Pixar. In de gouwe ouwe traditie van de Franse animatieserie die door de bloedbanen van het lichaam stuiterde, nemen we hier een kijkje in het hoofd van Riley. (De naam moet wel een Gilbert Ryle-grapje zijn). Joy, Sadness, Fear en Disgust zitten als een soort therapeutische schema's achter de kijkschermen, ergo, achter de knoppen. Tot op heden stuurde Joy, maar een verhuizing zorgt voor flink wat stress. Knikkertjes van herinneringen worden 'blue'. Core memories beginnen te wankelen, persoonlijkheidseilanden storten in. Ik was bij het intro al aangedaan, en dat werd er niet minder op. De noodzakelijke mentale reis voert onder meer naar The Subconscious ('where they take all the troublemakers') en The Stuffed Animal Hall of Fame in Imagination Land. ('Everyone's a winner here.') Met zoveel rake details doet het er geen moment toe dat de muziek eigenlijk nauwelijks boeit – heck – dat hele animatiestijltje van Pixar vind ik niet eens zo mooi. Who cares. Ik las ergens een artikeltje waarin twee filosofen leggen uitleggen wat Inside Out 'gets wrong about the mind'. Stelletje brompotten... Uiteindelijk mag Sadness achter de knoppen (misschien omdat verhuizen eigenlijk héél goed is voor een kind?) en daarna doet Geluk onder aanmoediging van Fantasie de rest. 'Sing louder Joy!'

The Look of Silence

Nu ook al sequels op succesvolle documentaires? Wel begrijpelijk, overigens. Waar Oppenheimer in the Act of Killing de daders over hun slacht-partijen liet vertellen, zoekt hij nu de slacht-offers op. Dat is toch een bekender perspectief. (Mijn hart zou bloeden als ik hier over saaier en clichématiger zou beginnen, maar ergens in de verte sluimert het...) In een wat al te vaak terugkerend shot bekijkt de broer van een van de slachtoffers Oppenheimers vorige docu. Grimmigheid was zelden zo sereen. De stokoude ouders van de man zorgen aanvankelijk nog voor wat lichtvoetigheid. Moeder klept recht voor de raap. En papa is het oudste en dunste wezentje ooit op doek getoond. 'Nee joh, hij moet 140 zijn'. (Aldus moeder.) Het gehannes, gewas en gepoeder van de Benjamin Button zorgt voor absurde taferelen. Het neigt naar bejaardensploitation, maar, jemig, wat een taaiheid. Ook deze docu weet weer vele emoties op te roepen. Confronterend. Gênant. Moeizaam. 'Niet over politiek beginnen'. Elk gesprek de bekende smoesjes. 'We deden slechts wat van hogerhand was opgedragen.' 'Wij wisten er niks van'. Vraag me af of iemand ooit zo'n film met nazi's heeft durven maken. Wat een lef. De laatste scene met wéér zo'n familie scherpt de lens nog een keer. 'Eerst vond ik je aardig Joshua, maar nu niet meer.' Mensen willen enkel hun eigen waarheid aanzien. Afzien doen anderen maar.

donderdag 16 juni 2016

The End of the Tour

'I don't think that we ever change.' Oef. Behalve als we dood zijn, natuurlijk. Dan worden we iconen. Ik had zo'n enorm negatief artikel over deze film gelezen, dat ik 'm bijna niet had gekeken. Een echte snob – die DFW écht kende – vond het helemaal niets. Wallace was een klootzak! En inderdaad, de film mildert het dwaze genie ongetwijfeld. The End of the Tour is tegelijkertijd intellectueel én oppervlakkig. Maar zeker de flitsende eerste drie kwartier maakt dat helemaal niet uit. Een potje pingpong tussen twee onzekere mannen. Sparrend over de onzin van interviewen. 'Po-mo'-stylo. Het denkraam van Wallace (Segal) schiet van hot naar her, en daar kan ook déze 'obscenely well-educated white man' van genieten. De sluimerende tragiek is er al wel, maar voor even in de blinkende lichtjes van de fame verdwenen. Wallace weet zelf dat het tijdelijk zal zijn. Hij zit niet voor niets níet in New York. In een smalltown kan hij zijn overactieve brein nog enigszins onder controle houden. De bandana doet de rest. Als de oogkleppen van een paard dat op hol dreigt te slaan. Klontje suiker, David? Pas aan het slot bereikt de film de verwachte weeïge emoties. Al blijft het nog eerder de journalist (Eisenberg) die zichzelf met de kennis van nu raakt, dan Wallace hem, of beiden ons. Eigenlijk had Wallace ook alles al gezegd in Het Boek hè. Ik verzamel nog moed.

La Meraviglie

Een reisje naar aftands Italië. Daar waar de tijd stil lijkt te staan, of expres wordt teruggezet. Er is nog net geen 'boom met houten klompen' te bespeuren. Een nogal complex gezin woont in een bouwval. Met zijn allen maken ze een echt streekproduct. Natuurhoning. Imkerij is een filmberoep bij uitstek (dynamisch, een vleugje gevaar, beestjes en rook-effecten) dus dat wordt weer plakkerig genieten. De apparatuur in de schuur mag dan vrij modern zijn, uiteindelijk lig je toch met zijn alleen op je karretje met bijenraten, de boel lijfelijk tegen de storm te beschermen. 'Het is zo voorbij', zegt de Klaus Kinski-intense vader. De Duitser heeft in Italië zijn eigen 'mosquito coast' gevonden. Misschien had de film nog een scene moeten bevatten waarin hij écht gewelddadig wordt, maar nerveus worden de meisjes wel van hem. Vooral zijn oudste oogappeltje heeft het meeslepend zwaar. Is ze voor of tegen pa? Ze weet het zelf niet. En dan verschijnt er ook nog dat vreemde nieuwe pleegkind... Verwarrend. Pa wil intussen niks met regels of toerisme te maken hebben. 'Mijn dochters zijn vrij'. Hij krijgt de deksel op de neus, want net als in het geweldige Reality neemt La Meraviglie een prachtige meta-wending. RAI Uno komt naar je toe deze zomer. En ze willen de 'Etruskische cultuur' promoten. Niemand doet tv zo goed en zo absurd als de Italianen. Magie binnen idiotie.

Durak

Staat van het land-film. Nuff said, eigenlijk. Iedereen weet dat het goed zit als er een heel land 'gevangen' wordt. In Rusland lijkt dat stiekem ook niet zo moeilijk. Corruptie in elke kier, drank in elke 'functionario', en hoog en laag bevangen door de angst voor de nineties. Tóen was het echt erg. De vraag luidt of het heden ten dage zoveel beter gaat. (En of dat wel een vraag ís?) Durak betekent idioot, en idioot mag je een klokkenluider zeker noemen, in zo'n klimaat. Dat hij het daarbij lastig krijgt, is dus geen verrassing, maar desalniettemin schokkend en beklemmend. De kerel woont met zijn ouders, vrouw en zoontje in een gammel flatje. Overdag werkt hij als 'plumber', 's avonds doet hij een zelfstudie. Hij wil hogerop. In zijn omgeving gelooft niemand daarin. 'Je bent een 'durak' zegt dikke ma. 'Net als je pa'. Pa is een Billy Bob Thornton-achtige fragilicus die zijn zoon met een groot gevoel voor rechtschapenheid heeft opgezadeld. Dat werkt niet in Rusland. Je kunt het bankje voor je voordeur wel blíjven vertimmeren. Als de shit vervolgens los gaat, loopt onze antiheld begeleid door een heerlijk melodramatische themesong richting Onrechtvaardigheid. Hij belandt op een feestje van de 'chiefs' en de 'Poetin boys'. Zolang er valt te lachen, is het nog wel Formanesk. Maar lichtpuntjes zijn hier van korte duur. 'Sinds wanneer maak jij je zorgen om de mensen?' Zien is geloven, helaas.

woensdag 15 juni 2016

Schneider vs. Bax

Een niet al te expliciete aanwijzing dat je naar een Nederlandse film zit te kijken vormt het interraciale huwelijk. Eén van de twee partners is standaard een Belg. Schneider klept hier Vlaams, en hij moet op missie terwijl zijn blonde vrouw thuis zijn verjaardagsfuif voorbereidt. Een huurmoordenaar in een Van Warmerdam-film, da's anders. Alleskunner Alex speelt zelf het doelwit Bax, en hij doet dat met een Jack Wouterse-achtig fanatisme. Ergens in de duinen wil hij rustig aan zijn boek werken, maar wordt dan vervelend gestoord door én van zijn dochter. Maria Kraakman maakt de leipe komedie in het eerste half uur compleet. Ze is geweldig als de perfecte borderliner. Zo raak. De schichtige blik, de huilbuien, de onredelijke koppigheid. Muesli! Niet zo vreemd dat van Warmerdam even daarvoor nog zijn maîtresse snel naar buiten heeft gewerkt. 'Ik schaam me helemaal niet voor je, maar ik heb een rare dochter.' Helaas stapt Van Warmerdam daarna in een valkuiltje dat hij zelf heeft gelegd, of zo u wil: hij dondert in een greppeltje waar hij niet overheen komt. Het stupide actieverhaaltje. De geweldsspiraal moet weer helemaal worden uitgerold. Da's mij te Tarantino, die flauwige combi van grof geweld en humor. Dan verzon ik zelf maar wat extra grapjes. 'Ik laat me niet verraden door een hoer uit Culemborg.' 'Ex-prostituéé!' Dat antwoord van Malherbe komt helaas niet.

Corn Island

Ritselingen in het maïsveld. Het meisje ontwaakt. Te oud voor een pop. Het spichtige verhaaltje van Corn Island is van alle tijden en alle locaties. De film boeit juist door de bijzondere locatie, vandaar die titel ook natuurlijk. Een film uit Georgie, of misschien beter, Abchazië. In elk geval aan de grenzen van een mysterieuze wereld. In de brede rivier de Engoeri ontstaan moddereilandjes, die snel worden ingenomen door keuterboertjes. Het slib is er vruchtbaar, maar de eilandje fragiel. Net als een meisje... Een oude kerel spendeert het eerste kwart van de film aan de voorbereidingen voor Harvest Moon. Het huisje wordt gebouwd, de grond geploegd. Dit is zoals het al eeuwen gaat, en nog eeuwen zal gaan. In de zomer mag het meisje mee. De nieuwe tijd arriveert gelijkertijd. Georgische en Rusissche troepen patrouilleren. Op de oevers wordt gejaagd. Het lijkt lange tijd een gescheiden wereld. De boer blijft ploegen, en de filmmakers blijven zich uitleven in veel te bijbelse van bovenaf-shots. Op de grond zaait het meisje de mais vanuit haar rok, die ze overigens ook net iets te vaak uit moet doen... Ik vergeet nog bijna een ander 'detail' . Er wordt in deze film nagenoeg niet gesproken. Een ietwat flauw gimmick, maar een wijze, want de paar gesprekjes klinken robotachtig. Pas als soldaten zingen voelt een stem natuurlijk. Wat blijft, zijn de sproeten en de ranken.

Youth

'Now let's not get caught up in all this truth now. Remember that fiction is our passion.' De cinema heeft het moeilijk. Televisie (series!) hebben de jeugd én de toekomst. Sorrentino contempleert op het einde van de auteur, maar hij doet dat in zijn gebruikelijke retro-stijl. En retro... Da's ook een beetje sterven. Een beetje van hemzelf, en heel veel van Fellini. Buiten Italië werkt dat toch een heel stuk minder. Zo wordt het allemaal wat pijnlijk. Youth is zelf géén goed argument voor de kracht van cinema. Het is eerder een vergrijsde film voor een vergrijsd arthouse-publiek dat het bekende nog smaakt. Twee grumpy 'muppets' vormen de kern van het hotelverhaaltje. Vooral Caine blijft een klasblak. Hij weet als enige de tristesse van La Grande Bellezza te benaderen, en dat met Woody-hoedje en Staartjes-bril. Keitel heeft het als passé regisseur lastiger, terwijl daar toch duidelijk het hart van Sorrentino ligt. Voor de frisse aanvoer zorgt een fijne Paul Dano, al is zijn personage wat 'onontwikkeld'. Maar dat geldt eigenlijk voor de hele film. Sorrentino cruise controlt op zijn bekende melange van muziek. En zodra de humor eindelijk wordt losgelaten – want god wat is die Britse gezant flauw – wordt het heus aangenaam. Maar toch dacht ik steeds: zou er ook een Youth 3D-versie bestaan? Een paar shots lijken zelfs die wanhopige gimmick nog in te willen zetten...

dinsdag 14 juni 2016

Phoenix

'Ik ben jaloers... op mezelf.' Oorlog. Altijd maar weer die Tweede Wereldoorlog. In een matige film heb ik dat snel gezien. Phoenix is niet dramatisch slecht, maar toch één van de tegenvallers van dit filmjaar. De openingsscene kondigt dat al aan. Een overacterende Amerikaanse soldaat bij een 'grenspost', niks mysterie, maar een smoezelig b-film sfeertje. De bijrollen blijven een film lang moeizaam, en dat over de gehele linie. Het neppige gevoel gaat echter nog bijna een bewuste keuze lijken. Phoenix gaat immers over jezelf voor de gek willen houden. Ich habe es nicht gewusst op zijn extreemst. Daarbij passen de kleuren van een ouderwets melodrama, en een ongeloofwaardig plot uit Hollywoods propaganda-tijd. Het is jammer dat de soundtrack nergens een stukje Spellbound citeert. Een Joodse vrouw keert na de oorlog gebroken terug uit het kamp. Haar gezicht in flarden, maar met genoeg connecties en geld om opnieuw te beginnen. Dat wil ze echter niet. Ze wil haar oude leven terug. 'Met Johnny'. Een obsessie als een schlager-song. De liefde van de vrouw voor de foute man. Totale zelfverwaarlozing. Ik zou zeggen: een persoonlijkheidsstoornis. Maar de film heeft – begrijpelijkerwijs – weinig zin de vrouw te ontmaskeren. Helaas. Weg kans op ware, diepe subtiliteit. Het einde kopt haar eigen Reader's digest pitch wel lekker binnen, dat wel.

Seymour: An Introduction

'I have to be by myself in order to sort out all the thoughts that course through my mind.' Soms lijkt deze kleine docu wel een Woody-Allen komedie. Het wereldje van de New Yorkse pianist Seymour Bernstein is lekker rommelig, vaagjes joods, en chique neurotisch. Seymour kan er als meesterverteller uitstekend over uitweiden. Met zijn guitige kop dist hij anekdotes op over patronessen en collega-pianisten. Zelf grossiert hij in galante oneliners, die soms wel wat simpel worden. ('Wat is een oplossing zonder dissonantie.') Als een Goede Sentimentele Amerikaan heeft zélfs Seymour dingen meegemaakt. Echt heel persoonlijk lijkt regisseur Ethan Hawke het niettemin niet te willen maken. Hij houdt het bij gebabbel. Hawke blijft zelf het merendeel van de tijd – ook als vragensteller – buiten beeld. Dat had best wat subjectivistischer gemogen. Ik raakte intussen benieuwd naar Seymours relationship status. Hij vertelt uitgebreid over 'het vrouwelijke' van mannen, maar zou hij...? Waarschijnlijk is hij gewoon getrouwd met de muziek. En met zijn piano's. Steinway zal tevreden zijn met deze film. De production placement en de aanprijzingen zijn meeslepend. Dank gaat ook uit naar Schumann. Als de romantische meester klinkt wordt het geklets hinderlijk. Akkoorden op een krakende huiskamerpiano, met tonen die maar blijven groeien.