woensdag 31 augustus 2016

De Tien: Beste acteurs “Estafette Race”

Door de grote cultuurkenner Gert Verbeek ben ik uitgenodigd om mee te doen aan een estafette. Naar een idee van De Filmkijker.com buigen bloggers zich over een belangwekkende vraag: wie is de beste acteur aller tijden? De selectieprocedure is simpel. Eén acteur eruit, een ander erin. Het gaat hier dus om een dynamische top 10. De reeks wordt zo een langzaam uitdijend universum van grote namen en 'geheimtips'. Sterren verschijnen en verdwijnen. Wie de regels en de eerste selectie van Nostra nog eens rustig tot zich wil nemen, klikt hier. Daar check je ook de links naar webloggers die al eerder aan de lijst mochten sleutelen. Voor mijn keuze vertrek ik (dus) vanuit Gert's tiental. Aan het eind van het verhaal zal ik op mijn beurt één acteur uit de lijst hebben geschrapt, en er eentje hebben toegevoegd. Vervolgens wordt het stokje doorgeven aan een nieuwe deelnemer, waarvan ik dan maar hoop dat deze kenner mijn keuze de volgende ronde laat overleven!

De Blijvers

Als ware Subjectivist heb ik de lijst eerst maar eens op alfabet gesorteerd... Eén van de grootste 'nieuwe' namen meldt zich prompt als haantje de voorste aan het front. En terecht. Michael Fassbender toont zich al enkele jaren een waaghals, nooit te beducht om zichzelf helemaal af te pellen. Veel fysieke 'in your face'-rollen, waarin hij als ware katholiek groots lijdt. Overdaad schaadt (nog) niet, maar wanneer Fassbender het kleiner houdt, schroeit zijn screen presence des te meer. In het broeierige Fish Tank viel hij me voor het eerst op. In dit subtiele Engels drama windt hij de dochter des huizes gluiperig op, en om de vingers. Met dank ook aan een leip dansje op een parkeerplaats.
Ik wil niet per se de snob uithangen - laten we het respectvol cinefiel noemen - maar de huidige lijst bevat érg veel Hollywood-namen. En dat terwijl de hoogtijdagen van de droomfabriek decennia achter ons liggen. De laatste gouden opflakkering voltrok zich in de jaren '70. Zelfs Tom Hanks stond toen nog op de planken, in plaats van voor de camera. In zekere zin symboliseert de goedzak daarmee het tijdperk van de perfect afgestemde massaconsumptie. In zijn stiel heb je aan Hanks een betrouwbare lopende band-werker. Saving Hollywood's Banks. Hij is er altijd bij, net als Forrest Gump. Ik herinner me hem het best uit het AIDS-drama Philadelphia. Ja, zelfs ome Tom loopt dus toch wel eens voor de troepen uit.
Zijn voornaam blijf ik maar onthouden als Thomas... Vreemd. Intellectuele geintjes daargelaten, acteurs die weten te verdwijnen in een rol zijn altijd een pré. Tom Hardy kan dat. Soms letterlijk, denk maar aan die keer dat hij in Batman deeltje duizend, verstopt achter een masker (en met maffe stemvervormer) opdraafde. Maar wanneer iemand figuurlijk in een rol weet op te gaan, mag je het klasbak-vinkje echt plaatsen. The Revenant is zo'n rol. Pas richting einde besefte ik dat de baardige premiejager Hardy moest wezen. Hij kan mee met DiCaprio (die eerder de lijst heeft moeten verlaten). Uit de filmografie van Hardy wijs ik u verder met veel plezier op Locke. Hardy verdwijnt één nacht in één auto. Tot slot nog een profetie. Ooit zal Hardy een Oscar-winnen als dikzak.
Helaas schijnt hij Trump niet meer in het gezicht te willen meppen. Dan zullen we zelf maar zachtjes mompelen: 'jemand sollte schnell diesen Stadt hier ausmisten.' Zelfs in nagesynchroniseerd Duits klinkt Robert De Niro nog altijd als the king of cool. Wat een grootheid. Natuurlijk in de eerste plaats dankzij zijn werk met Martin Scorsese, waarmee hij - onder meer! - de vechtersbaasjes ter wereld een gezicht gaf. Zijn schurken balanceren altijd op de rand van gekte, en verkrijgen juist daardoor een ongemakkelijke menselijkheid. De tragische held die weet dat hij ten gronde gaat, en het toch niet meer kan voorkomen. In bijrollen mag er wat vaker gelachen worden. Zijn uitdossing in Brazil alleen al. Als obscuur tipje noem ik hier nog De Niro's eerste grote rol, Bang the Drum Slowly. Als altijd, rafelig en humaan.
Zo staan de twee Manhattan Boys gebroederlijk naast elkaar. Gevoelsmatig klopt dat ook, hoewel ze pas in Heat voor het eerst het scherm deelden. Mocht er iemand - maar liever niet één van hen - geheel 'in Little Italy character' een pistool tegen mijn kop zetten, dan zou ik toch voor Al Pacino kiezen. Zijn werkopvatting bevalt me beter, hij drijft minder op puur talent, maar is als theaterman blijven graven in zijn psyche. Zijn method acting voelt ook net iets meer verinnerlijkt.  Bovendien casht hij al vroeg de Sidney Lumet-bonus. Dog Day Afternoon kan in de top tien beste films ooit. Pacino's werk is in de seventies sowieso verbijsterend goed, van zijn acht films uit dat decennium zijn er zeker zes goed, en de andere twee heb ik niet gezien! Panic at Needle Park en Scarecrow blijven altijd bij je. Niemand kan zich zo verbeten in zichzelf opsluiten.
Het heeft een zekere ironie dat Marlon Brando de lijst alweer uit is gebonjourd. Mark Ruffalo vertrouwt immers al een hele carrière op zijn binnensmonds mompelende Brando-schtick. Kijk maar naar de gelijkenis in het plaatje (al is hij daar nu net even geagiteerd). Toch laat ik copycat Ruffalo - die ook veel van Vince Edwards leerde - zonder brommen staan. De man barst bijna uit zijn shirt van de gun-factor. Hij was er bovendien al bij in dé toffe film die mijn liefde voor cinema aanwakkerde: Eternal Sunshine of the Spotless Mind. Met Ruffalo in een Amerikaanse project ben je verzekerd van een paar uurtjes genieten, net buiten de mainstream. Het kan geen toeval zijn dat zowel mijn favoriete recente Scorsese (Shutter Island) als de allerbeste Fincher (Zodiac) van man's diensten gebruik maken. You can count on Ruffalo.
Wie ooit de narratologische 'classic' De Held met de Duizend Gezichten heeft gelezen, weet dat verhalen uiteindelijk allemaal op elkaar lijken. Een mens blijft een mens. Iedere cultuur kent zijn sprookjes en sagen over leven, trouwen en sterven. Ik zeg dit, omdat ik geloof dat velen ten onrechte cinema uit andere tijden en werelddelen laten voor wat het is. Zonde, want je krijgt hetzelfde, maar vanuit een nét even andere positie. Dat inspireert. De Japanse regisseur Kurosawa wist op die manier Amerikaanse westerns te beïnvloeden, en werkte zelf met materiaal van oude Russen. Zijn meest vertrouwde acteur is de aandoenlijke Takashi Shimura. Hij is erbij in toppers als The Hidden Fortress, Stray Dog en het iconische Ikiru, waarin hij een o zo herkenbare, onfortuinlijke ambtenaar speelt. Wij zijn allen Japanse bureaucraten.
Een man geboren met de stropdas om. Minzaam glimlachend. Of het nu als politieman of president is, Kevin Spacey wekt de indruk dat hij gaat vertellen hoe het allemaal zit. Dat hij daarbij meestal van een koude kermis thuiskomt, is logisch. Daar begint het drama. De middle class man die zijn krachten te boven is gegaan, en in een midlife crisis belandt. Ik vond het zo-even in mijn stukje over Pacino al jammer dat de ruimte 'ontbrak' om de klassieker Glengarry Glen Ross te noemen. Met Spacey krijg ik een nieuwe kans. Kantoorfilms zijn sowieso een van zijn specialiteiten. Margin Call rekent indringend af met het 'dealen' en 'closen'. Een onmisbare film in huidige tijden. En hoe deze gefrustreerde mannetjes zich thuis afreageren, weten we van American Beauty. Spacey houdt de vinger aan de pols van de samenleving.
Voor mij is Robin Williams vooral een jeugdherinnering. Dan gelden andere criteria. Een film als Hook zal ongetwijfeld 'objectief' volkomen kut zijn, maar ik heb de video tientallen keren gezien. ('Rufio! Rufio! Rufio!'). Hetzelfde geldt voor Jumanji, een film die de tand des tijds wél schijnt te hebben doorstaan. (Maar durf het eens te verifiëren...) 'Fisher King' Williams lijkt verstopt achter giga-baarden altijd het best op dreef. Als ultieme escapist lacht hij de pijn weg met grappen en grollen. Wellicht dat Williams zelf nog het liefst terug in die wonderlamp ging. Zijn tragische einde verhinderde dat hij tijdens een uitloper van zijn carrière het serieuzere werk uitgebreid verkende. Insomnia en One Hour Photo bewezen dat zelfs clown Williams zijn duistere kant durfde te tonen. Zou hij er soms van zijn geschrokken?

De Verdwijner
Ben Stiller mag de biezen pakken. Zijn type komedies is gewoon niet het mijne. Te licht, te flauw. Een typetje als Zoolander, alsjeblieft zeg. En als het om spelen van 'schmucks' gaat, wordt Stiller zelfs verslagen door zijn eigen goedkope versie: Steve Carell. In zijn hoedanigheid als regisseur wil ik hier nog wel een goed woordje aan de man wijden. Misschien functioneert Stiller het het best als speler/coach. Wie The Cable Guy, Tropic Thunder en Reality Bites maakt, kan in elk geval mensen aansturen. Of er hoop in deze richting zit, waag ik echter te betwijfelen. The Secret Life of Walter Mitty was weer gewoon een vrij matig vehikel. Stiller moet maar wat stiller op de achtergrond blijven... (Inkoppertje op niveau!)

De Verschijner
Eerste gedachten zeggen altijd wat. Olivier Gourmet, toeterde mijn achterhoofd enthousiast, toen ik over De Keuze peinsde. De Belgische sukkelaar schitterde in vele Dardennes-films, met Le Fils als uitschieter. Wat later overwoog ik de klassieke Amerikanen. Deze estafette kan eigenlijk niet zonder grootheden als Humphrey Bogart, Robert Mitchum en Richard Widmark. Zonder hen geen film noirs. Toch keer ik liever terug naar het Europese continent, en naar een 'kleine' rommelaar. Ooit omschreef ik Max von Sydow als de 'verpersoonlijking van depressie', en alhoewel dat voor feestneuzen vast geen aanbeveling lijkt, moet een korte blik op zijn oeuvre de grootste twijfelaar kunnen overtuigen. Max von Sydow is wandelende filmgeschiedenis, al acht decennia lang. Hij werkte gedurende die lange carrière met elke regisseur van belang. De grote namen opnoemen zou letterlijk een heel alfabet vergen, van Allen tot Zurlini. En altijd bleef de Zweed overeind. Je kunt rustig stellen: Max von Sydow schaakte met de dood, en hij won. Een beetje filmfan zal 'm zodoende elk jaar tegenkomen. Dit jaar zag ik hem twee keer. In Pelle Erobreren speelt Von Sydow een onbeholpen en onbeletterde Zweedse boer, die met zijn zoontje naar Denemarken trekt. Het leven daar valt bitter tegen, maar één ding slijt niet. Zijn liefde voor zijn kleine man. Von Sydow speelt de lastige rol van simpele ziel zo sterk, dat hij bijna niet te herkennen is. Zoiets is een teken van grote kunnen. Een nog grootsere verdwijntruc voert hij op in The Magician, een film van Ingmar Bergman, waarvoor hij zijn meest persoonlijke werk leverde. In de titelrol als goochelaar hoeft (en kan) Von Sydow niet spreken. Zoiets belemmert hem niet. Intens zwijgend spreken zijn ogen. Inderdaad, als oneindig diepe filmkijkers. 'Vermom je, opdat ik je weer herken.'

Dank voor het lezen. De volgende deelnemer is Tim Bouwhuis!

The Day of the Jackal

'It might be dangerous. It's certainly distasteful.' Andere tijden in Frankrijk, het blijken dezelfde tijden. The Day of the Jackal past perfect bij de terreurzomer. OAS of IS, what's the difference? Er wordt bij Zinneman geen woord Frans gesproken, maar dat boeit nauwelijks. Frankrijk en Amerika vertonen zoveel overeenkomsten. Nationalistische machtsstaten getekend door fascistische en religieuze ondertonen. Landen met een sterke segregatie bovendien. Allemaal elementen die broeierig op elkaar inwerken. Begin sixties contracteren rechtse krachten een moordenaar om De Gaulle kalt te stellen. De professional neemt de touwtjes meteen stevig in handen. Geld? 'Use your network to rob some banks.' Bijna tweeënhalf uur aan handelingenfilm lang verkeren we in het gezelschap van de 'gentleman schurk'. Edward Fox lijkt zelfs wat op David Bowie. Hij rijdt in een Bond-karretje, draagt een koket sjaaltje, en versiert dames én heren. Stijlvol, moet je concluderen. En precies als pervers genoegen intrigeert de film. Geweld is het nieuwe 'cool'. In een perfect contrast wordt de killer achtervolgd door zijn totale tegenhanger. Michael Lonsdale speelt een inspecteur op zijn smoezeligst. Alsof Dutroux dik en duivenmelker was. De slot-stunt vond ik wat vergezocht, maar het laatste shot treft doel. Kan The Jackal iedereen zijn? 'We are not terrorists, you understand, we are patriots.'

Seven Days to Noon

'Dark, dark, dark, amidst the blaze of noon.' Hoe korter je pitch, hoe flitsender het idee. Deze Britse Bouling Brothers-productie kan in twee woorden. Pacifistische aanslag. Met de bom dreigen, opdat De Bom niet valt. Londen heeft het zitten, wanneer een professor dit plan smeedt. De metropool oogt rommelig en claustrofobisch druk, om het contrast met het einde nog wat groter te maken. De goede terrorist houdt zich een week lang schuil voor de massaal opgetrommelde politiemacht. Op die manier krijgen we leuke lokale details voorgeschoteld. Zo bivakkeert hij in een café met toepasselijk atomische flipperkast, spendeert ie een nachtje bij een achterdochtige hospita – 'Of course I won't allow theatricals in the house' – en bezoekt noodgedwongen de kapper. Die spamt 'm prompt met een haarmiddeltje. Een week lang Wanted bevalt de nerveuze man maar matig. Zijn achtervolgers hebben hun oordeel snel klaar. 'A funny sort'. Iemand die voor de wereldvrede pleit, moet wel wereldvreemd zijn. De stad en de vele jagers houden juist van spektakel. Er klinkt een verlekkerd 'the eyes of the whole world will be upon us'. Baudrillard zou het wel weten. De gedachten gaan al snel naar huidige tijden. Staatsapparaten in permanent staat van beleg. Gedurende de zeven dagen groeit daarom de hoop dat de klap komt. Verdiende loon voor de mensheid.

dinsdag 30 augustus 2016

The More the Merrier

'I prefer sharing my apartment with a lady.' 'So would I.' Niet voor één gat te vangen, die Charles Coburn. En ook niet dóór een gat, zogezegd... Hollywood heeft wel wat met wedding planners. In The More the Merrier huurt een 'nette kerel' een appartement bij Jean Arthur. Beter gezegd, hij eigent zich het halve huisje toe. Gevat als een Nick Lowe-songtekst draait hij de vurrukkulluke ambtenaar zodanig door, dat ze verbijsterd instemt. Ze krijgt er wel wat voor terug. Coburn schenkt 's ochtends een oude mannen-straaltjes koffie in. Hij wil zich bovendien best aan haar ongelofelijke OCD tijdschema houden. 'At 7.01 I enter the bathroom.' Morning slapstick. Later liggen de twee gescheiden door een muurtje in bed. Slechts één heeft vlechtjes, maar beide zijn al aardig op elkaar afgestemd in de streepjespyjama's. Het plannetje van het oude mannetje bevat echter ook nog een tweede fase. Zo'n sexy jongedame single, dat gaat toch niet? De gortdroge straight guy Joel McCrea vergroot de chaos in het hoofd van Arthur alleen maar. Weg regelmaat. Coburn en McCrea vormen een heerlijk winnend team met hun 'oh boy'-mentaliteit. Vriendschap is: samen Dick Tracy lezen. Om het helemaal af te maken worden hun spelletjes onderbroken door idiote intermezzi. Ergens komt er zelfs nog een Wes Anderson-achtige boy scout binnenstormen. Heupwiegende onzin voor alle leeftijden.

maandag 29 augustus 2016

The High and the Mighty

Het viel niet mee deze 'historisch belangwekkende' rampenfilm serieus te nemen. Dat krijg je ervan als je dezelfde zomer Airplane kijkt. Die melige komedie liet gezagvoerder Robert Stack zijn pilotending nog eens overdoen. Merkwaardig genoeg kenmerkt ook The High and the Mighty zich door een goofy sfeertje, inclusief gulp-grappen en sullige dialogen. 'How do you know these things?' Door de tientallen minuten aan weeïge expositie voor vertrek! Personages vertellen elkaar alles wat zij al weten, maar wij nog niet. En of dat nou zoveel zin heeft? Dit is geen 'Airship' of Fools. In het vliegtuig verzamelt zich een oubollige fifties-melange. Traditioneel tot en met. Vooral de onderkruiperige Aziatische schrijnt enorm. Haar niet-status wordt continu benadrukt doordat de Amerikanen haar vertellen 'dat ze heus niet zo dom is.' De yanks houden zich verder vooral bezig met kleinschalig seksisme. Pas wanneer het houtje touwtje-vliegtuigje neer dreigt te storten, stijgt het niveau wat. Glazen gaan rinkelen (Jurrassic Park!) en plotseling wordt akelig duidelijk hoe fragiel een vliegtuig zonder boordcomputer eigenlijk nog is. Motoren beginnen net zo fanatiek roken als de mensen. Een werkelijk verheven niveau blijft zo (letterlijk) uit zicht. Behalve dan in de suggestievolle trillingen van Tiomkins mirakelmuziek. 'My bones are only held together by my imagination.'

zondag 28 augustus 2016

Les Misérables

'If that's justice, I say send me away!' Zanuck behield zowaar Victor Hugo's titel voor zijn massaproductie. Deze adaptatie zwiert dan ook met een verrassend lichte, Franse touch. Enkel in de galeischepen-passage laat Zanuck zijn big production values ronken. Een Ben-Hur kickje avant la lettre. Het mag, want het gaat daar wel om een belangrijke scene. De mysterieuze hoofdpersoon verraadt zich later juist dankzij zijn 'galeispieren'. Zo wordt het stevigste moment heel stilletjes ingekopt. Twee goede acteurs doen de rest. Charles Laughton personifieert strakgeschoren verfijning en afgemeten slechtheid. Vraag me af of ie ook wel eens een nazi speelde. Hij heeft hier in elk geval al lange leren laarzen aan. Als geobsedeerde politie-inspecteur volgt hij een kruimeldiefje door de decennia, terwijl laatstgenoemde zijn leven betert. Laughton blijft echter bij de schuld van een 'yellow passport convict'. Zijn obsessie wordt helaas nauwelijks nader verklaard. Toch zijn de twee acteerkanonnen elkaar en onze moeite waard. Frederic "Jekyll" March weet wel raad met gespletenheid. Bij hem geloof je de schizofrene kantjes van zijn Ave Maria bezinning-bezinging. Bonuspuntje nog voor Frances Drake als cynische side-lover. Zij zet de Jan de Bont-waardige slotactie in gang. Student demonstration time. 'Why shouldn't there be a place for me?' 'There is. Outside.'

zaterdag 27 augustus 2016

Little Vera

'Herinner je je nog dat je mij naar bed bracht. Toen al.' Pa zegt het vol trots en alcohol tegen zijn dochter. De omgekeerde wereld, op alle niveaus. Ook de Sovjet-Unie wankelt op haar laatste benen en zou weldra over de kop slaan. De wilde jeugd lijkt alvast een voorschotje te nemen, in groepen dansend op Teutoons stampende hits. Hun moves verraden dat ze stiekem al wat Swayze en Springsteen hebben gezien. Middelpunt is de spichtig kronkelende Vera. Met volvette coiffure en plamuur zet zij kameraden in vuur en vlam. Thuis bekijken pa en ma kleine 'Veerke' met afgrijzen. 'Sinds wanneer liggen er hier dollars op de grond?' Hun gemopper heeft dan nog wat liefs. Het hoort bij de Russen, net als de troep die daar nooit opgeruimd wordt. In cinemaland oogt pittoresk verval prettig oncomfortabel. Een 'maximoem' aan chaos. Vanaf het moment dat Vera de weinig serieuze Seryozha aan de haak slaat, verandert de toon echter. Rede- en reddeloosheid gaan overheersen. Deze Perestrojka-puber ontpopt zich als de Oostblokse variant op Betty Blue. Even expliciet en hysterisch genietend, maar met een gekte die van buitenaf binnendringt. Vera's vadertje wordt een metafoor. Terwijl iedereen vertwijfeld naar zingeving zoekt – seks, yoga, weckpotten – vindt hij die op de gebruikelijke plaats. Drank. Daar gaan meer dan alleen liefjes van kapot.

vrijdag 26 augustus 2016

Whisky Galore!

'My obstructive attitude!? Did I build this idiotic roadblock?' Eén van de Hebriden verkeert in rep en roer. Hun whisky raakt op! Meteen verdwijnen al die wereldoorlog-zorgen. Niet dat de nazi's zich ooit in deze uithoek zouden wagen... Het pittoresk claustrofobische eilandje ligt er schitterend verlaten bij. Je vliegt zo de bocht uit, de zee in. Inderdaad een Tight Little Island, zoals de alcoholvrije, ietwat Pynchoneske Amerikaanse filmtitel luidt. De bevolking moet haar dansjes nu doen zonder drankjes. Lastig, zeker met die vervelende 'home guard'-pief, en zijn ingebeelde gezag. Aan zee hoort het leven zijn uiterst landerige gangetje te gaan. Het deed me soms denken aan het pareltje The Small Back Room. De totale marges van de oorlog. Plaatselijke schonen flirten met lijzige stemmen. (Sensueel en hees van 'sticklips en cigarettes.') Een jonge Bill Clinton look-a-like poogt moed te verzamelen om zijn moeder de waarheid te vertellen. 'I've told you my terms and if you don't like them, you can go to... Glasgow.' Maar nu loop ik op de zaken vooruit. Die moed vindt hij immers pas als de bevolking een schip 'vindt'. En de cargo van dat schip, die komt als – geroken. Kortom, een klucht zo licht als een Radlertje. Door Ealing studios gelukkig op locatie opgenomen. Fruitig, maar na een paar glaasjes niet al te fris meer. 'Long may your something reek.'

donderdag 25 augustus 2016

Rocco e i Suoi Fratelli

'We worden uit ons huis gezet.' 'Eindelijk!' Een Zuid-Italiaanse dorpsfamilie verhuist naar het verre Noorden. Wat een lichtjes. Wat een treinstation! Ze pikken snel genoeg op hoe het (niet) werkt. Sneeuwruimend voor een paar centjes, dik ingepakt tegen de kou. Met wat geluk wordt je uit je appartementje gesmeten, zodat je in één van die Milanese blokkendozen unt gaan zitten. Daar vraagt niemand de huur, en rest slechts de ontwortelde uitzichtloosheid. Dit chique armoe-epos van Visconti had een raar effect op me. Werkelijk alles voelde bekend. Bevat elke Italiaanse film soms een stukje boksen, en daarna een scene waarin een jongen uit dienst terugkeert? Of had ik toch... Hoe het ook zij, uitgestreken buitenstaander Alain Delon máákt de film als de meest fijnzinnige van vijf broers. Hij leeft zonder passie, totdat hij het 'de putana' (Annie Girardot) van zijn broer 'overneemt'. Nu deelt hij echt iets. Iets moderns treurigs. 'Voor preken ga ik wel naar de kerk.' In een hartverscheurende scene glinstert er minutenlang een traan in de ooghoek van het meisje. Pas als ze haar zonnebril op zet, valt ie. Perfect pijnlijke timing. Even later keert Delon in zijn soldatenkloffie terug bij mama. Zij toont hem vol enthousiasme aan de flat. Het is het laatste momentje van geluk, voor de oerschreeuw van de finale begint, afgesloten met een trillerig lied over thuis. Mio paese.

woensdag 24 augustus 2016

Mrs. Miniver

'I've shopped and I've shopped.' Dus dat is nou vrijheid... Het akelige brave Mrs. Miniver verdedigt de waarden van de English Rose tegenover de monsterlijke nazi's, maar haar verkoopargumenten zijn, inderdaad, verkoopargumenten. Een gezinnetje werkt zich op richting small town chique. Oudste zoon ziet het vlak voor WWII met enig meewaren aan. 'I think I've developed a social consciousness.' Nog voor hij goed los kan gaan, verschijnt daar een feodaal meisje (Teresa Wright). Haar versieren blijkt een makkie. Einde van de linkse praatjes. Dat Mrs. Miniver een uiterst matige Wyler-film is, komt heus niet door dergelijke klassenkriebels. (Sterker nog, had de film hier maar wat meer mee gedaan!) Een 'chemisch' probleem doet de prent de das om. De twee romantische setjes (oud en jong) vormen maar geen goeie duo's. Misschien lag het aan het echte leven, want de zoon (Richard Ney) trouwde ná de film met 'zijn moeder'! Greer Garson was dan ook jaren te jong voor de rol. Ze moest vooral mooi zijn, zeker. Typerend momentje: vader fluit naar haar om haar aandacht te trekken. Hallo! Hun opmerkelijk zonovergoten paradijsje raakt danig verstoord door vliegtuigen en Rotterdam-dissende Duitsers. Zelfs de ware adel lijdt (met lichte tegenzin). 'Sirens, milady.' Gelukkig kan er gezongen worden. 'Onward christian soldiers.' Op naar de winkel.

dinsdag 23 augustus 2016

Hamlet

Shakespeare vind ik meestal 'most retrograde to our desire', maar deze maffe Hamlet doet lachwekkend leuk. De film verplaatst de actie naar NY anno 2000. Denmark wordt dan een media corporatie, Elsinore een peperduur hotel, en Hamlet de Cosmopolis-zoon van een CEO. We krijgen de teksten echter wél gewoon onversneden opgediend, wat begrijpelijkerwijs een mallotig effect geeft. Bill Murray lijkt - als Laertes - aan het eind van elke tekstregel een opgelucht kirretje van blijdschap te willen geven. Er valt sowieso genoeg te grinniken. Hamlet draagt een IJslands hipster-mutsje en drinkt een welbekend Deens bier-merk. En goeie pa, die verschijnt godbetert op een Pepsi-automaat! Ethan Hawke neemt de film het meest serieus, en misschien moest hij dat ook wel als hoofdrolspeler. Hij dwaalt met intense blik door de plaatselijke Videoland, werkend aan zijn 'onthullingsprojectje'. Rond zijn 'errant knaves'-speech krijgen die dekselse teksten toch weer een hypnotiserende bezwering. De film scoort echter ook meer eigen punten met de electro-ro(c)kerige soundtrack. Onder meer Four Tet en Primal Scream schitteren. Echt zo'n persoonlijke cassette-tape compilatie die je meteen op wilt sporen. Zeker bij Ophelia thuis werkt het. Zij woont in After Hours-land! Dan ben ik snel om... 'Give thy thoughts no tongue'. Sorry Shakespeare, toch weer gedaan.

maandag 22 augustus 2016

Memories of Underdevelopment

'Ik ben te hoogopgeleid om onschuldig te zijn.' Ieder land zijn eigen sixties verité-pareltje. Journaal- en amateurbeelden vangen een wereld in transitie. Dit staaltje hardcore Cubaans subjectivisme vormt wederom een goudmijntje. Zoveel lagen, waar zullen we beginnen met pellen? Bij de slacker dan maar, a man that vanishes. De wannabe artistiekeling ziet zijn familie na Fidel's Wende naar de States vertrekken. Zelf komt de lamzak niet in beweging. Hij overweegt een dagboek (net als geestverwant David Holzman) en luistert naar een geniepige opname van zijn vrouw. Zoiets zou Holzman ook flikken. De verlaten Cubaan hult zich dan maar in de achtergelaten kleren van de ex. Beklemming in een panty. Op de voice-over geeft hij flink af op de achterlijke tropen. Het past bij zijn gespletenheid. Hij acht zich Europeaan, maar blijft gewoon hangen. Vreemd voelt ie zich wel. Een landlord in een kapitaal appartement vol dure spulletjes. Soy Cuba? Neen. Hij is 'nada'. De staat van verwarring wordt ingekleurd door een extreem gevarieerde soundtrack van de maestro Leo Brouwer. Intussen flitst almaar meer boeiends voorbij. Guantanomo, Hemingways huisje, een dialectische conferentie (met meta-grappen) en heel veel vrouwen. Van alle leeftijden, maar toch het liefst nét te jong... 'Cubaanse vrouwen zijn het soort fruit dat rot in een onwaarschijnlijk tempo.'

zondag 21 augustus 2016

Sense and Sensibility

'Had it not been... for the money.' Soms gun je ze stiekem een burgeroorlog, die Austen-personages. Misschien dat een werkelijk gevaarlijke 'backdrop' de amor in het kippenhok net dat beetje extra kan geven. Het lijden van Little Women grijpt mij toch wat meer aan, ook al lijken al die boeken eigenlijk opvallend veel op elkaar. Of alle adaptaties doen hetzelfde, dat kan ook. Ang Lee kiest dus voor het weelderige drama, in een prent vol fijne acteurs. Plezier valt er zeker te halen met kanonnen Kate Winslet en Emma Thompson. Hugh Grant draaft ook op, en loopt rond met een permanente kleerhanger in zijn rug. (En een bord voor zijn kop.) Een familie vol lievige krullebolletjes moet 'kleiner' gaan wonen. De snobs om hen heen zijn vilein jaloers. 'O een cottage zou ik ook wel willen.' De moeder houdt zich gedeisd, maar de zusjes zoemen driftig rond de mannen, die zelfs in een cottage best op bezoek willen komen. Maar willen ze ook blijven? 'You're in lonely country now.' Winslet valt voor een stel bakkebaarden die hilarisch duidelijk richting gevaar punten. Alhoewel, gevaar. Het ergste wat er gebeurt is een jankpartij bij een kopje thee. Moedwil en misverstandjes wisselen elkaar af. En net als ik denk: jemig, het laatste half uur was echt niks, volgt er een prachtig slot. Eindelijk emoties. Voor kijker en poor ol' Emma. Miscommunicatio ex machina.

zaterdag 20 augustus 2016

Death of a Salesman

'I came back ten miles an hour.' De verkoper én gelover van de Amerikaanse droom gaat ten gronde. In die geweldige docu van de Mayles-bros zongen de Salesmen het al: 'Wish't I was a rich man.' Zonder centjes, geen mens. Toneelgigant Arthur Miller gebruikt de gedoemde hosselaar Loman (Lowman, Everyman?) om de overambitieuze middenklasse te ontleden. De gekte van de parvenu. En zoals één van Hermans' personages ooit sprak: Amerika is de parvenu onder de landen. Er móet een dure auto voor de deur staan, en een koelkast afbetaald worden. De eerste fase van deze oerdegelijke filmversie raakte me het meest. Pa lijdt sereen. Hij kan zijn baan niet meer uitvoeren. Daarmee is de bodem onder hem weggeslagen, en dondert hij fysiek en mentaal in een rabbithole richting vroeger. Toen leken zijn dromen nog wel bereikbaar. Naast hem staat de heilige moeder. Haar man intrigerend irritant verdedigend. In de weg staan twee zoons. Een bullshitter en een drifter. Beide op hun eigen manier beschadigd door pa. De drifter heeft als enige het inzicht. 'I just can't take hold of some kind of life.' Naarmate de film vordert gaat pa almaar meer schreeuwen. Hij vervalt in paranoia en roept de geest van zijn eigen Uncle Sam op. Ome Ben. De man die het wél maakte. De enige manier van bestaan wordt niet-bestaan. 'Such thoughts! Most extreme thoughts.'

vrijdag 19 augustus 2016

Stagecoach

'This is a serious matter, ain't it?' Niet voor John Ford. Te vaak, te veel comic relief, dat stereotypeert zijn films. Fords western-wereld ziet er altijd aangenaam klassiek uit, maar wordt bevolkt door koddige figuren. Het Land van Ooit is nog realistischer. Hoor en verdraag hier maar eens de vermoeiende menner die Grover-hees zijn bevelen schreeuwt. Als passagiers vervoert hij drinkeboers, bankmannetjes en – vanzelfsprekend – een dame van lichte zeden. De hologige Southern gentleman John Carradine vat een tragische liefde voor haar op, maar mag als de meest intrigerende aanwezige het minste zeggen. Dat het niks kon worden, had hij vast al gezien in de kaarten die hij eenzaam legt. De clowns hebben de betere lines. Zoals de dronken doc die de 'samples' van een whiskey drummer test. 'I’m not only a philosopher, sir. I’m a fatalist.' Onderweg pikt men John Wayne op, die als dertiger al een ouwemannenkop had. Op de tocht door Apache-land blijft het gevaar aangenaam lang uit beeld. Haast verleidelijk sluimerend. Elke wachtpost verlaten. Slechts een Mexicaanse schone dwaalt er rond, en zingt een vettig liedje. De passagiers spelen patience en mentale pingpong. Uiteindelijk verenigen ze zich alsnog tegen die langverwachte vijand, die toch nog behoorlijk indrukwekkend aan komt stormen. 'I’ve been out of my mind just hopin.'

Lover Come Back

'Central intelligence refers to my cousin as the human satellite.' Dit Rock & Doris-vehikel schiet via stratosferisch flauw naar oneindig flauw, en weer terug. Hoeveel onzin kun je in een reclameparodie kwijt? Doris draagt de domste hoedjes, en moet nodig eens wat mannelijke lesjes leren. Rock geeft ze met plezier, terwijl hij doet alsof hij een maagdelijke wetenschapper is! In het dubbelspel tooit hij zich mét baard, wat in de vroege jaren zestig duidelijk heel andere connotaties had... Grappig genoeg zien Rock en zijn even tijdelijk bebaarde baas er juist in die fase heel modern uit. Doris vindt het maar niets. Over de grappen mét baard klagen we verder niet. Daarvoor geeft het onnavolgbare plotje genoeg pleziertjes. De paden van Doris en Rock kruisen elkaar aanvankelijk slechts per split screen. Vandaar dat ze elkaar niet herkennen. Rock versiert contractjes met 'well-stacked girls', Doris met slechte slogans. Tussen hen in fungeert 'baas' Tony Randall als fijne aangever. Een psychologisch geval met vadercomplexje. 'I've done it, Doc. I made a decision!' Het adwords-stelletje vecht een robbertje om een product dat niet eens bestaat. En wanneer het dan alsnog wordt uitgevonden valt het (mij) tegen. Ook zonder Annie MG Schmidt's wonderkoekjes gingen de mensen hier al los. 'Funny. Yóu claim he's oversexed and he claims you're...'

donderdag 18 augustus 2016

The Sugarland Express

'Nobody breaks out of pre-release!' Mocht iemand deze snob naar zijn favoriete Spielberg vragen, dan heeft ie hierbij het antwoord. Sugarland Express bleef vrij onbekend, maar is zó beminbaar. Spielberg debuteerde in de bios met zijn beste Altman. Super seventies. Geen pro's, maar kleine scharrelaars, of nog minder dan dat. Diefjes zoals wij. Een jong stel peert 'm uit de pre-release, op weg naar hun geconfisqueerde 'baby Langston'. Al snel hebben zij zelf een politieman beet, en een cop car karavaan als staart. In een sukkelgangetje trekt de massa richting Mexicaanse grens, terwijl met (en langs) hen de Amerikaanse cultuur voorbij trekt. Eten bij de Fried Chicken, en als je tankt, dan doe je dat voor de zegeltjes! De media melden zich intussen met een eigen mobile unit. 'This has been a KKOK news KO.' Kleine problemen worden almaar ingewikkelder opgelost. Goldie: 'I've got to go pee-pee'. Haar plee verschijnt als een heuse western stand-off. En niet voor niets natuurlijk. Zo'n setup is een geweerkolfje naar Spielbergs hand. Toots grinnikt intussen op zijn mondharmonica. De allermooiste scene doezelt melancholisch weg bij een extra scherm, voor dat mespuntje meta-magie. Roadrunner en Coyote stormen door een provisorische drive-in bios. Vrolijk doch gedoemd. Cinematograaf Zsigmond mag besluiten met zijn killer signature shot. Schitterende rimpelingen op het water. 'We ain't no mental subjects.'

The Greatest Show On Earth

Weer een Oscar-winnaar, stampvol entertainment voor 'children of all ages'. Het circus beleeft haar herfsttij op het grote doek. De decadentie heerst. Aan één ring hebben Barnum & co niet genoeg. Nog één keer wordt alles uit de kast gehaald, voordat televisie de mensen binnenshuis ging houden. Regisseur Cecil B. De Mille – een goede naam voor een circusdirecteur – krijgt er geen genoeg van. Hondjes op hondjes op paarden. Hondjes verkleed als mini-olifanten. En vooral: parades. 'A gay nineties album.' Er trekt nog net geen bloemencorso voorbij. Ik vond vooral het deel van het circus dat op de achtergrond blijft interessant. De merchandise-stands bijvoorbeeld. Je kon er een 'pom pom'-hoedje met je eigen naam kopen. 'Klaar terwijl u wacht.' En waar de acrobaten blank zijn, zorgen Afro-Amerikanen voor de opbouw. Het rijzen der Big Top heeft absoluut Koyaanisqatsi-allure. Zodra de tent staat, en de show start, begint het publiek aan dat grootste Amerikaanse vetprobleem te werken. Tussen de acts door leunt de film op James Stewart. Met reden permanent geschminkt steelt hij onherkenbaar de show. De Mille zelf lijkt zich vooral thuis te voelen als het misgaat. Van mij had de film met de ramp mogen beginnen. Wat een chaos. Wat een decor. Nightmare alley. Trouwens, voor alle leeftijden? Echt niet. 'Why is it whenever he's around I'm all wet?' 'In more ways than one.'

woensdag 17 augustus 2016

Chicago

'How can they see with sequins in their eyes?' De NY Times heeft bijna alle 'best picture' Oscar-winnaars trouw in haar 'duizend beste films'-lijst opgenomen. Eigenlijk jammer, want zo geef je de contemporaine critici keer op keer gelijk. En dat terwijl ambachtelijkheid dikwijls overheerst. In casu: Chicago. Een musical die de selfie-wetten van de showbiz op de stiletto-hak neemt. Die meta begint nu toch wel ongemakkelijk te voelen. In hoeverre is een parodie nog een knipoog als je er zelf 'stars in your eyes' hebt? De jazz-tunes van de soundtrack schreeuwen om een melancholische Randy Newman-injectie. Slechts de loser-ballade van John C. Reilly komt in de buurt. Mister Cellophane beklaagt zich zijn eigen onzichtbaarheid. De cuckold van moorddiva Zellweger laat zich vermakelijk door zijn ontrouwe eega wegspelen. Zij droomt zich een ster. (In het begin zijn alle liedjes haar fantasie, een zeer tof idee.) Bitchy Jailhouse Rock regeert later. 'I fired two warning shots. Into his head.' De sappigste song swingt dankzij de sterke 'mama' Queen Latifah. Aan het eind belanden alle jail birds met de hulp van gladjakker Gere dan toch nog op het echte podium. Camerawerk en edits zijn daar van flitsende klasse. Driedimensionale suggesties, zelfs op een klein scherm. Die technische Oscars zullen óók wel gewonnen zijn. 'Let's all stroke together, like the Princeton crew.'

The Longest Day

'When I give the word everything pops at once. Okay?' Het werd (weer) hoog tijd voor een 'duizend bommen en granaten'-film. Geen exotisch oorlogssprookje zoals For Whom The Bell Tolls, maar catharsisch knallen met de allies en de jerries. Voor massaspektakel zit je goed bij producer Zanuck. Logistiek gezien moet The Longest Day bijna net zo'n heksentoer zijn geweest als de D-day invasie zelf. (Meerdere regisseurs, meerdere talen, en denk aan al het peperdure camera-equipment dat ter land, ter zee en in de lucht 'ging'.) Alle acteurs die er destijds toe deden, draven mee 't strand op. In de eerste plaats natuurlijk de oude patriot John Wayne. Had dat niet Mitchum moeten zijn, peinsde ik nog teleurgesteld. Een tweetal tellen later verschijnt ook die knauwende rakker al in beeld. En daar houdt het niet op. Burton en Connery bij de Engelsen, een jonge Lemmon, en nog vele, vele anderen. Voor verfijnd acteerwerk hebben al die cameo-sterren geen kans. Soms is dat jammer – ik had best meer van de manke Henry Fonda willen zien – maar het gaat om de actie. De mooiste blitzscene volgt al snel. Het prachtige Normandië gezien vanuit een vliegtuigje dat richting een belangrijke brug moet 'gliden'. Stille wateren, diepe gronden, luide knallen. De Duitsers mogen mokken op Hitler. 'I wonder what "bitte, bitte" means?'

dinsdag 16 augustus 2016

Une Affaire des Femmes

'Jij bent nergens vóór, alleen maar tegen mij!' Cynisme en Chabrol, dat blijft wél een goed huwelijk. Opmerkelijk genoeg roept juist zijn Tweede Wereldoorlogs-film eerst nog iets aangenaam sentimenteels op. Misschien komt het door het Au Revor Les Enfants-hoedje. De fragiele drager staat als nieuwetijdskind opzichtig naar de liefde van zijn moeder te hengelen. Die krijgt hij echter niet. Natuurlijk niet. Isabelle Huppert – Chabrols favoriete actrice – heeft een nieuwe liefde. L'argent. Zij leert gedurende de oorlog dat er tal van manieren zijn om centjes te verdienen. Pa brengt allang niets meer binnen. Hij wankelt rond als een desolate Salinger-antiheld. Compulsief vluchtend in krantenknipsels. Ik zat te 'rooten' voor hem en zijn jongere tegenhanger. Maar Chabrol interesseert zich niet voor familiale eenzaamheid in rammelende huisjes aan het spoor. Hem boeien juist de harde kanten van het verhaal. Huppert die manlief inwrijft – tijdens het uitwrijven van een onderbroek! – dat hij een lafaard is. (Met zeker bewijs in handen.) Huppert gedraagt zich zo steeds meer 'als man'. En hier zit de koele kracht van het verhaal. Oorlog biedt kansen tot schimmige praktijken en louche handeltjes. Dat het manvolk later wraak neemt op de vrouw die het aandurfde haar eigen boontjes te doppen, dat is niet langer het cynisme van Chabrol, maar dat van de wereld.

Stage Door

'You ought to stop at a filling station and get pumped up.' Hebben we een humeurtje vandaag? Zeker. Niks snoetige meisjes. Deze divas zijn 'snooty'. In een chaotisch vrouwenhuishouden wonen een tiental actrices 'in wording'. Hosselen voor het beetje huur, en dan hopen om ontdekt te worden. (Zonder al teveel panties te moeten verwijderen.) Stage Door – noem het een musical zonder liedjes – barst van het vertrouwen. Zo opent de film met een hele zwik expres slechte wisecracks, opdat dáár weer (betere) wisecracks over gemaakt kunnen worden. Nog gewaagder, sexy Ginger Rogers doet een expres slecht dansje. En het is zo'n beetje haar enige dansje! Tot overmaat van ramp geeft Katherine Hepburn ook nog even een expres slechte toneelperformance. Chaos reigns dus. En ja, dat is fijn. Zeker op screwball-tempo. Niet nadenken, gaan. Zelfs de kater blijkt een poes. Miauw! Hepburn maakt als laatst aangekomene in huize Foot Lights een gedenkwaardige entree, getooid met heuse Tommy Cooper-hoed. Zelfs heur haar piekt er even verstrooid tussenuit. De andere meisjes weten er wel raad mee. Toch bereikt juist Hepburn – met a little help from a friend – het grote podium. Tegen die tijd schuift de film alleszins galant op van gein naar pijn. Een beetje zoals Bullets on Broadway dat jaren later deed. 'She ain't exactly a flat, dearie, just a slow leak.'

maandag 15 augustus 2016

For Whom the Bell Tolls

'That's all we have in Spain now... accents.' Heel Hollywoods oorlogsbudget werd opgeslokt door deze film, gok ik zo. Vanaf de muzikale ouverture tot de eindexplosies paradeert For Whom The Bell Tolls statig rond. Een beetje borstroffelen doet niemand kwaad. De film ziet er werkelijk heerlijk uit. Duister in schilderachtige grotten, weids en schitterend in de bergen, wanneer de Spaanse republikeinen zich dan toch maar eens buiten begeven. Dit stelletje hele en halve gypsies wordt geleid door de vurige vrouw Pilar. Een waar Carmen-typetje. Ongetemd en een tikje fout. Die hete Spanjaarden, ze hebben toch een rustgevend blank middelpunt nodig, zo lijkt het scenario te denken. Gary Cooper brengt de ratio, maar oogt mij te bedachtzaam en gladjes voor een Hemingway-held. Niet genoeg machismo. Zoals een Spanjaard analyseert: 'No beard. He has no beard!' De romance van Cooper met de kortgewiekte Ingrid Bergman is wel leuk. Samen in de slaapzak. 'Did I muss up you hair?' De eerste helft van de film gebeurt er aangenaam weinig. Cooper verklaart zich een Republican – een duidelijke inside joke – en de Peckinpaheske flashback naar dorpse gruwelen werkt krachtig. Daarna trekt men - als gezegd - naar buiten voor die spectaculaire special effects. Cooper lijkt zijn belangrijkste monoloog zelfs af te raffelen. Actie! 'The old man and a dynamiter.'

The Prisoner

'Watch. Wrist. One.' Drie eenvoudige woorden vatten de afrekening handzaam samen. Een niet nader genoemde politiestaat arresteert een kardinaal, vlak na de mis. De sterke openingsscene kan zo in een grootse Hitchcock-film. Een gedoemde te midden van de massa. Om hem heen voelen de mensen dat er iets staat te gebeuren, agenten bewegen zich schichtig. Eén briefje spreekt bijbelse boekdelen. Even later zit de gevangene in zijn cel en begint het breken van de martelaar. 'Psychology, they call that. It's very modern.' Nieuwe tijden, nieuwe tactieken, maar met dezelfde resultaten als de inquisitie. Er waren landen die deze wat slome film anti-katholiek en pro-communistisch vonden, maar het tegenovergestelde valt evengoed te beweren. Met (on)zekerheid is het vooral de kardinaal zelf die schittert. Dat krijg je met Alec Guiness in de hoofdrol. Kaal en sereen heeft hij in mijn fantasie wat van Foucault. De gelaten wijsheid van een filosoof. Zijn vlakkere ondervrager (Jack Hawkins) begint te puzzelen op zwakke plekken. Waar zitten de 'vices'? Hij verleidt de geestelijke tot zelfkwelling en zelfhaat. Soms lijkt het op Murder in the Cathedral van Eliot, een andere wat Britse toneel-ontleding van religie en staat. Uiteindelijk wordt het breekpunt gevonden bij de ultieme katholieke schuldige: de moeder (en níet de maagd). 'It’s your mind we want.'

zondag 14 augustus 2016

Oliver Twist

'There's an expression of melancholy in his face, my dear.' Stemmige Dickens-adaptatie van Lean. Een man die het misschien wel net té vaak in de bekende werken zocht. Hier is hij echter absoluut op dreef. Net als de cinematograaf Guy Green. We zien de wereld van Oliver in fenomenaal chiaroscuro. Prachtige schaduwen. Warme harten lijden in donkere huizen, daar waar slechts in de kleinste hoekjes goedgeplaatste lampjes branden. Bestaat er eigenlijk een Oscar voor belichting? De rol van Oliver wordt vertolkt dooor een Andy Schleck-menneke. Deze 'bag of bones' mag verdraaid weinig zeggen, in een film die toch naar hem vernoemd is. Zijn fraaiste momenten beleeft hij bij de 'coffin maker'. Een nacht tussen de kisten. In een re-write zou ik hem best willen zien blijven. Daar zit ook een goede film in. Eerst de angst voor de dood, en dan langzaam je plek vinden in die bijzondere setting. In 'werkelijkheid' gaat Oliver natuurlijk naar het grootste Londen. Daar wacht Fagin (Alec Guiness) op hem, getooid met een veel grotere haakneus dan ze hem anno nu zouden durven geven. Fagins smoezelige geldpaleisje ziet er ook weer prachtig uit, al duurt het gappen met gabbers-plezier kort. Het einde kondigt de latere Lean aan. Het wordt allemaal nogal massaal. 'Don't you want to be a book writer?' 'I think I'd rather be a bookseller, sir.' Lean had het kunnen zeggen.

One Potato, Two Potato

'Get your business elsewhere, this isn't a motel.' Een stelletje op straat, romantisch aan de wandel. Tot het felle zoeklicht van de politie hen 'betrapt'. Zoiets kan alleen een zwart-wit paar overkomen. Het jaar: 1964, maar zou er erg veel veranderd zijn? One Potato, Two Potato hakt erin. Een ongelofelijk sterk drama, en vooral, zó ongelooflijk pijnlijk relevant. Ik snap best dat mensen als stammenbeestjes met reptielenbreinen wat ongemakkelijk worden van 'de ander', maar ooit moet je daar toch boven kunnen staan.. Met hulp van de staat, desnoods. Teveel gevraagd, blijkbaar. De politie doet aan racial profiling, rechters zijn op witte handen. De donkere man weet het. 'If I was a white man, I could shoot him and be acquitted.' Nu moet hij alles opkroppen. Zijn gezicht hangt er scheef van. De moedeloze grijstinten-klasse van de film zit niet alleen in die hoofdrol. De entree van de blanke bad guy is ook memorabel. Net als The Gunfighter keert hij terug naar een lang in de steek gelaten vrouw en kind. Hij speelt meteen ongelooflijk lief cowboytje met zijn dochter. De ware knal volgt echter als hij doorkrijgt wie de nieuwe pa is. In een perfecte, poëtische cirkel bekijkt de donkere man een western. Een genre vol ongelijke strijd. Hij houdt het niet meer. Wat een woede, en wat een einde. Racisme maakt méér kapot dan je lief is. Alles.

zaterdag 13 augustus 2016

The Gunfighter

'When you get him unastonished, tell him to take care of my horse.' De problemen van de VIP. Iedereen wil wat van je. Staart je aan. Of erger. Haters gonna hate. Een 'bekende westerner' is back in town. De jongelui pochen, wat een sof. Hij ziet er wel heel gewoontjes uit. De jonge haantjes smeren de sporen. De gunfighter – a little older, a little tireder – heeft daar helemaal geen zin meer in. Een vroegoude Gregory Peck, zelf slechts 34, ziet er gepast afgepeigerd uit. Foute snor. Hoed diep over het voorhoofd. Doffe blik in de ogen. De roem, heeft 'm lamgeslagen. In de 'palace bar' hoopt hij in enige rust zijn ryes weg te tikken, maar dat gaat zomaar niet. Zijn kunstjes zijn vereist. 'How'd you like to see that street out there full of gunplay?' De barroom loafers (pracht bandnaam) buzzen als vliegen om hem heen, en ze laten zich niet meer verjagen. Het fijne script werkt met kleine verhaallijntjes die langzaam maar zeker het onvermijdelijke net sluiten. Een paar mannen in de achtervolging. Eentje achter een zolderraam. En een vrouw in een verstild klaslokaal. Terwijl Peck peinst over een leven dat te vlug voorbij is gegaan, komt het gevaar elke minuut dichter bij. 'Loopt die klok bij?' De gunfighter wil zijn terugkeer rekken, zijn vrouw zien, zijn tijd bevriezen. Hij laat zich door hijgerige omstanders overtuigen dat alles nog kan. Nee, hij overtuigt zichzelf. 'I drew first.'

True Love

'Mijn eigen vriendin op de bachelor party!?' Huwelijken in films. Nooit een goed idee voor de personages, altijd een goed idee voor de kijker. Geen suf boy meets girl gedoe, maar alles wat erna komt. Die echte existentiële shit. De twijfel. In True Love gaan twee piepjonge Italo's trouwen. Recht uit het ouderlijk huis. Madonna en Terminator-posters nog aan de muur, kinderachtig gekibbel in hun karakter. Zeker de jongen lijkt niet aan toe. Hij wil nog elke dag een bachelor party beleven. Lekker drinken met de maten. En nu moet hij nadenken over de kleur van de aardappelpuree op zijn bruiloft. Blauw!? 'Ja, dat past bij de de kleding.' De vraag schemert in de donkerblauwe New Yorkse nacht... Is die aardappelpuree net zo unreal als hun liefde? In honderd minuten toont regisseur Nancy Savoca deze licht-nostalgisch gestemde worsteling. Het gebabbel in het Bronx 'tawkin'-taaltje kennen we. (Je zou eens een andere subcultuur van Amerika willen zien.) Maar de soundtrack is fenomenaal. Vol slijpers en deep cuts. De drums bij Pam Russo kletteren zo gaaf. Met een vrouw als regisseur ben je verzekerd van minstens één goeie seksscene. De erotische vlinders moeten dan maar als tegenwicht dienen voor het oversteken van die Graduate-kloof. Ineens een ander leven. Een bruid in protserig toilet op protserig toilet. 'Let's not get domestic.'

vrijdag 12 augustus 2016

Goldfinger

Had gewoon Oddball moeten heten natuurlijk. De Koreaanse maestro is de ware held én schurk van de film. Met dodelijke bolhoed, voor die echte Kuifje-vibe. Van Oddballs einde wordt ook echt wat gemaakt, terwijl dat van Goldfinger nogal vergezocht aan de film is geplakt. Maar ja. Vergezocht. Lekker criterium voor een Bond-film. Dit zijn reclamedromen. Drankjes, auto's, en in je spare time lekker golfen. Vrouwen bij de vleet, en wanneer het zo uitkomt als menselijk schild. Connery schrijdt met Graziano Pelle-smirk door dit lekkere leventje. Wanneer de Chinezen hém veertig miljoen per jaar zouden bieden zou hij ook overlopen. Dan kan de mythische 008 het overnemen. (Een leuke running gag.) Qua spanning biedt Goldfinger één echt geslaagd moment. Het gouden lijk, gevangen in een Fincheriaans shot. Connery lijkt oprecht aangedaan. Skin suffocation. Zou het bestaan? In deze fase van de Bond-franchise verdwijnt de duisternis al snel weer, peddelend op onbewolkte greens, of in de blue air dartelend met busby babes. Pussy Galore! Een naam zo schaamteloos fout, dat het haast respect oproept. 'You like close shaves, don't you?' In de amusante finale neemt varkenskop Goldfinger de hele bups mee naar varkensland Amerika. Daar toont hij hen op een 'Hood's Convention' (gangstarap-titel!) de ultieme jongetjesfantasie. Lekker maquettes bouwen.

Romeo and Juliet

'Was ever book containing such vile matter so fairly bound?' Shakespeare door een Italiaans trouwringetje gehaald. Dino de Laurentiis produceerde met sexy klasse en Nino Rota zorgt voor de toegankelijke thema's. Een beetje Lord of the Rings-achtig zelfs. Weelderig en zwierig. Ook een Shakespeare-hater als ondergetekende ging er makkelijk in mee. Niet in de laatste plaats omdat de Italianen vooruitlopen. In '68 hing die seventies-gaze en haze al in de lucht. De klassieke tekst lijkt zowaar aardig behouden, en dus kunnen we genieten van 'saucy boys' die elkaar bestrooien met gepeperde uitspraken. 'Now hie thee home fragment!' Verona vormt het fraaie decor, al speurde ik vergeefs naar torentjes. In Florence begonnen de strijdende facties hun koopmanshuizen tot forten om te bouwen. Verona heeft gelukkig nog genoeg schilderachtigs te bieden. En als de fresco's en kerken niet opvallen, dan zijn er de mensen. Chique vrouwen met honingraat-hoeden van diamanten! De fonkelende ster is een piepjonge Olivia Hussey, Zij speelt als Julia de rol van haar leven. Vol vuur, verbaasde ogen en ongerepte sensualiteit. Onbevlekte ontvangenis in strak corset. Gedoemde ademtochten in een grimmige grafkelder. Het Jezus-trucje van de monnik gaat daar de mist in. Natuurlijk. In zijn eerste shot ruikt de man al nét te verlekkerd aan het verboden kruid.

donderdag 11 augustus 2016

Airplane!

Roger, Clarence en Oveur zitten in een vliegtuig. Zegt de ene... 'Roger.' Huh?' Zal ik als serious cat sikkeneurig doen? Dat zou in de malle wereld van de Zuckers betekenen dat ik dit stukje mét sik neurie. Hun trademark spervuur aan verbeelde woordgrappen dendert maar door. Een drinking problem wordt dan ook echt een drinking problem. Zo flauw dat het flauw blijft. Geef mij dan maar een woordgrap die op woordniveau scoort. Zoals de Jive dudes, wiens 'negro slang' (gheh...) op hilarische wijze van ondertiteling is voorzien. Wanneer het ganse vliegtuig in hoge nood naar een dokter speurt, verschijnt good ol' Leslie Nielsen als geroepen. Hij helpt de droogkloterij vooruit, en verlost zelfs een patiënte van enkele eieren. Dat neigt naar Japans absurdisme. Onnavolgbaar en niet eens meer uit te leggen. Leggen, get it? Voor het zover is, vermaken we ons met filmreferenties. Tatata, de vin, vanzelfsprekend. En Saturday Night Fever in een flashback. Díe film staat niet eens in de NY Times 1000. Schandalig. Zo cultureel relevant! In de marge doet de verslaafde maar verder absoluut doortastende reddingsoperatieleider aan Trump denken. Hij poseert alvast presidentieel voor zijn portret. Airplane verliest verder geen tijd. In tachtig minuten jagen we door elke mogelijk ingeving en uitgang. Short and snappy. 'I am serious. And don't call me Shirley.'

The Citadel

'Stop looking as if you swallowed one of your own prescriptions.' Een 'Aios' trekt vol vertrouwen naar een Welsh mijnwerkersplaatje. Natuurlijk valt dat allemaal bitter tegen. Bitter als echte medicijnen. En niet de nepmiddelen die zijn voorgangers aan de arbeiders voorschreven. Zijn baas ligt al depressief in bed. Een nieuwe vriend pleit voor explosieve maatregelen. Vooral in die ijzersterke openingsfase barst The Citadel van allure. Er zijn flitsende momenten van geluk, en huiveringwekkende vol waanzin. De film toont bijvoorbeeld een even wonderlijke als beklemmende bevalling. De baby komt onwerkelijk groot tevoorschijn. Verstijfd als een alien. The horror, the horror. Meer moeite heeft de arts met het plaatselijke 'schooljuffie'. De fenomenaal fantastische Rosalind Russell torent in een slim shot boven Ronald Donat uit. Ze vormen vlug een fijn paar. Zij op de fiets, hij lopend. Helaas worden de kwaliteiten van Russell nauwelijks benut. Nadat de twee een kleine Pasteur-manie beleven – verhinderd door een caviabevrijdingsfront! – raakt de film verstrikt in epische bedoelingen. Weg van de mijnwerkers, op naar de rijkelui van Londen. 'Ik adviseer je een man te nemen en kinderen te krijgen.' Dokters aan het golfen. Realistisch, maar het slot wordt afgeraffeld. Als je niet weet hoe je epos te beëindigen, houd je gewoon een rechtszaak.

woensdag 10 augustus 2016

The Kidnappers

'Christ is the head of our home, the unseen guest at every meal.' Immigranten grijpen snel terug naar die goeie God. Bidprentje aan de muur. Geweer eronder. Old times in Nova Scotia, alwaar Schotten en Nederlanders nestelen. Een Oudtestamentische kerel met Lincolniaanse baard runt er zijn keuterboerderij met strenge hand. Opa is Schots en moet niets van de 'Boeren' hebben. De oorlog in het verre Suid-Afrika wordt fanatiek meebeleefd. Ook een vorm van houvast allicht. Wel heeft opa een geldig excuus: zijn zoon is er gesneuveld. Nu zit hij met diens kroost opgescheept. Jongetjes van de nieuwe tijd. 'I don't know what to say to them' biecht hij aan oma op. In de klas komen zijn kids wél de Hoofts en de Bloems tegen. Ook hun ouwelui kunnen almaar lastiger buiten de deur worden gehouden. De lieve film heeft hart voor Hollanders. 'Wij' zijn geen stugge lui, maar vriendelijk besnorde goedzakken met authentieke accenten. 'It's de troed!'. Enkel het stel flaporen verraadt een cliché. De wat al te zware filmtitel verwijst naar één van de kleine avonturen. De jongens vinden een 'babbie', en verstoppen 'm in de schuur. Het lijkt een opmaat voor religieuze metaforen – denkend aan Whistle in the Wind – maar het blijft kabbelen. Rimpelingen in het water, verstoord door wat te overheersende muziek. Net na een 'make no noise!' valt dat onhandig op.

National Velvet

'What's the meaning of goodness, if there isn't a little badness to overcome?' Verrassend leuke paardenfilm. Jawel, paarden. 'I hate them.' Ik wel. De piepjonge Elizabeth Taylor verkeert in haar Penny-fase. Met beugelbitje in. Zelfs in bed ligt ze vervuld van erotisch-religieuze vervoering te rijden. Ik verzin het niet. De film bevat sowieso genoeg familie-malligheden. Nagels van het enige jongetje worden gelakt. Billen krijgen tikjes. Ook de ouders plagen wat af. 'Hysterics. Past his bedtime!' Zo wordt het net een liedjesloze Henry Orient of Meet Me in St. Louis. Als bonus krijgen we wel de wijsheid van de moeder erbij. Zij beschouwt als een TS Eliot over dromen en kansen. 'There's a right time for everything.' Zwerversjongen Mickey Rourke komt op een dag aanlopen, en intensiveert met zijn kennersoog de paardenliefde van kleine Taylor. Met zijn haast onafscheidelijke pet en bolle toet, lijkt Rourke net een Kameleon-held. En zo'n soort verhaal is dit ook gewoon. Een echte kinderfantasie. Elke dagdroom komt tot leven. (Net zoals ieder jongetje fantaseert dat ie 'als twaalfjarige het EK beslist.') De idiote finale – inclusief jockey met Peter Sagan-accent – trekt naar Londen voor de Grand National. Het melancholische verleden van Rourke blijft zo ondanks de hints onbesproken. Net als dat van moeder en zíjn pa. Ach... Niet kniesoren maar hinniken van plezier.

dinsdag 9 augustus 2016

The Homecoming

'That man has a diseased imagination!' Pinter 'zei' het zelf. Zijn sardonische toneelstukken zuigen en schuren. Zou The Homecoming de bekendste zijn? Een mannenhuishouden ontploft door een onverwachte thuiskomst van één van hen. Met vrouw. In de eerste akte nemen de 'vaste bewoners' elkaar nog lekker vilein de maat. Zoals ze dat al jaren doen. Oude pa zwaait met zijn grote stok, en kleineert zijn lichtjes verwijfde broer. Schaduwgevechten all around. Enkel de daadwerkelijk boksende zoon houdt zich gedeisd. In dit spar-rondje imponeert vooral Ian Holm. Het broeierige crimineeltje hult zich in een goeie leren nazi-jas. Zwarter dan de tanden van zijn pa. Murder on his mind. Dan verschijnt de broer die zich ontworstelde aan dit slagersmilieu. Terug in het ijzig koude – goed 'gecaste' pand. Bikkelharde tegels op de trap. Fel abattoir-licht. De inrichting totaal uitgebeend. De teruggekeerde doet zich voor even opgewekt voor en paft de vele sigaren mee. Maar net als mijn gebruikelijke toneellimiet van één uur begint te kriebelen, stort Pinter zijn personages in een peilloze diepte. De immoraliteit grijpt definitief om zich heen. Het draait om die 'tart'. Natuurlijk. Bizar, maar raak detail: actrice Merchant was ooit met Pinter getrouwd. Ze dronk zich na hun scheiding dood. Da's bijna een Pinter-stuk op zich... 'Go and find yourself a mother!'

A Nightmare on Elm Street

'Warm milk, gross!' Die gouwe ouwe ongerepte tijd van moeder(s)liefde verdwijnt in een nacht vol lange messen. Wes Craven leeft zich in deze eighties-klassieker uit met een stel opgroeiende rich kids. Hun slaapkamers volgestouwd met fijne apparatuur, platen, merkkleding. En tv's natuurlijk. Misschien dat de angstmeester uit hun dromen daarom op een echte mediaheld lijkt. De hoed van Michael Jackson, de mechanische hand van een superheld, en een gruwelijk verleden, waar ze op de pulp-tv nooit genoeg van zouden krijgen. Kortom, Freddy Krueger is een held van onze tijd. En eigenlijk niet serieus te nemen. Eerder een 'grappig' videoclip-personage dan een schurk. De bloedbaden daarentegen... Weten dat je droomt en de boel toch niet onder controle krijgen. Craven fokt alleraardigst met het onderbewuste. 'I brought something out from my dream.' Ik zal me niet aan al teveel Freudiaans academisch geneuzel wagen, maar dat Freddy een laatste terugkeer van de Vader als Boeman moet zijn, lijkt me duidelijk. Net nu de dochters zich losmaken uit het gezinsverband. (En in bed duiken met andere plannen dan slapen.) Na dagenlang schreeuwen en trauma's verwerken, kijkt één van de meisjes in de spiegel. Ze treurt niet om haar dode vrienden. Neen. 'God, I look twenty years old.' Dat is de Buzzard-mentaliteit. 'Morality sucks.'

maandag 8 augustus 2016

The Ballad of Cable Hogue

'Now, that is a picture.' 'You've seen it before.' Allebei waar. In het oeuvre van Peckinpah vind ik The Ballad een opmerkelijk buitenbeentje. Een poging tot komedie, sexy zoetsappigheid en muzikaal sentiment ineen. Niet het eerste waar je aan denkt bij de rauwdouwer. De picareske western-humor heeft veel weg van Little Big Man, van hetzelfde bouwjaar. Kluchtig en platvloers, vooral wanneer het decolletés betreft. Doe mij toch maar stadse gein. Wat was het leuk geweest als ze naar 'next stop: San Francisco' of New Orleans gingen! Alhoewel... Crocodile Dundee. Geestverwant Cable Hogue hoort thuis in de woestijn. Dwalend en tegen zichzelf pratend. De simple Alleman wordt door twee verraderlijke kompanen aan zijn lot overgelaten. Het levert hem uiteindelijk toch wat(er) op. 'Cable Springs!' Zijn leven loopt plots een stuk vloeiender. Zakenlui krijgen te maken met Cable's unieke onderhandelingstactieken. Een hoertje met zijn geur. Zij heeft het hart en naambordje op de juiste plaats. En al het andere ook, zo weet Cable's enige kompaan op te merken. Deze oversekste priester en Cable hollen in fast forward achter elkaar én playmate Stella Stevens aan. Ik ging pas grinniken toen de auto verscheen. Dat is toch altijd weer prachtig. Het herfsttij van de frontier. Het einde van een era, met Cable als de laatste Mohikaan. 'Right here! Waiting!'

Pride and Prejudice

'Mr. Bennett, you must find out what money they have.' Eén van de meest geliefde auteurs van Hollywoodland, die Austen. En als je zo'n zinnetje hoort... Kan het kapitalistischer? Onder adaptatie-studie-adepten mag men de vele versies van Pride and Prejudice graag afwegen. Dit exemplaar werd als 'supervrouwelijk', om niet te zeggen 'meisje-meisjes'-film omschreven. Geen gelaagde inhoud, maar lagen aan jurken! De diepgang van een dubbeltje dus. En een dubbeltje... Daarvoor doet moeder de hen geen stap vooruit. Haar vijf gouden eieren (ik bedoel, dochters) moeten miljonairs vangen. Zo kakeldekakelt een half uur voorbij. Lichtvoetig trippelend, zelden venijnig pikkend. In de marge kunnen we meegiechelen om het lelijke eendje. Zij leest 'Burke's essay on the sublime and beautiful'. Met de entree van Olivier als Mr. Darcy krijgt de film wat meer focus. Daar is dan toch weer een man voor nodig, zouden feministen gruwelen. Darcy doet samen met zijn zus lekker vilein. Een schtick die in de horrorfilm Crimson Peak nog alleraardigst werd geleend. 'I'm in no humor tonight to be of consequence to the middle classes at play.' Greer Garson bekt terug, maar de weemoed en de galante scherpte van een Little Women blijven achter de groene heuvels verscholen. Hollywood maakt van Engeland een maniertjesland. 'Lacks-a-daisy!'

zondag 7 augustus 2016

L'Amour l'Après-Midi

Bliep bliep. De Franse avant-garde belt. We hoeven niet zelf op te nemen. Daarvoor hebben we een bloedmooie secretaresse ingehuurd. Gehuld een minuscuul rokje, ook in januari. Het zesde en laatste deel van Rohmer's Contes Moreaux is het meest 'seventies'. Denk: piekfijn geklede mensen met onwaarschijnlijk slechte kapsels. Een wat onfranse man peinst na die tinkelende intiteling over zijn leven. 'Sinds mijn huwelijk vind ik alle vrouwen mooi.' Zijn mat wappert blond in de wind. Het geeft hem een vleugje noordelijke onzekerheid. Hij lacht wel naar zijn secretaresses, maar leest liever boeken. Als het even kan met iemand in zijn buurt. Zijn zwangere vrouw bijvoorbeeld. De 'seven year itch' klopt niet op de deur, ze dondert binnen. Chloe verschijnt op een dag op kantoor, en gaat niet meer weg. Actrice (en model) Zouzou was de Scarlett Johansson van haar tijd. Hees in stem, lijzig in lippen. Zij begint het spel der spellen. Kan ze deze onwillige dromer versieren? Tussen het aantrekken en afstoten door serveert Rohmer aardige gedachten over het huwelijk. Om samen te kúnnen leven moet er water bij de wijn. Beide partners gaan een bescheiden rol spelen, opdat de sfeer goed blijft, maar de emoties ongeuit. Chloe is het totale tegenovergestelde. Recht voor de raap, en niet voor de poes. Wie de blouse past trekke 'm an. Vileine koketterie.