woensdag 19 juni 2013

Beasts of the Southern Wild

Hele fijne Amerikaanse indie. Ik moest aan Gilliams Tideland denken, en niet voor het eerst. Die film van Gilliam leek bij het kijken mislukt, maar kwam dat niet gewoon door zijn grote naam? Krijg toch het gevoel dat hij wel wat aardige dingen aanstipte. Beasts of the Southern Wild opent met een prachtig haast symfonisch in intensiteit toenemend 'intro' van zeven minuten, tot de titel verschijnt. Het zet daarmee meteen de toon, voor een debuut vol zelfvertrouwen. De film gaat over een meisje dat in zeer bijzondere omstandigheden zelfredzaam dient te worden. Het mooie is, dat lijkt prima te gaan zolang de mysterieuze vader nog in de buurt is, maar naarmate de film vordert, en de vader er slechter aan toe raakt, zie je het meisje langzaam tot het jonge kind worden dat ze is. Pa en meisje wonen in een Peter Pan-achtige wonderwereld, die ze de Bathtub noemen, ergens in het moerassige zuiden van de VS, een gebied dat officieel onbewoonbaar is verklaard. Dat weerhoudt tientallen hele en halvegaren er niet van er hun geheel eigen maatschappijtje op te richten. Maar net als in Take Shelter haalt de ecologie het paradijs in. 'The storm is coming!' Het vormt het begin van het einde voor ons tweetal, want de stormen komen niet alleen van buiten. Een tijdje hoopte ik dat pa 'gewoon' een gek was, die af en toe in een ziekenhuisjurk loopt omdat ie weer eens is ontsnapt uit de loenatik-kliniek. Maar het is erger dan dat. De film nadert zo (ook door de Beirut-fraaie maar schmaltzy soundtrack) zonder meer het sentiment, maar zet daar bijvoorbeeld een sequentie als de volgende tegenover. Het meisje komt plots met de buurtkinderen 'een kapitein' tegen, die in een soort Wes Anderson-logica denkt, en de kinderen naar een dansavondje (of is het een hoerenboot?) meeneemt. Daar vindt het meisje kortstondig de moeder die ze zich al zolang wenste. Iemand die je gewoon even optilt. Faulkneriaans.

Geen opmerkingen: