maandag 23 juli 2012

A Man Vanishes

De sixties, toch wel het boeiendste naoorlogse decennium. Kunst en revolutie gingen hand in hand. Letterlijk, door de opkomst van handzamere camera's kon men de straat op. En dan kreeg je semi-documentaire films zoals Brian Holzman's Diary, en deze. Uit Japan. Nu klonk Catfish altijd al een beetje Japans, en ze tonen zich hier ook even goed in het 'is het nou feit of fictie'-spel. Een beetje van beide, waarschijnlijk, maar de film is het leukst toen ik nog volledig geloofde dat dit een narcistische documentaire in Atonioni-stijl was. Een filmcrew gaat op zoek naar een verdwenen kerel. Hij is al twee jaar onvindbaar, ook voor zijn geliefde, die mee op onderzoek gaat (enzelf vaak geïnterviewd wordt). Aan concessies doet regisseur Imamura nooit, we krijgen de info zonder duiding, en met piepkloink-begeleiding onnavolgbaar modernistisch over ons uitgestort. En dat is een klein uur lang geweldig. Bezoekjes aan mediums, straatinterviews, milkshakebars, het gáát maar door. En vooral: men práát maar door. En dat alledaagse kijkje op Japan, het is magisch hoor. Maar na een uurtje begint de aandacht van de crew zich te verleggen van de verdwenen man, naar haar achtergebleven liefde. En vice versa. Nu wordt de film niet alleen steeds duidelijker fictie, opeens wordt het genavelstaar ook wat saai. Bedenk dat Brian Holzman's Diary de hélft van de speeltijd van A Man Vanishes in beslag neemt... Die lengte begint zich te wreken, jammer, daardoor wordt dit meer een intellectueel genoegen, vol filosofische uitweidingen. Wel een zeer groot genoegen.

Geen opmerkingen: