maandag 31 augustus 2009

La Vie de Bohème

Het was lang geleden dat ik nog 'ns een Aki Kaurismäki zag. Deze is behoorlijk atypisch, al was het maar omdat ie op een verhalenbundel (en de bekende opera van Puccini) is gebaseerd en in Frankrijk werd opgenomen. De uiteindelijke film is desondanks (en zeker in 't begin) de bekende droge humor, al is 't bij vlagen wat romantischer, met een orkestmuziekje erbij enzo. Zoals de titel al doet raden is 't eigenlijk een soort Nescio met wannabe-artiesten. Een schildertje, een componistje en een schrijvertje, ze dromen zich titaantjes, maar zijn uitvreters. Zoiets. Aki schakelde wel een hoop Finnen in, die dus Frans dienen te spreken en dat vanzelfsprekend op bizarre wijze doen. De drie scharrelen door de seizoenen heen de eindjes bij elkaar, de (Albanese) schilder, wordt verliefd en gedeporteerd, maar keert al snel terug in de bagagebak van een Trabantje. Leuke cameo is 'r voor JP Léaud, de enige fan van het oeuvre van de schilder. Niet onaardig en prachtig zwart-wit geschoten, maar 't haalt het toch niet bij Aki's Finse werk.

Chiedo Asilo

Een van de films die werkelijk jaren op mijn "to see"-lijstje stonden, zonder enige reden eigenlijk. De rip was wel te vinden, maar ja Italiaans zonder ondertiteling. Maar geduld wordt beloond en de ondertiteling was nog prima ook. De film leek ook hard op weg naar dat predikaat, maar verzandt in zijn eigen landerigheid en herhalingen. Echt jammer want er zijn een hoop magisch-bizarre momenten, had veel meer ingezeten. Een jonge Roberto Benigni woont op een appartementje met een dikke harige Italiaanse avant-garde theatermaker. Roberto's beste vriend is een wat debiele reus van een jongen met een hoog stemmetje, zelf heeft ie altijd een tape-recorder met accordeon-muziek bij en op een dag loopt hij een kinderdagverblijf in en gaat 'r werken. De hele "schtick" van de film is dat Benigni de kinderen bloedserieus neemt in de gesprekken en tegelijkertijd volkomen absurde ideeën heeft over lesgeven. Hij dropt een ezel op 't schoolplein, hij doet alsof hij zwanger is of hij neemt de kinderen mee op excursie naar een of andere gevaarlijke fabriek, waarna de politie ze in een busje komt halen en hij ze een verzetsleus leert. Ontzettend lief allemaal, maar door de absurde tijdssprongen wordt 't allemaal wat fragmentarisch. Volgens mij had regisseur Ferreri één draaidag in de winter en één in de zomer en that's it.

The Thin Blue Line

Het kostte Erroll Morris jaren om alle betrokkenen, in deze docu over een moord, voor de camera te laten verschijnen. Uiteindelijk was 't de moeite waard. Niet alleen omdat The Thin Blue Line haast een archetype van een documentaire is, Dear Zachary heeft bijvoorbeeld eenzelfde ritme. Veel belangrijker, de onschuldig ter dood (en later tot levenslang) veroordeelde kwam uiteindelijk dankzij de film vrij. En wat doet de man? Hij klaagt de regisseur aan omdat hij vond dat die niet het recht had z'n levensverhaal te exploiteren. (Of iets in die trant) En bedankt! Deze man is een "drifter" met "bushy hair" (Texas hates hippies denk ik) die in de omgeving van Dallas werkt. Als ie autopech heeft komt ie een jong gastje tegen, waarmee hij een avondje mee aan de wandel gaat. (Niks bijzonders, drive-in bios, restaurantje, beetje wiet roken) Maanden later wordt de man van zijn bed gelicht en blijkt hij een agent te hebben vermoord. Politiecorps kunnen niet meer logisch nadenken als een agent 't loodje ligt (ook weer niet zo gek natuurlijk) dus in een extreme tunnel-visie wordt de man op nul komma nul niks bewijs ter dood veroordeeld. Stel je voor, je hebt twee verdachten, één met een waslijst aan criminele activiteiten en één met een blanco strafblad, wie zet je dan in de stoel? De laatste natuurlijk! Parade aan prachtkarakters trouwens, een Tokkie-vrouw die voor geld wel even de "juiste" man als dader wil aanwijzen, en 't jonge crimineeltje met z'n small-town Texas accent. ("Smoked some marihuana and whathaveye") In een van de mooiste momenten krabt hij even in z'n haar en komen de boeien ineens in beeld. Ok, hij had al een oranje pak aan, maar toch.

Make Way for Tomorrow

Werd op IMDB omschreven als de Amerikaanse Tokyo Story, maar deze Amerikaanse semi-klassieker dateert nog van ver daarvoor. Een bejaard echtpaar roept hun kinderen bijeen, met de mededeling dat nu pa zonder baan zit ze 't huis niet meer kunnen betalen. Wat nu? De (net als in Tokyo Story) ondankbare kinderen zitten bepaald niet te springen om de ouders bij hun in huis te nemen, dus dat respect was al weg in 1937! Ieder heeft wel een smoesje. Eén van de twee, dat zou misschien nog net lukken. En zo geschiedt. Moeder zit op haar krakende leunstoel te breien en honderden kilometers verderop beledigt pa de huisarts. De film, overigens een favoriet van Orson Welles, wordt pas echt goed als het echtpaar dan nog een dag met elkaar door mag brengen, voordat pa nóg wat verder weg wordt verhuisd. Ze weten allebei dat dit de allerlaatste keer zal zijn. Als een jong verliefd stelletje dartelen ze door de stad. Het beroemde en bittere einde laat alle melodrama achterwege.

zondag 30 augustus 2009

Diner

Een man van de eighties en very early nineties, die Levinson. Naast het bekende Rain Man won ie ook met Bugsy (nooit van gehoord) een Oscar voor beste film. Pechtold hield 't in Zomergasten op Wag The Dog, maar ik keek Levinson's meest persoonlijke film, zijn regie-debuut Diner. (Getipt door Olaf) Diner is een echte vriendenfilm vol boefjesstreken en belangrijke zaken als poolen en platencollecties. "Fuck mature!" De meisjes blijven soms letterlijk buiten beeld. Het gezicht van een huwelijkskandidate, die klaarblijkelijk zonder morren een bloedserieuze American Football-quiz ondergaat, krijgen we niet eens te zien. Diner is een upper-class-film en dat is, moge wel duidelijk zijn na Whit Stillman, veel leuker dan armoede-drama's. Deze gasten hebben in het restaurantje tenminste tijd om eindeloos te lullen over de meest onbelangrijke zaken. Of je een stukkie sandwich van de ander mag, bijvoorbeeld. Alleen Mickey Rourke, verslaafd aan al dan niet bizarre weddenschappen, valt wat uit de toon. Hij lijkt de enige die moet werken voor zijn geld, in de beauty salon of all places. De anderen rommelen wat op Wall Street, in de advocatuur (wil Rourke ook wel) of teren gewoon op de toelage van pa. Dronkelap, prankster en held van de film Kevin Bacon hangt liever op de bank, de juiste antwoorden naar een tv-quiz schreeuwend. Zijn smirkin' lachje na elk juist antwoord is hilarisch. Het allerbeste moment is zoals 't hoort muzikaal en komt als de vervelendste van 't stel ineens een aardig moppie piano blijkt te spelen. Zijn maat breekt van enthousiasme en pure trots een glas. "I'll pay for it!" "My buddy!"

Distant Voices, Still Lives

Wellicht is Terence Davies een acquired taste, want tijdens het kijken naar deze flick ging ik vooral geweldig positief over The Long Day Closes denken. Dat lijkt de verbeterde (en ook latere) versie. Beide maalstroom-films vol muziek, (hier veel Benjamin Britten) a capella gezang en kunstzinnige (overbelicht, grauw, sepia) beelden. Distant Voices en Still Lives (de titels verschijnen ook apart) is een tweeluik over een working class jeugd, een agressieve vader en drie vriendinnen die allemaal gaan trouwen, met echtgenoten die ook niet deugen. Het is zingen (of janken in de bios) om 't verdriet te vergeten. Heeft ook wel wat van de sfeer van John Huston's The Dead, alleen dan dus plotloos.

Het Echte Leven

Als ik me niet vergis was Vido Liber hier al vrij negatief over, maar in mijn directe omgeving was men heel enthousiast, dus toch maar zitten kijken. Je moet naar de kenners luisteren, blijkt weer. Het Echte Leven heeft wellicht Adaptation-ambities (wat te prijzen is) en er zijn ook wel wat magische momenten, als de film in de film wordt doorsneden met dezelfde dialogen uit de casting audities bijvoorbeeld, maar Robert Jan Westdijk verknald het met een hele hoop flauwe humor. De kale grip die uiteindelijk als acteur wordt ingeschakeld lijkt sowieso net de Lama die ook bij Doe Maar Normaal (BNN's Never Mind the Buzzcocks) zit. Ik ging me ook afvragen of Westdijk zelf al de lagen in zijn film uit elkaar kon houden, hij had de "echte" laag nog wel wat duidelijker neer kunnen zetten, nu lijkt haast alles de film-in de film. (En er ontstond er bijna een soort derde laag, alsof er twee gefantaseerde verhalen door elkaar liepen)

Funny Ha Ha

Dat hele mumblecore-genre was geloof ik maar een kortstondig beweginkje, maar ik vind 't toch wel vreemd dat niemand van de regisseurs/acteurs de sprong naar een grotere film heeft kunnen maken. Net zoals lo-fi bandjes vroeg of laat ook altijd toch in de studio voor een major gaan zitten. Zeker Andrew Bujalski, die met Funny Ha Ha debuteerde en zijn stijl in Mutual Appreciation perfectioneerde lijkt er talent genoeg voor te hebben. Zelfs als acteur. Hij is hier ook op dat gebied de beste, in zijn eigen film dus, als hij een nerd speelt die een meisje mee uit drinken neemt, maar zo op haar verliefd is dat ie 't eigenlijk (al dan niet hypothetisch) alleen maar daarover wil hebben. "Why don't you have a boyfriend?" (En ondertussen dromen dat hij...) Dat meisje (Kate Dollenmayer) is dan ook een geek goddess zoals iemand op YouTube zei, waar een filmpje van 'r is te zien in een trillende massage-stoel! Zij is 't hoofdpersonage dat in tijdelijke baantjes haar tijd verdoet en waarop alle jongens (onder wie een Novak Djokovic look-a-like) verliefd zijn. Is allemaal vrij koel zeker vergeleken met 't romantische Quiet City. En oh ja, ik heb niks tegen lo-fi beeld, maar zelfs 't geluid in Funny Ha Ha hapert bij vlagen, daar kan ik dus echt niet tegen.

zaterdag 29 augustus 2009

Ride Lonesome

Mijn filmbijbeltje omschreef dit als de laatste western en in het allerlaatste shot wordt het genre symbolisch verbrand. Prachtbeeld, en ik kan 't niet beter zeggen. (Of 't waar is, is een tweede) Ride Lonesome is ultrakort en gecomprimeerd. Een bounty-hunter (Randolph Scott) pakt een mogelijke moordenaar op. Hij wil 'm naar Santa Cruz brengen, zegt ie. Op weg daarnaartoe komen ze een duo tegen (Pernell Roberts en James Coburn) die de show in de film stellen. Louche figuren, die kennisgemaakt hebben met het begrip amnestie. "Mooi woord hè". Ze kunnen 't krijgen als zij op hun beurt die moordenaar in Santa Cruz afleveren. De twee hebben een mooie mannenvriendschap, met Coburn als onderdeurtje die 't spiegeltje voor Roberts houdt als die zich scheert. Als Roberts later zijn vriendschap aan Coburn betuigt lijkt ie werkelijk verlegen. Goed, je verwacht dus een soort vete tussen de bounty hunter en 't duo maar er is ook nog 'n posse die achter ze aan zit. En dan is er nog een vrouw (Karen Steele) die iedereen bekoort dankzij haar... cupmaat. (De film tapt er zelf ook flauwe grappen over) Maf zijsprongetje, het lijkt wel of vrouwen in oude films altijd puntborsten hebben, dat komt natuurlijk door de bh's, maar waarom? Is dat nou mode of misten ze de juiste stof om een ronde bh te maken? Nou ja. In de film is 't verder wachten op de ultieme confrontatie, ondertussen rustig door de woestijn trekkend begeleid door een wat te olijke, maar toch wel mooie soundtrack.

Beijing Bicycle

Ja met zo'n titel moet er wel een soort Chinese Fietsendieven komen. Een plattelandsjongen is in de grote stad komen wonen, bij een vriendelijk familielid. Hij vindt een baantje als koerier, maar dan wordt z'n fiets gejat. Een even groot drama als in de neorealistische Italiaanse klassieker. De jongen is koppig en gaat op zoek. De film verschuift ondertussen naar een wat rijkere stadsjongen die de fiets inmiddels in zijn bezet heeft. (De film laat in 't midden of ie 'm zelf gejat heeft, of onwetend gekocht) De jongen wil indruk maken op 'n meisje, maar als ie dichtbij 'r in de buurt is wordt ie wat nukkig en verlegen. Ondertussen ontstaat er een fietsoorlog, als de plattelandsjongen hem inmiddels opgespoord heeft. (Hoe die dat voor elkaar heeft gekregen in nine million bicycles Beijing!?) Minder aspect is de soundtrack, van een synthetische lelijkheid.

Zack and Miri Make a Porno

Met afstand de slechtste Kevin Smith-film. Jammer dat ie dan ook nog de "highest grossing" is. Dat zal wel met het kinky onderwerp te maken hebben dan. Of met Seth Rogen, kennelijk een ster. Ik vind 'm hier door de mand vallen, al kan ie (dus) als excuus naar 't scenario wijzen. Hij acteert overdreven, alsof ie zich geneert, wat ook wel voor z'n tegenspeelster geldt. Dat is passend, zou je kunnen zeggen, bij het maken van een porno-film door amateurs, maar ze lijken 't te compenseren met zwaar overdreven spel. Zelfs oude bekenden uit de wereld van Smith (Jay en Randall uit Clerks, nu in andere rollen) kunnen de boel niet redden. Ook werd ik er 'n beetje conservatief van, wat een ongrappige vuilbekkerij. Het eerste wat Rogen op een high school reunion zeg tegen de intekendame is "zal ik je even beffen". En ondertussen worden homo's nog ongrappig belachelijk gemaakt: "So you guys suck each other cocks all the time?"

Avant que J'Oublie

Voelt heel wat echter dan Les Témoins, de enige andere Franse gay-film die ik zag. (Of je moet ondertonen in Les Demoiselles de Rochefort mee gaan rekenen!) Deze is bijzonder schril en minimalistisch. Een man van middelbare leeftijd, duidelijk in zwakke gezondheid, rommelt wat in zijn appartement. Dan zet ie een glas sinaasappelsap klaar en gaat de bel. Een jongeman komt binnen, ze schudden elkaar de hand. Is 't z'n zoon? Het volgende moment gaan ze uit de kleren. Het is een gigolo. De oude gays hebben een opvallende voorliefde voor pijpen, en dan niet ondergaan, maar zelf doen. Misschien doordat ze door al die medicijnen (depressiva, hiv-cocktails) de boel niet meer omhoog kunnen krijgen. Best een fascinerend inkijkje, een van mijn favoriete scènes is als het hoofdpersonage (overigens ook de regisseur) discussieert met een neurotische vriend van 'm, het gaat niet echt ergens over, gewoon kibbelend babbelen. Ook een mooi einde in "drag", een kleine ode aan Polanski's Le Locataire?

vrijdag 28 augustus 2009

Throw Momma from the Train

"You're Alive!?" schreeuwt Danny DeVito verbaasd naar zijn oude vervelende moeder. Meteen realiseert ie zich dat dat nogal raar klinkt als er net twee agenten achter 'm in de keuken staan. "Old people need reassuring" verklaart hij droogjes. Throw Momma kent een paar matige grappen (blaffende chihuahua-seks) maar is al met al een vermakelijke en dus geslaagde komedie. DeVito is een big baby die als oude kerel bij zijn moeder woont. Zij (gespeeld door Anne Ramsey) is net die gestoorde fan uit Misery. Zoonlief volgt een writers' class bij Billy Crystal (wat een rare kerel!) die deze lessen eigenlijk niet meer kan geven, want hij heeft zelf een enorm writers' block, helemaal nu zijn echtgenote (pardon Billy, ex-echtgenote) zijn boek heeft gejat en er goede sier bij Oprah mee maakt. Dan begint die dekselse DeVito hem ook nog te stalken! Billy blijft aardig maar DeVito interpreteert alles wat ie zegt verkeerd. Hij gaat á la Woody in Play It Again Sam naar de bios. Alleen kijkt hij geen Casablanca, maar Strangers on a Train en de hint is, voor hem, glashelder. "Kriss-kross! Eliminating the alibi!"

Il Deserto Rosso

Depressieve huisvrouw in distress, ze zegt een auto-ongeluk te hebben gehad, zat te denken aan La Mujer sin Cabeza, maar een gewoon ongeluk was 't niet. Werkelijk een asgrauwe film van Antonioni in een industrieel wasteland, zodanig onherkenbaar en desoriënterend dat het wel science-fiction zou kunnen zijn. De vrouw hangt wat rond met vrienden en echtgenoot, in een boothuisje bijvoorbeeld. Grote logge schepen varen langs met zware toeters. De soundtrack bliept avant-gardistisch wat zowaar 'ns een keer prima werkt om de rusteloosheid in het hoofd van de vrouw te verbeelden.

Laura

In mijn bronnen een luid bejubelde film noir, maar ik zou 'm zeker niet tot de beteren uit 't genre rekenen. Daarvoor vind ik 't teveel detective/policier. Dat ís natuurlijk ook de kern van het noir-genre, maar als 't goed is ontstijgt het dat, verstrikt rakend in zijlijntjes en wendingen. Laura (de film) is overzichtelijk en helder, al is de twist nog best verrassend. Film opent gedenkwaardig met een oude dandy in bad en een politie-detective die 'm ondervraagt. De ouwe is 'n bekende van de jonge schoonheid Laura, die vermoord is. Hij is verdachte, maar de detective ziet er toch geen bezwaar 'm hem mee te nemen op onderzoek. Ze komen bij de volgende verdachte, de verloofde van Laura. Beide heerschappen kunnen elkaar duidelijk niet uitstaan. Verdere verdachten zijn er niet, dit is de set-up en de detective (en de kijker) maar nadenken hoe 't zit. Om zich te concentreren speelt de detective een "rol vier ijzeren balletjes tegelijk in gaatje"-kinderspelletje. Ikzelf zat te denken dat de twee verdachten hun haat voor elkander slechts speelden en een samenspanning vormden. Het zit totaal anders, gelukkig maar.

La Strada

Melodrama van Fellini, een duidelijke ode ook aan de stomme films van Chaplin en co. Een meisje wordt bij d'r arme moeder weggekocht, ze wordt assistent in het eenmanscircusje van Zampano, die rondrijdt in een soort motor-vouwwagen. Het meisje trekt al vanaf 't begin Chaplin-achtige bekkies en heeft ook zo'n loopje. Later vergelijkt iemand haar hoofd met een artisjok! Ik verwachtte dat ze haar komisch talent wel zouden ontdekken, maar dit is een treurige film. De toenadering tussen de twee is moeizaam en gewelddadig, van het laatste heeft niet alleen 't meisje last. Alles loopt mis. Ben nooit zo van de epiloog die tig jaar later speelt, maar deze is gepast sentimenteel.

donderdag 27 augustus 2009

The Celluloid Closet

"Because I just went gay all of a sudden!" (Cary Grant in Bringing Up Baby) Deze docu doet denken aan Visions of Light, waar ze een rits films en talking heads langs lieten komen die over cinematografie reflecteerden. Hier is homoseksualiteit het onderwerp wat net wat aangrijpender is. (Minder technisch!) Stiekem wel dezelfde sfeer, met eveneens een sprookjesachtig strijkerriedeltje, dat het o.a. goed doet onder een fragment van een heel oud experimenteel filmpje van Edison waar een man viool speelt en twee jongens dansen. The Celluloid Closet is gebaseerd op een boek en werkelijk een soort leerzaam essay on film. We leren over 't sissy character en hoe de homoseksueel in de Hollywood-film altijd ongelukkig is en aan 't end gruwelijk sterft. The Celluloid Closet eindigt optimistisch, maar ik vraag me af of dat terecht is. We zijn inmiddels weer ruim een decennium verder en Brokeback Mountain zorgde 1) nog steeds voor opschudding en 2) het liep niet goed met de homo's af. The Celluloid Closet is echt een aanrader een film met 'n bulderende lach (Doris Day als een mogelijk lesbische cowgirl) en een traan.

Funny Games

Kan wel begrijpen dat Haneke hier een remake van maakte. In al zijn gewelddadige eenvoud een bijzonder intense en goede film. Die lugubere witte handschoentjes! De momenten vooraf (voor het sado-spel begint) zijn wellicht nog 't sterkst, als de huisvrouw probeert te doen alsof dit een volkomen normale situatie is en ze wanhopig probeert de dikke schurk het huis uit te werken. Maar dan komt die andere, een wezel-achtige sneaky Tom Ripley-figuur. Heerlijk fout figuur. Funny Games is ook berucht om 't doorbreken van de 4th wall, in 't begin vind ik 't wel leuk, maar de "afstandsbedieningscène" gaat me toch wat te ver. Het einde had van mij ook anders gemogen, nu is 't circulair en bijna grappig als een Roald Dahl-verhaal. Niettemin een ijzersterke film, snap van de slachtoffers alleen nauwelijks dat ze zin hadden dit te acteren.

Ferris Bueller's Day Off

Hieraan kun je wel merken dat Hughes ook de man achter Home Alone is. Bueller (Matthew Broderick) heeft een beetje een Macaulay Culkin-kop, dezelfde attitude en, duidelijker, hij wordt achternagezeten door de rector van zijn school die met slapstick-geweld van o.a. een hond te maken krijgt. Sowieso jammer dat Hughes meende dat het spijbeldagje alleen niet genoeg was, want naast de plotlijn met de schooldirecteur is er ook nog zuslief die wat avonturen meemaakt. Wat mij betreft onnodig, want juist de momenten van het drietal uit spijbelen zijn magisch. Een bezoekje aan een museum, Twist and Shout playbacken op een Duitse carnavalswagen en dat alles om Bueller's fobische beste vriend (een Mark Rutte-dubbelganger) een leuke dag te bezorgen. Richard Edson doet trouwens ook nog even mee, altijd leuk.

Protagonist

Sympathieke documentaire, waarin zomaar vier (levens)verhaaltjes lijken te worden verteld. Door de protagonisten zelf. Gelardeerd met oud-Griekse quotes van Euripides, en een hoofdstuk-indeling met "crisis" en "catharsis" enzo. Waarschijnlijk de opbouw van zijn tragedies. De protagonisten zijn: een homoseksueel uit een religieus milieu, die priester werd en zijn geaardheid wanhopig probeerde te onderdrukken; een Mexicaanse bankovervaller die een waardeloze jeugd had met een gewelddadige vader; Hans-Joachim Klein (hee waar ken ik die naam van dacht ik) de bekende links-radicaal, een Raffie van na de R.A.F toen de splintergroeperingen steeds gewelddadiger werden en tot slot het "normaalste" verhaaltje over een kleine zwakke jongen die in David Carradine zijn goeroe ziet en aan kung-fu gaat doen. Het meest tragisch en dus ook 't best passend in deze structuur is de homoseksueel. Zelfs een volkomen minor detail dat ie op de beelden van zijn uiteindelijk homo-partner-registratie-feest er heel dik uit ziet, terwijl zijn huidige talking head er bijzonder strak uitziet fascineerde me. Ik zou bijna vermoeden dat ie er nog steeds geen vrede mee heeft en zichzelf nu kwelt in de sportschool.

woensdag 26 augustus 2009

Yellow Earth

Staat bekend als de hergeboorte van de Chinese cinema, met andere woorden, een film waar je vuistdiep in de filmgeschiedenis moet zitten om er wat aan te vinden, want de echt goeie Chinese films kwamen pas ná deze, die alleen maar de vliezen brak, of hoe je 't ook wil noemen... Dit is nog bijna communistische propaganda. Een soldaat komt naar een achterlijk achteraf-gebied om de mensen te verheffen. Hij wil als een soort Lomax volksliedjes verzamelen die dan door 't Rode Leger op hun marsen tegen Japanners en imperialisten gezongen kunnen worden. Het muziek-verzamel-project komt er niet echt uit, helaas, al wordt er genoeg gezongen, door oude mannetjes en jonge meisjes. Zonder meer de leukste momenten van de film. Vaak schaamteloos sentimenteel, met een strijkorkest wat er ook nog overheen rolt. En 't meisje bij de rivier dat steeds nieuwe teksten improviseert: "oooh geweldige soldaat ik wil ook bij 't Rode Leger", etc.

The Long Hot Summer

Kan mooi op een double bill met Cat on a Hot Tin Roof. Bitchy southern films, gepend door literaire kanonnen. In dit geval Faulkner die zich baseerde op een paar van z'n eigen korte verhalen. Als 't nou een filmfestivalletje was zouden ook Picnic en Hud mee mogen draaien. Picnic vind ik 't beste van die hele bunch, juist omdat 't de minst cynische is, met wat joie de vivre. Hier speelt Paul Newman weer 'ns een gewiekste vrijgevochten macho die als hij iets wil er ook voor zorgt dat ie 't krijgt. (In dit geval met name een streng bekapseld jong leraresje, zijn latere vrouw Joanne Woodward) Hij heeft een verleden van pyromanische woede-uitbarstingen (een familietrekje) maar dat aspect wordt na 't intro al snel vergeten. Orson Welles is gepast irritant als de corpulente familiebaas die de zaken regelt. ("Sister woman go get us coffee", dat werk) Hij komt terug uit 't ziekenhuis, pakt zijn oude stiel op van 't kleineren van zijn zwakke zoon (Anthony Franciosa) en wacht met smart tot zijn twee dochters eindelijk getrouwd zijn. Desnoods met een rebel/crimineel als Newman. Faulkner schreef een paar uitstekende dialogen (grappig genoeg waren de beste ook hier weer bij een picknick) maar hij forceert zich wel naar een soort van goed einde. Wellicht een vereiste van de studio.

Cría Cuervos

Hele fraaie film. Doet dankzij kindsterretje Ana Torrent wat denken aan El Espíritu de la Colmena, maar is eerder een soort Spaanse Squid and the Whale. Of wacht daar werd gescheiden, hier gaan zowel ma als pa de pijp uit, het lijkt wel in één zomervakantie, dat zal schijn zijn. Ana leeft met haar twee zusjes in een kast van een huis, vader is soldaat en schuinsmarcheerder. (Vast, nee, ongetwijfeld Franco-aanhanger) Ma is depressief en later doodziek. Ze is als de film begint al dood maar Ana denkt nog vaak aan haar en dwalend door haar huis komen er episoden terug/langs. Helaas (in een bijna belachelijk bespottelijke fout) zien we ook een oudere versie van Ana die recht de camera in praat en sommige van die herinneringen introduceert. Volkomen onnodig, had gewoon allemaal door elkaar moeten lopen, zodat de kijker af en toe op 't verkeerde been zou worden gezet. De zus van moeder zorgt inmiddels voor de kindjes, zij is een beetje een geval lelijke stiefma, al bedoelt ze 't echt niet slecht. Bonuspunten voor de cavia die ook veel screentime krijgt en dan later (alles is dood hier) erg realistisch sterft. Goed geacteerd, of gewoon een hoop slaappillen in 't arme beest...

Videodrome

Hebben ze boeken over volgeschreven hè? Zal ik 't voor de verandering eens kort houden. Ik kon er niet heel veel mee. Hallucinaties opgewekt door een tv-signaal!? Misschien is zelfs dat plot-aspect al een waanbeeld van de baas van het sleaze-tv-kanaaltje. De gruwelijke horror-effecten zijn wel briljant. Je stopt een videotape in een buik en als je je hand eruit terugtrekt is die verandert in een handgranaat.

dinsdag 25 augustus 2009

Pretty in Pink

Meteen maar als "eerbetoon" aan de net overleden Hughes gekeken. Dit is geen Breakfast Club, maar wel weer zeer amusant. De film wordt in feite volledig gedragen door Jon Cryer, als Duckie aka the Duckman, een alto met maf hoedje die Molly Ringwald adoreert. Die laatste doet haar best er met zelfgemaakte pakjes zo stom mogelijk uit te zien, maar faalt daarin. Wel vreemd dat ze ergens in 't begin, na te zijn geïntroduceerd als lelijk eendje, ineens er in één scène met zonnebril wel hip uitziet om vervolgens de volgende scène weer in blommetjesjurken te lopen. Foutje, zou ik haast zeggen. Maar goed, the Duckman dus, wellicht homoseksueel, in elk geval haar persoonlijke slaafje die 't maar niet lukt zijn liefde aan haar te betuigen. Ondanks het legendarische dansje in de platenzaak. (Goeie muziek sowieso, naast Otis Redding ook veel New Order) Ringwald is dan ook verliefd op een "rich kid" die er grappig genoeg in de laatste scène (op een gala) uitziet als een totale douchebag, Koefnoen-figuur. Terwijl de Duckman de blitz uithangt met zonnebril!

Un Grand Amour de Beethoven

Stokoude Beethoven-biopic, de derde die ik zag na Copying Beethoven en Immortal Beloved. Veel meer zullen er ook niet zijn. Deze doet ondanks zijn leeftijd volstrekt niet voor de andere twee onder en slaagt er zelfs in om als enige wat emoties met de muziek van Beethoven op te roepen. Zelfs met zoiets afgezaagds als de Mondscheinsonate. Helaas kan de film 't niet laten om op elk dramatisch moment ta-ta-ta-taaa te laten horen. Zoals de titel voorspelt draait de film (in eerste instantie in elk geval) om de liefde van Beethoven voor een meisje van adel, aan wie hij lesgeeft. De liefde wil maar niets worden door klassen- en geldverschil maar het meisje heeft wel 'n nichtje dat Beethoven adoreert. (Beethoven haar minder) Volgen wat romantische en uitgelaten vrolijke momenten, maar ondertussen wordt Beethoven doof, depressief en oud. In de tweede helft gaat de film toch wat de mist in door rommelig van de hak op de tak te gaan springen en naast die liefdes ook nog het gedoe met z'n neef Karl te laten zien. Simpelweg teveel hooi op de vork, met teveel langsvliegende jaartallen in de tussentitels ook. Het is trouwens echt nog een film met die "stomme film"-sfeer, de actrices en hun typische mimiek zijn daar recht uit weggelopen, wel grappig om ze dan te horen praten.

Die Ehe der Maria Braun

Door de naam Braun dacht ik dat dit een soort alternatieve geschiedenis zou worden, met een zus van Eva Braun, die dan ongeveer gelijktijdig trouwde. De film opent ook met een huwelijk terwijl Duitsland onder vuur ligt. Maria heet echter "zomaar" Braun. (Nou ja helemaal zomaar zal het toch niet zijn, wellicht wilde Fassbinder toch dat we daaraan gingen denken) Maria's man is soldaat, gaat terug naar 't front, waarna we Maria met een bord rond zien lopen "Wer kennt Hermann Braun?" Een vertrouwd verschijnsel net na de oorlog, met een enorm overschot aan vrouwen en heel, heel veel weduwen. Net als Maria het zoeken opgeeft hoort ze dat haar man inderdaad dood is. Vanaf dat moment neemt ze echt de touwtjes in handen en ontpopt ze zich tot een sterke vrijgevochten vrouw. Bijna een Verhoeven-heldin als Carice in Zwartboek, ze noemt zichzelf de Mata Hari van het Wirtschaftswunder. Ze papt aan met een Afro-Amerikaanse soldaat en gaat later voor een of andere rijke zakenman werken als "persoonlijk assistent". (Daartussen gebeurd nog wat cruciaals, maar dat zou een spoiler zijn) Al kun je 't wel raden. De film is zeker op 't laatst wat al te voorspelbaar, na een geslaagd eerste uur (of nog wat langer) lijkt Fassbinder zijn verhaallijntjes kwijt te raken en dan maar de twee wendingen in te lassen die iedereen had kunnen verzinnen en een simpel einde.

Tron

Vooral een design-curiositeit. (Een van de eerste computer-animatie-films) Een soort computer-sci-fi Wizard of Oz, waar Jeff Bridges in de verre toekomst een computer in wordt gezogen. Door een laser-straal. Eh, ja. Hij is spelletjes-programmeur maar zijn successen zijn gejat door de grote slechterik, degene die zich zodoende tot baas van het bedrijf heeft laten promoveren. De echte regelaar is echter "master control". De opstandige computer zelf die steeds snibbig zijn bevelen afsluit met "end of line". In de computer hebben alle programma's menselijk gedaanten, die door bewakers in de gaten worden gehouden en af en toe een soort squash moeten spelen. Op leven en dood. Er zweven ook schattige pluisjes rond die alleen "yes" and "no" zeggen. Inderdaad, de bits. Het plot is verder onnavolgbaar maar Tron is een extern beveiligings-programma dat het met behulp van haar "user" (een Bill Gates-type) tegen master control op gaat nemen. Zelfs voor een beetje romance (kussende software!?) wordt nog wat tijd gevonden.

maandag 24 augustus 2009

Lars and the Real Girl

Een film die de kijker haast laat snotteren om een sekspop doet iets goed. Keek de film vooral voor Ryan Gosling (die van Half Nelson) en hij stelt niet teleur. Hij speelt een extreem verlegen, fobische man die in de garage van zijn ouderlijk huis woont. Zijn ouders zijn dood (moeder zelfs bij "zijn" bevalling) en z'n broer heeft inmiddels na jaren afwezigheid met z'n zwangere vrouw (favoriet Emily Mortimer) intrek genomen in het huis. Mortimer begint heel sterk maar gaat bij vlagen wel wat op de overdreven toer. Lars ondertussen heeft 't moeilijk met deze veranderingen en vindt de oplossing in een RealDoll, die hij als volkomen echt benaderd. Na aanvankelijke aarzeling en op aanraden van de lokale huisarts (Patricia Clarkson) doet iedereen in 't dorp dat, wat tot volkomen absurde situaties lijkt. Tekenend voor de goedgemutstheid van deze lieve film is dat werkelijk niemand Lars pest. (Een mooi spel met wat je zou verwachten) Zo komt al 't drama en spanning uit Lars zelf en dat is bijzonder aardig gedaan.

Silver City

Behoort tot de betere helft van Sayles' oeuvre en aangezien ik 't gevoel heb dat zijn recente werk wat minder geïnspireerd is, zou 't best eens z'n beste kunnen zijn van deze eeuw. Dat zegt allemaal niet vreselijk veel, want het is een aardige film, niet meer niet minder. De show wordt gestolen door Danny Huston (zoon van de bekende regisseur) die ik volgens zijn filmografie wel eerder ben tegengekomen, maar me nu pas opvalt. (Makkelijk ook, met een hoofdrol) Hij speelt een goeiige lobbes, ooit journalist tegenwoordig private detective al moet je dat investigator van zijn bazin noemen. Hij moet in 't mozaïekverhaaltje (goh!) uitzoeken wie er wat te maken kan hebben met een Mexicaans lijk. Dat is ineens aan de oppervlakte is komen drijven, juist als een politicus (Gary Cooper) met gouverneursambities daar een spotje op wil nemen. Silver City is een cynische film uit 2004, met Bush-frustraties. Ook deze gouverneur in spe is niet meer dan een marionet in de plannen van zijn vader en de big companies, die niet om een mensenleventje malen zolang 't geld oplevert. Als vaker lijkt Sayles er net een of twee lijntjes teveel in te stoppen (iets met een project-ontwikkelaar) maar de verwikkelingen van de journalist blijven boeien, zo komt ie o.a. Daryll Hannah tegen als stonede boogschutter.

Le Mépris

Ik ging er na de opening eens goed voor zitten. Een 'film in een film'-film met Jack Palance en Fritz Lang. (Die Franse nouvelle guys wisten hoe ze hun helden moesten eren) Lang gaat Odysseus draaien, Palance is de producer, maar dit alles is slechts decor voor Bardot en Michel Piccoli. Hij wordt door Palance ingehuurd om de arty ambities van Lang in te tomen. Palance houdt meer van naakte nimfen, zo blijkt uit een lollige screening. Godard kreeg zelf ook 't verzoek om wat meer naakt, wat hij onder protest deed door er een blauwe filter overheen te gooien. Zo is de film wel meta, het paartje Piccoli/Bardot schijnt voor Godard/Karina te kunnen staan en dan kun je natuurlijk ook nog puzzelen op de overeenkomsten met de Odyssee, waar verwoed over gefilosofeerd wordt. Het probleem is dat de film wel erg koeltjes is, zelfs het huis van Piccoli en Bardot, waar ze minutenlang in kibbelen terwijl de camera heen en weer glijdt langs de (bad)kamers, is ijzig wit.

Coming Home

Coming Home van Ashby heeft eerst en vooral een soundtrack die er mag wezen. Sterker nog, deze is wat al te prominent en raakt verstrikt in de val dat als je er eenmaal aan begonnen bent je in elke scène wel een mooi liedje wil (moet?) laten spelen. Richie Havens met zijn Follow, de Stones, de Beatles met hun enige tolerabele nummer (Strawberry Fields Forever) én in de meest emotionele scène van de film Tim Buckley's Once I Was. (Ik zit nu dus Hello and Goodbye te luisteren, dat werd ook wel 'ns tijd) Coming Home is een oorlogsfilm zonder oorlogsbeelden, even lijkt 't zelfs een film te worden over de vriendschap tussen twee "soldier wives", wiens echtgenoten tegelijk naar Vietnam vertrekken. Al snel focust de film echter vooral op Jane Fonda, die zich als vrijwilliger bij een veteranenhospitaal heeft aangemeld. De figuranten speelden grotendeels zichzelf wat de beklemmende sfeer van 't qua personeel onderbezette gammele ziekenhuisje versterkt. De woede van Fonda (en de scenarioschrijvers) was ook echt en dat begint de film gaandeweg toch wat dwars te zitten. Er zijn wat teveel pamflet-speech momentjes, hoezeer men dat ook probeerde te verhullen met 't liefdesverhaal rond Fonda en Jon Voight. Die laatste is uitstekend als een gefrustreerd en driftig patiënt, in 't begin met behulp van wandelstokken, rondrijdend op een brancard.

zondag 23 augustus 2009

Dressed to Kill

Opent De Palma soms altijd met raunchy douchescènes? Wacht, douchescène?! Inderdaad, dit is een ode aan Psycho. Stuk minder leuk dan die Blowup-ode. Een boring housewife dwaalt door de stad, beleefd een one day stand en wordt dan op gruwelijke wijze in een lift vermoord. Nancy Allen, die als unique selling point van de film er hier op d'r leukst uitziet, is daar toevallig getuige van. Zij maakt kennis met het Harry Potter-zoontje van de vrouw. De film is net niet dirty genoeg om tussen die twee wat te laten ontstaan. (Nancy en Potter bedoel ik hè) De twee beginnen de speurtocht en komen al snel uit bij haar psycholoog. Michael Caine. Dressed to Kill is nogal chaotisch, heeft een overbodig coda van een kwartier (contractueel te vullen tijd?) maar is als b-film wel vermakelijk hoor.

L'Enfer

Nu dus wel de goeie, van Chabrol. Beter dan die andere L'Enfer, maar was ook van deze niet bijzonder onder de indruk. Het is jaloezie, jaloezie, jaloezie wat er met een hamer bij de kijker wordt ingeramd. Radicaal, dat wel. Film zapt in 't begin overbodig door wat jaren, en begint dan echt als 'n man en een vrouw een hotelletje runnen. De vrouw is erg knap en de man (een soort Franse Robert de Niro) verdenkt 'r al snel van vreemdgaan. Hij begint haar te volgen en draait niet al te langzaam door. Hij legt 'r nog net niet letterlijk aan een ketting. Bedacht me ineens hoe lastig 't is om als echtpaar samen een bedrijf te runnen, want je huwelijks-problemen komen natuurlijk (en vast niet toevallig) net aan de oppervlakte in een drukke tijd (in dit geval het hoog-seizoen) Met gepikeerde gasten tot gevolg.

All That Jazz

Na Footlight Parade alweer een musical die hier prima klikt. Wederom geen echt goeie liedjes trouwens, maar wel fabuleus danswerk, de regisseur was dan ook choreograaf Bob Fosse. Musicals zijn altijd meta, zo lijkt 't. Deze is echter wel meta-meta-meta. Fosse lag in 't ziekenhuis met een hartaanval, besloot daar dan een musical over te maken, citeert dus uit eigen leven, maar ook uit eigen werk. (Hij maakt net daarvoor een film over Lenny Bruce, waar hier uitgebreid fragmenten van te zien zijn) Roy Scheider (die van Jaws) speelt zijn alter-ego, een amfetamine-poppende work-and-woman-a-holic. Hij werkt zich letterlijk te pletter. Gedenkwaardige seksuele dansscènes rond het thema "Air Rotica" ("There goes the family audience") Bovenal een paar magnifieke scenes waarin Scheider een mespuntje van zijn tijd aan zijn dochter en z'n huidige vriendin besteedt. Welke vader heeft een serieus gesprek met zijn dochter terwijl ze samen arabesken en andere ingewikkelde ballet-moves uitvoeren... Prachtig.

La Mujer sin Cabeza

Ik mag die Argentijnen wel. Als de Argentijnse cinema ten minste een "realistisch" beeld geeft. Argentijnen zijn knuffelig, lopen constant elkaar te zoenen, maar zijn tegelijkertijd bot en geen van allen normaal. (Dat laatste zal toch echt wel aan de cinema liggen) Het sterke eerste uur van La Mujer sin Cabeza gaat voorbij voor je 'r erg in hebt, ook voor je doorhebt wat er nou eigenlijk is gebeurd. Lukrake gezinsscènes met als middelpunt een upper class vrouw. Zij en haar man zijn allebei (tand)arts. De vrouw is met de auto ergens tegenaan gereden, op weg naar huis. Het leek een hond, maar zelfs vermoedt ze dat 't een mens was. Haar familie probeert 'r te overtuigen van haar ongelijk, bellen vrienden bij de politie, die geen meldingen binnen hebben gehad. Of zeggen te hebben gehad, want de film gaat ook over rijk versus arm, een contrast wat in Argentinië heel groot is. Zwerfjongetjes die dagelijks om een heitje voor karweitje komen jengelen. Ook Argentijnse arthouse-regular Inés Efron loopt rond, in haar gebruikelijke weird-sensuele rol. (Ze heeft nu hepatitis) La Mujer sin Cabeza levert geen oplossingen, geen wendingen, maar is wel aangenaam en uniek.

zaterdag 22 augustus 2009

Baby It's You

John Sayles' aardige poging tot een American Graffiti-achtige high school-film, die opvallend genoeg ook nog de oversteek maakt naar college, wat eerst wat jammer lijkt, maar uiteindelijk goed uitpakt en de film zelfs wat meer diepte geeft. (Een goed naturel tijdsverloop ook, ondanks de sprongen) De lieftallige jonge Rosanna Arquette speelt een doodgewoon meisje, dat ineens in de aandacht komt van een thug, die ze The Sheik noemen en wel wat op El Hamdaoui lijkt. Het is echter geen Mocro of Arabier, maar een Italiaan, die ondanks dat Sinatra duidelijk al iets van een andere generatie is, zweert bij "Frank". Hij moet wat moeite doen om 't meisje om z'n vinger te winden, maar uiteindelijk lukt 't hem. Min of meer. De liefde komt opvallend genoeg vooral van zijn kant. Als Arquette naar college vertrekt, terwijl hij een dom playback- en afwasbaantje heeft in Florida, lijkt het helemaal gedaan. Aardige genrefilmpje, met leuke (weinig verrassende muziek) van o.a. Ben E. King (Stand By Me!, wat anders) en Bruce Springsteen. Nu toch eindelijk eens die E Street Shuffle plaat checken. (Die bleek fantastisch)

Blow Out

Sympathieke en amusante ode van De Palma aan Antonioni's Blowup. Dit keer geen fotograaf, maar geluidstechnicus (John Travolta) die een moord vermoedt. Kunt er waarschijnlijk een zoekspelletje van maken, er zitten vast heel wat meer verwijzingen en geintjes in dan ik zo in 'n eerste kijkbeurt opmerkte. Door al het "gewire" is ook The Conversation niet ver weg en in overbodige flashback (zou het wraak zijn van De Palma) verwijst hij naar Prince of the City. (Travolta bevestigt de draadjes, zeg maar) Blow Out werkt echter ook prima op zichzelf. De opening bijvoorbeeld, een gigantisch slechte slasher-flick, met veel naakt, waarin een zwaar ademende man rondstapt. Het lijkt wel een Dick Maas-film. Dan moet er (door een douchende actrice) geschreeuwd worden en dat wil niet echt lukken. Cut naar Travolta en zijn zuchtende exploitatiefilm-kompanen. Dit moet gedubt worden! Het is een simpel voorzetje, goed voor een leuke running gag (schreeuwaudities) en een bitter einde. Dat is dus allemaal nog vóór het Ted Kennedy-achtige 'politicus met jong ding op houten bruggetje auto-ongeluk', waar Travolta toevallig een opname van maakt.

The Silence

De welbekende ingewikkelde studiefilm van Bergman, zijn trademark. Ik vond vooral het begin sterk. Twee vrouwen en een zoontje in een heet fictief Oost-Europees land, eerst in een trein, dan in een duur hotel. Het zoontje dwaalt rond en komt o.a. een troupe dwergen tegen en een oude butler die 'm foto's van zijn familie laat zien. De twee vrouwen (was me lang onduidelijk of ze nou een relatie hadden of dat 't zussen waren!) hangen op de hotelkamer, maar dan gaat de jongste en mooiste de hort op, voor wat erotische avonturen. De andere (die doodziek is) wordt daar dan weer jaloers van. Ondertussen filosofische overpeinzingen en, zie de titel, het grote Zwijgen. Bij vlagen boeiend, maar moeilijk om je karretje bij in te haken.

Mikey and Nicky

Een typische Cassavetes-film waarin hij niet regisseert. Dat doet Elaine May, die later nog eens de beroemde flop Ishtar zou draaien. (Dat zijn haar enige twee films, meen ik) Hier schijnt ze de camera urenlang te hebben laten lopen terwijl Peter Falk en John Cassavetes (wel als acteur inderdaad) aan 't improviseren sloegen. Cassavetes belt zijn trouwe vriend, ze zitten beide in een mobster-wereld en Cassavetes is doodsbang dat ie uit de weg geruimd gaat worden. Niet zonder reden, want inderdaad zit 'r een huurmoordenaar achter 'm aan. Het probleem is dat ook Falk daarvan weet, en dat die zijn vriend helemaal zat is. Tegelijkertijd houdt ie ook nog wel 'n beetje van 'm, en dat zorgt voor gedol en geruzie op z'n Husbands. Prachtig circulair einde, als de eindeloze nacht eindelijk ochtend is geworden.

vrijdag 21 augustus 2009

Little Fugitive

Amusante curiositeit, bijna een reclame-spot voor Coney Island. Twee broertjes (eentje twaalf andere iets van vijf) worden door hun moeder twee dagen alleen gelaten, ze moet naar de zieke oma. Het oudste broertje haalt een "prank" uit met z'n vrienden, waarna 't kleine menneke werkelijk gelooft dat hij hem heeft doodgeschoten. Dus jat hij 't geld van de keukentafel en vlucht naar, inderdaad, Coney Island. Tot zo ver was het leuk, maar nu blijft de film nagenoeg de rest van de tijd bij de kleine knaap, die zich op de reusachtige kermis uitstekend vermaakt. Prachtdetail is zijn enorme voorliefde voor paarden, zowel echte als neppe, die ie even fanatiek aait. Dat is tien minuten leuk, maar nog een uur? De oudere broer geeft z'n zoektocht ondertussen verdomd snel op, hij schakelt niet eens z'n vrienden in, wat ik had gehoopt. Drie wat oudere gastjes op stap op zoek naar een verdwenen broertje. Door New York en pas dan naar Coney Island, ofzo. Het is allemaal wonderschoon in beeld gebracht, dat wel.

Frozen River

Die reservaten voor indianen in de VS waren altijd al iets bizars, hoe lang zouden ze al bestaan, zou 't iets relatief recents uit schuldgevoel zijn? Frozen River speelt zich af in het land van de Mohawk, ergens op de grens van Canada en Amerika. Al zien de indianen dat natuurlijk heel anders. "There is no border." Ondertussen houden ze zich bezig met bingo en smokkelen. Melissa Leo belandt als hosselende moeder op dit territorium als ze op zoek gaat naar haar gokverslaafde man, die 'r met het geld voor haar nieuwe grotere mobile home vandoor is. Ze kan haar kinderen nauwelijks eten geven, werkend bij Yankee Dollar (Euroland zeg maar!) waar ze haar maar geen manager willen maken. Bij de indianen krijgt ze 't al snel aan de stok met Misty Upham, die de auto van de gokverslaafde echtgenote van Melissa Leo had meegenomen. Dat ding heeft namelijk een "trunk", waar je illegale immigranten in kunt stoppen. De twee sluiten een noodzakelijk verbond, Leo heeft 't geld nodig, en de indiaanse, die heeft niet veel beters te doen. Frozen River heeft een interessant onderwerp en wat mooie momenten, een grens oversteken over een bevroren rivier bijvoorbeeld. Wat ontbreekt is een goede chemie tussen de twee dames, ik had wel wat meer sentimentele langzaam groeiende vriendschap-momenten tussen de twee willen zien. Dat zou 't einde waarschijnlijk ook wat aangrijpender maken.

Im Lauf der Zeit

Een van de mooiste films die ik dit jaar zag en een fantastisch bijna drie uur durend roadmovie-epos. Een man (Rüdiger Vogler) rijdt rond in een busje, van gehucht naar gehucht, waar hij reparaties verricht in oude cinema's, die vaak gesloten zijn of op 't punt van sluiten staan. Dan komt hij op onnavolgbaar briljante wijze een andere man tegen. Een depressief figuur met huwelijksproblemen, fantastisch gespeeld door Hans Zischler, die iets weg heeft van een "moody brooding" Henry Fonda. Nu reizen ze met z'n tweeën, van akkefietje naar episode, zo bezoeken ze o.a. plaatsen uit hun beider jeugd. Het mooie is dat er geen kleffe vriendschap ontstaat, meer een filosofische lotsverbondenheid. Soms uitgelaten vrolijk, dan weer mokkend en kibbelend. Wellicht kun je in Im Lauf der Zeit allerlei thema's zien als Amerika tegenover het Oude Europa, Oost vs. West e.d., maar uiteindelijk gaat 't om de prachtbeelden van cinematograaf Robby Müller, en kleine details als het draagbare platenspelertje wat in 't busje aanwezig is waar je van die 45-toeren singletjes in doet. Of de "oplossing" van het voorzetje waarom Zischler toch de hele tijd kranten koopt en ze anders wel van de grond raapt.

Casa de los Babys

Zou die John Sayles nou nooit 'ns wat anders willen doen dan een mozaïekverhaaltje? Het huis van de baby's is een door nonnen geleide babykliniek. Mexico kent vele tienerzwangerschappen (en meer ellende) dus er zijn genoeg baby's ter adoptie. Ze worden vanuit daar verdeeld, waarna 't verhaal om een stuk of wat Amerikaanse vrouwen gaat die wachten tot hun baby beschikbaar komt. Hun gelummel en gekibbel wordt doorsneden met akelig politiek-correcte Mexicaanse passages, gekanker op de imperialisten van Amerika en wat sneue lijmsnuivertjes. De groep vrouwen blijven allemaal typetjes, al is Marcia Gay Harden wel lekker slecht als zeepjes-jattende botterik. Daryl Hannah en Maggie Gyllenhaal hebben een mooie dialoog als de eerste vertelt over haar verloren baby's terwijl ze Maggie masseert. Ander aardig momentje is de non-dialoog tussen de schattige Ierse Susan Lynch en een Mexicaans kamermeisje, die allebei zielenroerselen opbiechten zonder elkaar te verstaan. (Beetje gemaakt ook wel, zoals de hele film)

donderdag 20 augustus 2009

Electra Glide in Blue

Hele leuke film, eentje voor de filmnerds want regisseur James William Guercio maakte er sowieso maar eentje. (Hij hield zich vooral bezig als studiobaas en muziek-producer) Het was me in In Cold Blood helemaal niet opgevallen dat Robert Blake zo'n klein mannetje is. Hier wordt daar de komische nadruk op gelegd, hij speelt een gespierd motoragentje (en befkoning) die droomt van een baan bij de "homicide squad". De woestijnbeelden in Arizona lijken op die in Zabriskie Point en de motorgangs die rondrijden zijn meer Easy Rider. (Ergens moeten de agenten een concert bewaken, ik dacht gaat 't nog mis net als toen met Hell's Angels en de Stones) In 't intro valt al een dode, waarvan je later kan afvragen hoe de schuldige zo'n gewiekst plan had kunnen bedenken. Blake maakt eindelijk zijn promotie, maar merkt al snel dat homicide een nogal nare divisie is. Dan kun je beter in de schaduw een stripje zitten lezen zoals zijn besnorde collega doet. Electra Glide gaat echter niet om bloed, het gaat om de fraaie beelden (Conrad Hall) en muziek (deels van de regisseur zelf) Een prachtmoment is als de orkestrale ouverture uit 't begin na zo'n honderd minuten terugkeert. Het lijkt een mooi open einde van de film, maar we gaan nog even gewelddadig door. Was er eerst op tegen, maar de zeven (!) slow-motion minuten met een nummer van Chicago en Guercio zijn dermate mooi dat ik van mening veranderde.

Julien Donkey-Boy

Minste van de drie Korine-films. Deze kwam na Gummo en is een duidelijke herhaling van zetten, alleen nog wat grimmiger. Julien Donkey-Boy is een krankzinnig figuur, die zijn zusje heeft bezwangerd (of dat in elk geval denkt) Zusje is Chloë Sevigny, die 'r met krulletjes op een of andere manier uitziet als de zangeres van the Moldy Peaches. Het zal de gedeelde lo-fi sfeer zijn. Julien Donkey-Boy kreeg het Dogma-stempel van approval, alhoewel de soundtrack prominent aanwezig is. Gelukkig maar, want dat levert nog wel wat mooie momenten op met Jim 'O Rourke en Oval en meditatieve beelden van een ijsbaan. Naast een herhaling van zetten is dit ook een voorschaduw, want Werner Herzog is (net als later in Mister Lonely) aanwezig. Zijn scènes zijn weer bijzonder grappig, Herzog met een gasmasker op zoek naar een "natural high", of Herzog die zijn zoon in de winterkou op straat met een tuinslang nat staat te spuiten. (In zijn rare accent) "Don't Shivel!" Diezelfde scène werd trouwens nog eens geparodieerd in Spongebob, can you believe it!

Into the Night

Into The Night kwam op 't forum I Love Everything ter sprake. Het zou een soort After Hours zijn, en dan heb je me meteen wakker. Die vergelijking loopt echter mank, wat niet wil zeggen dat het geen leuke film is. Into the Night is er meer een in de categorie Risky Business en Desperateley Seeking Susan. Met die laatste deelt 't bijvoorbeeld een prominente rol voor een popster. Daar Madonna, hier een besnorde David Bowie als hilarische geheim agent. Het Risky Business-element zit 'm er (naast onbestemde dingen als een raunchy eighties-sfeer) in het feit dat het plot wordt voortgestuwd door een simpele McGuffin, in dit geval gesmokkelde juwelen. Als de smokkelaarster (Michelle Pfeiffer) zich in 't begin omkleedt kreeg ik even 't idee dat ze die juwelen op een wel heel bijzondere plaats had verborgen... Het zal mijn dirty mind zijn. Al deze dingen gebeuren voor de ogen van een verbijsterde Jeff Goldblum, de king of gortdroog cool. Hij speelt een insomniac die door Pfeiffer wordt meegesleept langs dure hotels, Hollywood-sets en stervende miljonairs. Er moet tempo worden gemaakt want er zitten een stel wraakzuchtige Perzen achter ze aan. (Daar komen die juwelen vandaan) Bij vlagen is Into the Night, toch in essentie een vrolijke film, wat te grof. Mooi voorbeeld is een grap rond een hondje. Pfeiffer en Goldblum staan in paniek op een lift te wachten. Deuren open. Hondje blaft, waarna ze er als 'n gek vandoor gaan. "It's a nice dog" roept de oude man nog, regisseur Jack Arnold, een van de vele, vele cameos. Is grappig! Maar dan komen de slechteriken en ook bij hen slaat 't hondje aan...

Dear Zachary: a Letter to a Son about His Father

Het heeft in 't begin wat EO-igs, de vrienden en familieleden van een overledene gaan een brief schrijven aan z'n piepjonge zoon, die 'm dus nooit gekend heeft. (Hij hem ook niet trouwens!) Maar dan komt 't gruwelijke (voor de EO veel te rauwe) drama los en wordt 't door de donkerbruine stem van de regisseur meer een SBS-docu, soms iets té, met keiharde pistoolschoten en melodramatische muziek. Al die dingen zijn echter volkomen terecht, want godallemachtig wat een ellendig verhaal. In fictiefilm Road House wordt een man juridisch uitgeleverd aan z'n beste vriend (inmiddels psychopaat) en dat leek nogal ongeloofwaardig. De dingen die de rechters hier verkeerd doen kunnen daar echter makkelijk mee wedijveren. Er moet niks verklapt worden, maar het is bijna eng! En zelfs mijn gewoonlijke reflex om in een film die duidelijk de partij voor de ene kant kiest advocaat voor duivel te gaan spelen wil hier niet echt werken. Al is de film wellicht toch wat te polemisch om een goede film te zijn, maar het is dan ook niet echt een film maar een fascinerend pamflet.

woensdag 19 augustus 2009

The Passenger

Alleraardigste Antonioni-film, komt wel in de buurt van Blowup, stuk toegankelijker in elk geval. Begint met het typische 'blanke in Afrika'-cliché. Nicholson in dit geval, als journalist. Zijn auto loopt vast in de woestijn, zijn reportages mislukken, kortom hij dreigt door te draaien. Dan vindt ie zijn mede-blanke-hotelgenoot dood op bed. Geen extra probleem, maar 'n kans. Nicholson verwisselt de paspoorten, reist terug naar Europa waar inmiddels om zijn dood gerouwd wordt en hij begint 't leven te leiden van "de ander". (Blijkt een wapenhandelaar) Hitchcock/Kafka kom er maar in. Nicholson dwaalt door het fraaie Barcelona, vindt een meisje (Maria Schneider) die 'm wel wil helpen. (Er zitten inmiddels figuren achter 'm aan) Next moment liggen de twee samen in bed, geen verrassing, maar vond 't wat irritant. Aan de andere kant als er tussen de twee langzaam een romance had moeten ontstaan werd het ook weer zo romcom. The Passenger is echter vooral beroemd om de slotscène. Een one take tracking-shot van zeven minuten. Echt iets voor de filmnerd en het stelt ook niet teleur, magisch-meditatief prachteinde voor een film waarin eigenlijk nauwelijks een echt verhaal van de grond is gekomen.

L'Enfer

Verdilleme, de verkeerde film zitten kijken! Het had L'Enfer van Chabrol moeten wezen. Ik had de regisseur niet genoteerd. Dit is een film van Danis Tanovic, bekend van No Man's Land. Gelukkig geen remake, dat zou helemáál overbodig zijn geweest. Om de verwarring nog wat groter te maken speelt Emanuelle Béart trouwens in beide films. Deze L'Enfer is in elk geval behoorlijke bagger, muziek die extreme thriller-spanning suggereert, maar een slap verhaaltje over drie zussen en een familiegeheim dat nauwelijks schokkend blijkt te zijn. Niet alleen het geheim is een lege huls (dat is ook een beetje het punt) maar de film zelf doet duur en intellectueel zonder ook maar 'n halfgeslaagd karaktertje op te voeren.